Wetenschap & techniek

Op zoek naar geschikte eindberging voor hoogradioactief afval

Radioactief afval blijft nog duizenden jaren levensgevaarlijk. Langdurig bovengronds opslaan is volgens de Europese Unie geen optie, dus zoekt ook Nederland naar een manier om het onder de grond te stoppen. Maar daaraan zitten nogal wat haken en ogen.

29 September 2011 08:34Gewijzigd op 14 November 2020 16:51
De eindberging is opgebouwd als een Russisch baboesjkapoppetje. Helemaal binnenin komt het in glas gegoten hoogradioactieve afval in een roestvaststalen vat met daaromheen een container van 50 centimeter dik beton. Vervolgens wordt die container verpakt i
De eindberging is opgebouwd als een Russisch baboesjkapoppetje. Helemaal binnenin komt het in glas gegoten hoogradioactieve afval in een roestvaststalen vat met daaromheen een container van 50 centimeter dik beton. Vervolgens wordt die container verpakt i

Klasgenoten werden arts, piloot of advocaat. Dr. ir. Ewoud Verhoef echter niet. „Ik werd vuilnisman”, lacht de adjunct-directeur van Covra in Borssele, het opslagbedrijf voor radioactief afval. „We ruimen hier het afval op waarvan de maatschappij vindt dat het levensgevaarlijk is.”

Vanuit zijn werkkamer kijkt Verhoef uit op het oranjegeschilderde Haboggebouw, waarin het hoogradioactieve afval van de kerncentrales van Borssele, Delft en Petten ligt opgeslagen. „Voor ten minste honderd jaar.”

Het materiaal dat in bijna manshoge metalen vaten is opgeborgen, moet voortdurend worden gekoeld, legt de Covradirecteur uit. „Tijdens het radioactieve verval produceert het materiaal in elk vat aanvankelijk zo’n 100 watt aan warmte, evenveel als een forse gloeilamp. In de loop van honderd jaar vermindert die hitte-uitstraling sterk. Dat maken we duidelijk door het Haboggebouw om de twintig jaar een lichtere kleur te geven.”

Na honderd jaar is een deel van het afval nog steeds niet ongevaarlijk. Sommige elementen blijven duizenden jaren radioactieve straling uitzenden, beaamt Verhoef. „Uranium bijvoorbeeld is pas na 100.000 jaar –10 halfwaardetijden– onschadelijk geworden.” Het is dus zaak om het spul veilig op te bergen voor tienduizenden jaren.

Om die reden moet elk Europees land rond 2014 een plan hebben om kernafval langdurig op te slaan. „Elk land is verantwoordelijk voor zijn eigen afval”, legt Verhoef uit.

Ook Covra werkt aan een oplossing. Zo heeft vrijdag de aanbesteding plaats van het derde onderzoek naar een zogeheten ondergrondse eindberging.

Onder meer Zweden, Finland en Frankrijk ontwikkelen of bouwen al een ondergrondse eindberging in graniet en klei. De enige eindberging ter wereld die al in bedrijf is, is de WIPP in New Mexico in de VS, weet de Covradirecteur. „Al het Amerikaanse militaire afval wordt daar sinds 1999 opgeslagen op een diepte van 655 meter in een steenzoutlaag. Deze eindberging lijkt heel sterk op de berging die Nederland voor ogen staat.”

Maar als er in de toekomst een methode wordt gevonden die recycling van het radioactief afval mogelijk maakt? Verhoef lacht. „Wij zijn professionele überpessimisten. Het is onze taak om te zorgen voor veilige eindberging van hoogradioactief materiaal. We zorgen er wel voor dat we het materiaal er dan ook weer veilig uit kunnen halen, als we er iets mee kunnen doen.”

Rond het jaar 2100 moet Nederland hebben gekozen voor een zoutlaag of de zogeheten Boomse klei om het hoogradioactieve materiaal veilig in op te slaan. Welke gooit de hoogste ogen? Volgens Verhoef zijn beide lagen er uitstekend geschikt voor.

„Zowel klei als steenzout vervormt, beide aardlagen zullen de gemaakte gaten na verloop van tijd vanzelf opvullen. Het wordt dan een massieve rotsformatie. Klei heeft als prettige bijkomstigheid dat die –mocht er een vat kapot gaan– ontsnappende deeltjes aan zich bindt. Dat verhindert dat ze in de bodem een eigen leven gaan leiden. In steenzout kan grondwater niet stromen; in klei wel, met ongeveer 1 meter per 40.000 tot 100.000 jaar.”

Op de lange duur verbrokkelt glas, verkruimelt staal en valt beton uiteen. Toch levert een kapot vat volgens Verhoef geen gevaar op voor bijvoorbeeld het grondwater en het bovengrondse leven. „De tijd is onze beste vriend. Het radioactieve materiaal vervalt sneller dan dat het grondwater uit de klei kan stromen. Voordat het de biosfeer kan bereiken, is het al onschadelijk gemaakt door de tijd.”

Ike Teuling van Greenpeace stelt desgevraagd echter dat ze een ondergrondse eindberging een „gevaarlijke gok” vindt. „Natuurlijk is er onderzoek gedaan. Maar dat was in onverstoorde grond. De theoretische snelheid waarmee de deeltjes de biosfeer kunnen bereiken, klopt. Het bewijs uit de praktijk ontbreekt echter, en daarmee loop je een groot risico.”

Verhoef stelt daarentegen dat het helemaal geen waagstuk is. „Veiligheid heeft voor ons absoluut topprioriteit. We verstoren de kleilaag minimaal doordat we zeer langzaam graven en de klei ondersteunen met betonnen segmenten. We hebben immers tijd genoeg.”

Toch gaat het wel eens fout. Greenpeace legt in een rapport de vinger bij de problemen bij het Duitse Asse. Daar zijn 100.000 vaten in het ondergrondse kernafvaldepot Morsleben al na tientallen jaren gaan lekken in de steenzoutkoepel en dreigt het grondwater besmet te raken, zo maakten de Duitse autoriteiten in 2008 bekend. Verhoef knikt. „Ik vind het goed dat ze met ons meedenken, maar de situatie in Asse is niet te vergelijken met een eindberging. Het gaat daar om een verlaten zoutmijn. Die is te instabiel voor de opslag van kernafval. Een eindberging is daarentegen op maat ontworpen voor de opslag van radioactief materiaal. En die móét veilig zijn, punt uit.”

Hij zou graag zien dat Greenpeace bij de ontwikkeling van de eindberging optreedt als adviseur. „Helaas wil ze dat niet.” Waarom niet? Teuling draait er wat omheen, maar stelt ten slotte dat Greenpeace best wil praten met Covra over een oplossing voor het radioactieve afval. „Wat ons betreft is dat een bovengrondse. Wij vinden het bovendien dweilen met de kraan open zolang er één kerncentrale draait.”

Verhoef is het daar niet mee eens. „Dat de eindberging nodig is, staat vast, want er is radioactief materiaal dat opgeslagen moet worden. Het gemakkelijkste zou zijn als wij een magische manier hadden om het afval veilig weg te toveren. Dat kunnen we niet, dus willen we het zo secuur mogelijk opbergen voor de komende duizenden jaren.”


Nederlands afval per jaar

Afval totaal: 1,5 miljoen m3

Laag- en middelradioactief afval: 1000 m3

Hoogradioactief afval: 4 m3

Hoogradioactief warmteproducerend afval: 2,5 m3

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer