Kerk & religie

Lutheranen in Nederland: vijf eeuwen aanpassen

WOERDEN – Lutheranen in Nederland zijn verbonden met de hoofdstroom van het protestantisme in Nederland, via de Protestantse Kerk. „Daarom hebben we toekomst.” Dat zei prof. dr. J.P. Boendermaker zaterdag, na de aanbieding van het boek ”Lutheranen in de Lage Landen. Geschiedenis van een godsdienstige minderheid (ca. 1520-2004)”, over de Protestantse Kerk.

Van een medewerker
3 October 2011 08:28Gewijzigd op 14 November 2020 16:55
ds. Susanne Freytag, president van de evangelisch-lutherse synode in de Protestantse Kerk en prof. dr. J. P. Boendermaker met het boek ”Lutheranen in de Lage Landen". Foto Jan van Reenen
ds. Susanne Freytag, president van de evangelisch-lutherse synode in de Protestantse Kerk en prof. dr. J. P. Boendermaker met het boek ”Lutheranen in de Lage Landen". Foto Jan van Reenen

De presentatie van het standaardwerk over de geschiedenis van de Lutheranen in ons land vond plaats in de Lutherse kerk aan de Jan de Bakkerstraat in Woerden, een vroegere schuilkerk. De gemeente van Woerden is de oudste lutherse gemeente in Nederland.

Dr. K. G. van Manen, de redacteur van het boek, overhandigde het eerste exemplaar aan ds. Susanne Freytag, president van de evangelisch-lutherse synode in de Protestantse Kerk. Prof. Boendermaker kreeg het werk daarna aangeboden.

De emeritushoogleraar lutherana en liturgiek aan het Evangelisch-Luthers Seminarium en de Vrije Universiteit in Amsterdam, zei dat het boek gaat over „onze gezamenlijke geschiedenis”. Daarmee bedoelde hij niet de gezamenlijke geschiedenis van het Lutherse smaldeel, maar van de Protestantse Kerk. „We zijn verbonden met de hoofdstoom. Het is het enige dat toekomst heeft. Luther en de theologie deelden we altijd al. Er waren calvinistische predikanten die meer van Luther wisten dan lutherse voorgangers. Wat veranderd is, is dat de lutherse en de calvinistische traditie zijn samengegaan.”

De emeritus hoogleraar verlangt niet terug naar de tijd van het gescheiden optrekken, al is hij wel „gefascineerd door wat in het verleden goed en fout ging.” Hij zei dat „Calvijn zich zijn leven lang als een leerling van Luther bleef beschouwen.” Het wezenlijke, dat beide tradities bindt, is volgens prof. Boendermaker „niet kapot te krijgen”: de blijde boodschap van het evangelie.

Ds. Freytag noemde het achthonderd pagina’s tellende boek een standaardwerk voor de 21e eeuw. Ze wilde niet spreken over meerderheids- en minderheidkerken. „Nu is elke kerk in Nederland een minderheidskerk geworden. Lutheranen kunnen helpen bij het leren omgaan van de kerk met het leven in de marge van de samenleving, omdat ze dat al eeuwenlang gedaan hebben.”

Dr. Van Manen zei in een toespraak voorafgaande aan de presentatie dat de groei van de lutherse kerken in de afgelopen eeuwen voornamelijk te danken is aan immigratie van mensen uit Duitsland en, in mindere mate, uit de Scandinavische landen. Lutheranen in ons land pasten zich aan. „Lutherse gemeenten hielden hun kerken sober om niet te veel op de rooms-katholieke kerken te lijken. Zo hadden de Nederlandse lutherse kerken geen beelden en altaren. Ze accepteerden die soberheid om in hun nieuwe vaderland maatschappelijk aanvaard te worden.”

Er was ook sprake van beïnvloeding van de calvinistische kerken. „De liederen van Luther hadden invloed op de Nederlandse psalmbundel. Petrus Datheen speelde leentjebuur bij Luther door achterin zijn psalmbundel enige gezangen op te nemen.” Verder noemde hij het Lutherlied ”Een vaste burcht” dat bij de Nederlandse calvinisten alom gezongen wordt.

Bij het invoeren van orgels in de kerk zou, volgens dr. Van Manen, ook wel eens een lutherse invloed merkbaar geweest kunnen zijn. Hij herinnerde eraan dat Johannes Fontanus, de (calvinistische) reformator van Gelderland, in de zestiende eeuw zei dat het orgel „wereldse lusten en geilheid des vleses” opwekte. Tijdens de bijeenkomst waren er twee momenten met orgelmuziek.

Dr. S. Hiebsch, luthers theologe en onderzoeker aan de Vrije Universiteit, maakte in haar bijdrage het verband tussen Wittenberg, waar Luther woonde, en Antwerpen duidelijk. Ze noemde Antwerpen, de plaats waar het lutheranisme al spoedig wortel schoot, Wittenberg aan de Schelde. In 1522 werden daar 15 monniken gevangen genomen op verdenking van lutheranisme. Dertien van hen herriepen, maar Hendrik Voes en Jan van Essen bleven standvastig. Zij zijn in 1523 in Brussel verbrand. Luther schreef een brief en een lied en noemde hen heiligen.

Luther stelde, aldus dr. Hiebsch, dat mensen heilig zijn naar de mate waarin ze met Christus verbonden zijn. „Centraal is het werk van God dat in de heiligen zichtbaar wordt. Heiligen kunnen anderen de weg naar God wijzen. Ze zijn geen bemiddelaars bij God maar ze zijn gelovigen die op God vertrouwen. Ze zijn geen volmaakte mensen. Het gaat niet om hun werken maar om hun geloof. Ze zijn geloofsvoorbeelden voor anderen. In die betekenis zijn Voes en Van Essen heiligen.”

Tijdens de bijeenkomst vond de presentatie plaats van ”Ook in het vuur is Hij nabij. Bijbelse liederen voor kinderen en grote mensen”. De liederen van ds. Wonno Bleij staan in de lutherse traditie. De auteur was van 1979 tot 2008 voorzitter van de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer