Aantal PKN-gemeenten met JOP-jeugdwerkers neemt toe
UTRECHT – Het plaatsen waar jeugdwerkers van JOP, de jeugdorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland, actief zijn, is dit najaar toegenomen tot 45. Dat is het hoogste aantal ooit, meldt het PKN-dienstencentrum dinsdag.
In veel kerken gaat rond dit moment het winterwerk van start. De jeugdwerkers assisteren daarbij.
De oprichting van de jongerenorganisatie JOP in 2006 was het gevolg van de PKN-synode om te investeren in jongeren. Sindsdien is het aantal gemeenten waar een JOP-medewerker actief is, jaarlijks met tien tot vijftien toegenomen. De kerk verwacht dat deze groei doorzet.
Belangrijkste succesfactor voor het werk is de maatwerkaanpak en de persoonlijke begeleiding, aldus Joost Schelling, teamleider bij JOP. „Het gaat vaak om gemeenten die voor het eerst werken met een jeugdwerker. Een jeugdwerker in dienst nemen is stap één. Het hele traject tot een succes maken is stap twee. Daar komt veel bij kijken.”
Volgens Schelling verwachten kerken vaak dat de jeugdwerker de trend dat jongeren de kerk verlaten, weet te keren. „JOP maakt daarom samen met de gemeente realistische doelstellingen en plannen.”
Het benoemen van een jeugdwerker mag zeker geen apart doel op zich zijn, benadrukt Schelling. Vrijwilligers en ouders zijn even belangrijk in het jeugdwerk. Toch is hij blij dat steeds meer gemeenten bij JOP aankloppen.
