Ontreddering bij verlaters Filadelfiagemeente in Culemborg
Wie vanaf de A2 naar Culemborg rijdt, komt halverwege langs een fraai wit kerkje. Het bevindt zich ver van de bebouwde kom. Het is een wat ongebruikelijke plek voor een kerkgebouw. Verder ligt het er goed verzorgd bij. Ook het omliggende terrein maakt een propere indruk. Niets verraadt dat er zich in deze omgeving al heel wat heeft afgespeeld.
Laat ik bij de jongste ontwikkelingen beginnen. De laatste vijf jaar heeft er een complete uittocht plaatsgehad uit deze gemeente, die zich Filadelfia noemt. Waren er ooit meer dan honderd kerkgangers, nu zijn er hooguit nog enkele tientallen. Het zijn overwegend ouderen. Zo’n massaal vertrek is natuurlijk bijzonder. Dat doen mensen niet zomaar. De oorzaak was divers. Velen waren het er niet langer mee eens dat er op zondag uitsluitend werd gelezen uit de geschriften van Cobus den Hartog, de man die van de oprichting in 1933 tot aan zijn dood in 1963 een dominante rol speelde binnen Filadelfia. Anderen vertrokken omdat hun meer ter ore was gekomen over het seksuele leven van de vroegere voorganger.
De meesten die gingen, zijn lid geworden bij omliggende gereformeerde gemeenten. Anderen hebben zich aangesloten bij de christelijke gereformeerde kerk ter plaatse. Ze moesten daar eerst nog worden gedoopt. Dat was nooit gebeurd, al was het alleen al vanwege het feit dat Filadelfia al meer dan zestig jaar geen predikant meer heeft.
Over Cobus den Hartog lopen de meningen sterk uiteen. Er zijn er die Filadelfia hebben verlaten maar toch nog steeds achting voor hem hebben. Zij zeggen dat hij goede vrienden had in bevindelijke kringen. Anderen hebben sterke aanwijzingen dat hij een psychiatrisch ziektebeeld vertoonde. De weinige overgebleven volgelingen, onder wie nogal wat familie van hem, dragen hem werkelijk op handen. Bij velen, zo niet allen staat een foto van hem op de schoorsteen.
Wat in ieder geval van hem gezegd kan worden, is dat hij omstreden opvattingen had. Ook op zijn zelfbeeld valt het een en ander af te dingen. Zo zijn er de laatste jaren in kleine kring brieven opgedoken waarin hij zich verdedigt nadat was uitgekomen dat hij een buitenechtelijk kind had verwekt. De betreffende vrouw, zo schrijft Den Hartog, „heeft de schande aanvaard en is de hoer om mijnentwil. Maar nochtans ook de maagd Gods en de bruid van de hemelse Bruidegom, omdat de Almachtige mijn gerechtigheid is in eeuwigheid.” En: „Buiten deze bediening Gods, ben ik een zondaar, ja, de grootste der zondaren. Maar in de bediening Gods, ben ik als God Zelf.”
Zulke bijna blasfemische passages maken duidelijk dat er iets grondig mis was met deze man. Toch weet de buitenwacht tot op de dag van vandaag weinig over Filadelfia en zijn voorganger. In reformatorische kring zijn de volgelingen wel geroemd vanwege hun strikte levenswandel. Gedekte kleding is zeker op zondag de norm, de legging voor dames is taboe, tv-bezit wordt afgewezen en de rustdag elders doorbrengen mag niet. Ook bezoeken de kinderen reformatorische scholen, wat op zich overigens opmerkelijk is omdat het bestuur van Filadelfia (een kerkenraad ontbreekt) de bekende Drie Formulieren van Enigheid niet onderschrijft.
Het weinige wat in de loop der jaren naar buiten kwam, wees erop dat er binnen de gemeente een vrij strak regime heerste. Zeker toen er nog veel jeugd naar de kerk ging, was er nogal eens sprake van directe bemoeienis vanuit de leiding met de keuze van de huwelijkspartner. „De gebruikelijke wijze waarop men elders aan elkaar pleegt te komen” acht het kerkbestuur in een document uit 1994 „strijdig met het leven naar Gods wil.” Als voorbeeld wordt Izak genoemd. Zijn vader Abraham stuurt zijn knecht Eliëzer eropuit om een vrouw te zoeken.
Zelfs bestaande verkeringen moesten onder druk van leidinggevenden worden verbroken, ook al ging het om een koppel uit de eigen kerk. Gevolg van het huwen binnen de groep was dat velen familie van elkaar werden, zelfs in de vorm van neef-en-nichtrelaties.
Dat het toch nog zo lang heeft geduurd voordat Filadelfia uiteenviel, ligt vooral aan de hechte structuur van de gemeente. Wie de banden verbreekt, komt in een volledig isolement terecht. Ouders en andere familieleden hebben met Filadelfiaverlaters doorgaans geen omgang meer. Tientallen afhakers die toch de stap durfden zetten, hebben daardoor al jaren geen bezoek meer kunnen brengen aan het ouderlijk huis, zijn niet meer welkom op verjaardagen en zelfs telefonische toenadering wordt vaak niet op prijs gesteld.
Menigeen raakte ontredderd. Velen hebben een middelbare of hogere opleiding gevolgd en nemen zichzelf kwalijk niet eerder te hebben doorzien dat Filadelfia altijd al on-Bijbelse kenmerken vertoonde. De centrale positie van Den Hartog vinden ze achteraf onbegrijpelijk.
Het is te hopen dat het huidige bestuur van Filadelfia en de overgebleven kerkgangers zich bezinnen op de situatie. Laat ze vooral verdere schade voorkomen.
Verder kunnen we als reformatorische gezindte nog wel het een en ander van de gang van zaken leren. Daarover een volgende keer.