„Aow nauwelijks genoeg om van te leven”
Zorgbehoevende ouderen met alleen aow kunnen nauwelijks rondkomen. Zij hebben meestal net genoeg geld voor de meest noodzakelijke uitgaven, maar iets extra’s als een krant of het lidmaatschap van een vereniging kunnen zij vaak niet betalen. Ook een cadeautje voor de kleinkinderen kunnen zij zich nauwelijks veroorloven.
Dat blijkt uit onderzoek dat het Nibud heeft gedaan in opdracht van de ouderenbond Unie KBO. Daarbij is uitgegaan van ouderen die zorg nodig hebben en optimaal gebruik maken van allerlei subsidieregelingen en belastingaftrek. Maar in de praktijk gebeurt dat laatste lang niet altijd.
Gaan de eigen bijdragen voor zorg of de premie voor het Ziekenfonds omhoog, dan zullen deze ouderen soms zelfs geen geld meer hebben voor al die uitgaven die naar Nederlandse maatstaven als noodzakelijk worden beschouwd. Dat zijn de kosten voor onder meer wonen, eten, kleding, gezondheid, verzekeringen en informatie (radio, tv, telefoon). Nu al is dit basispakket voor iemand met een partner in een verzorgings– of verpleeghuis niet te betalen.
Financieel gezien zijn ouderen die zorg nodig hebben en alleen over aow beschikken beter af wanneer zij kiezen voor een verzorgingshuis in plaats van zelfstandig te blijven wonen. Dit staat haaks op het beleid van de overheid ouderen juist de mogelijkheid te bieden zo lang mogelijk in hun eigen huis te blijven wonen. Voor echtparen van wie één partner in een verzorginsghuis verblijft, is het financieel beter zich te laten beschouwen als duurzaam gescheiden en ervoor te kiezen elk de aow voor ongehuwden te ontvangen. Dat is 70 procent van de aow voor gehuwden.
Nederland telt ongeveer 90.000 huishoudens waar, op de huursubsidie na, de aow het enige inkomen is. Nog eens 118.000 huishoudens hebben een aanvullend inkomen van minder dan 100 euro per maand. Bovendien zitten nog 115.000 aow’ers in een verzorgingshuis.
De Unie KBO heeft het rapport eerder deze week overhandigd aan minister De Geus van Sociale Zaken. Die zal het in het najaar bespreken met de ouderenbonden.