Kamp: nog geen gehoor EU voor migratiezorgen
DEN HAAG (ANP) – Minister Henk Kamp (Sociale Zaken) krijgt nog niet de handen op elkaar in de Europese Unie voor strengere regels voor Europeanen om een beroep te doen op de sociale zekerheid in een ander EU-land dan hun thuisland. Dat zei Kamp woensdag in een debat met de Tweede Kamer.
Zo baart het de VVD-bewindsman zorgen dat arbeidsmigranten uit de EU na een paar maanden werken in ons land voor tijdelijke steun kunnen aankloppen en dat ze na één jaar werk recht hebben op bijstand. Hij wil de grens hiervoor optrekken naar 5 jaar werk.
Volgens Kamp zijn arbeidsmigranten welkom als ze werken en zelf in hun bestaan kunnen voorzien. Maar de komst van onder meer Polen, Roemenen en Bulgaren zorgt in zijn ogen ook voor problemen, zoals illegale arbeid, uitbuiting, overbewoning en een groter beroep op sociale voorzieningen.
De minister benadrukt dat Nederland niet wil tornen aan het principe van vrij verkeer van werknemers binnen de EU, maar het is volgens hem zaak „ongewenst gebruik te voorkomen.” Hij stelt dat Nederland met zijn relatief hoge uitkeringen aantrekkelijk is voor bepaalde migranten.
Vooral bij Oost-Europese landen vindt Kamp weinig gehoor voor de Nederlandse zorgen, maar ook de meeste andere EU-lidstaten geven nog niet thuis. Volgens de minister kunnen sommige lidstaten wel denken dat „het niet hun probleem is”, maar hij wijst erop dat die landen de Nederlandse steun ook wel eens nodig hebben om hun problemen op te lossen.
Maandag komen EU-ministers van Sociale Zaken bijeen in Luxemburg. Tijdens een lunchbijeenkomst over arbeidsmigratie zal Kamp ook weer aandacht vragen voor de Nederlandse zorgen.