ITS, een onderzoeksinstituut van de Nijmeegse universiteit, en de Onderwijs Innovatie Groep (OIG) concluderen uit de ondervraging van duizenden ouders en leerkrachten dat beide groepen gemakkelijker met elkaar willen kunnen overleggen. Een flink aantal pleit daarom voor een aparte ruimte in de school om elkaar informeel te kunnen spreken.

Bijna de helft van de ouders heeft de school wel eens aangesproken uit onvrede over het onderwijs. Ruim een kwart deed hetzelfde vanwege onvrede over de opvoedkundige gang van zaken. En bijna een kwart van de ouders heeft wel eens overwogen hun kind van school te halen.

Ondertussen deed minister Van Bijsterveldt maandag, bij de start van de Week van het Onderwijs, de oproep dat ouders zich meer medeverantwoordelijk moeten voelen voor de ontwikkeling van hun kind op school. „Ik hoor nog te vaak van leerkrachten dat veel ouders normale dingen als ontbijten, huiswerk en voorlezen overslaan.”

De bewindsvrouw wil de komende jaren de betrokkenheid van ouders flink vergroten. „Ouders zitten nu vaak te makkelijk in een consumentenrol. De verantwoordelijkheid voor een succesvolle schoolcarrière mogen ouders niet alleen bij het onderwijs neerleggen.”

Uit het Nijmeegse onderzoek blijkt juist dat ouders, anders dan decennia geleden, hun kind niet zomaar meer aan de school toevertrouwen. Ze verwachten een gelijkwaardiger en volwassener samenwerking. Ouders willen veel meer als bondgenoten en als ”partners in education” met de docenten communiceren in plaats van dat die een ‘professionele’ afstand tot ouders bewaren. In de loop van de schoolcarrière van een kind komen ouders steeds minder op school: op de basisschool vaak ten minste eens in de drie maanden, daarna daalt het snel, tot voor velen maximaal eens per jaar. De ouders oor­delen overwegend positief over de kwaliteit van het onderwijs.