Weerspannig
Psalm 35:13
„Mij aangaande daarentegen, als zij krank waren, was een zak mijn kleed.” Een woord tot u die voortdurend in uw moedwil tegenover God het probeert uit te houden. Is het zo dat u uw onwil laat regeren? Dan vermaan ik u om ijveriger te zijn en u te vernederen voor de Heere. Uw vermetelheid is onverdraaglijk als u met distels en doornen tegen God ten strijde durft trekken. Weg ermee! Word wijs! U verhardt uw hart en u ontneemt uzelf steeds meer de bekwaamheid om u daarvan te bekeren. U versmaadt de Naam des Heeren door die weerspannigheid van uw tegensprekende wil. U kunt nooit behouden worden als uw wil zich nooit buigt.
Voordat Christus Zich met de ziel wil inlaten, zal Hij eerst vragen: wilt u zelf wel? Net als dat Hij die blinde vroeg: „Wat wilt gij dat Ik u doen zal?” „Heere”, zei hij, „dat ik ziende mag worden.” Zo luidt ook de eerste vraag die Hij aan u voorlegt: wat wilt gij? Heere, dat ik ootmoedig mag worden, dat ik bekeerd en gereinigd mag worden.
Dus als u moedwillig blijft weerstaan, hoewel Hij u nooit onder handen neemt, dan zal Hij rechtvaardig zijn als Hij zich terugtrekt en u in uw eigen schande laat. Is het niet genoeg dat u in Adam vrijwillig gevallen bent? Moet u opnieuw vrijwillig uw weerspannigheid tonen?
Arthur Hildersham, predikant te Leicester
”Leer van vasten en bidden over de zonden” (1659)