African Parks: Natuur verdient zichzelf terug
AMSTERDAM (ANP) – Het aantrekken van veel meer toeristen in Afrikaanse natuurparken moet meer geld in het laatje brengen voor het beheer van de parken. Ook de lokale bevolking moet zo wat kunnen verdienen, als kok of chauffeur.
Dat zegt Robert-Jan van Ogtrop, voorzitter van African Parks, een non-profitorganisatie. Zijn organisatie beheert zeven enorme natuurparken in Afrika met een totale oppervlakte zo groot als België: 4,1 miljoen hectare. Dat is 40 keer zo veel als Natuurmonumenten in Nederland beheert.
Nu is er nog jaarlijks ruim 1 miljoen euro per park aan giften nodig voor het bestrijden van stropers, plaatsen van hekken en onderhouden van de wilde dieren. De organisatie wil de komende jaren minder afhankelijk worden van gulle gevers en EU-subsidies. „Ons businessmodel is dat de natuur zichzelf terugverdient”, zegt Van Ogtrop.
Hij rekent op veel meer hotels, vliegtuigvluchten en excursies op de Afrikaanse savannes. Nederlanders die deze zomer naar Spanje of Griekenland gingen, zouden binnenkort vakantie moeten vieren bij de neushoorns in Kenia of Rwanda. „Mensen hunkeren naar oernatuur. Ik geloof dat we na de industriële revolutie en de kennisrevolutie nu bezig zijn met een natuurrevolutie”, aldus Van Ogtrop.
Het eerste park dat dankzij toeristen kostendekkend wordt, is waarschijnlijk het Majetepark in Malawi. „Toen we daar begonnen, vlogen er nog twee duiven, als het ware. We hebben er een groot hek omheen gezet en nu bloeit de flora en fauna op. Nu brengen we er de roofdieren terug: volgend jaar ook de leeuw, de koning van de voedselketen.”
Ook wildverkoop en zelfs jacht moeten een beetje geld binnenbrengen. Van Ogtrop beseft dat jacht omstreden is bij natuurbeschermers. „Niet jagen om het jagen, maar we kunnen héél gecontroleerd bepaalde diersoorten beperken om de juiste wildstand te bereiken, mits buitengewoon ethisch.”
Veel diersoorten gaat het namelijk goed binnen de beschermde parken. „Bijvoorbeeld in ons Zakoemapark in Tsjaad kunnen stropers nu geen olifanten meer stropen zoals voorheen. Toen hadden ze de populatie olifanten daar verminderd van 7800 naar 480 in 7 jaar tijd.”
De lokale bevolking moet ook een graantje meepikken van de beoogde toeristenstroom. Een Afrikaan met een baan kan zo tien monden voeden, schat Van Ogtrop. Zijn organisatie streeft ernaar de komende jaren flink meer parken te gaan beheren voor Afrikaanse overheden.
African Parks is 11 jaar geleden opgericht door een groep met Paul Fentener van Vlissingen, een van de rijkste Nederlanders, die in 2006 overleed. Met zijn erfenis worden de overheadkosten van de organisatie betaald.