Kerk & religie

Onwil

Psalm 35:13

20 September 2011 09:13Gewijzigd op 14 November 2020 16:42

„Mij aangaande daarentegen, als zij krank waren, was een zak mijn kleed.”
Dit stuk dringt aan op grote vernedering, want de hoogmoed des harten ligt niet zozeer in de onmacht van de mens als wel in zijn onwil. Wanneer een ziel alles doet wat mogelijk is, en daarbij zo veel en zo vaak mogelijk de heilsmiddelen in acht neemt, getuigt dit niet van een trots hart Maar dat is zeker wel het geval wanneer men in de onwil blijft steken en in de hoogmoed verhardt. Let wel, uw hoogmoed. De Heere zegt: Indien u niet wilt, zo zal mijn ziel wenen vanwege uw hoogmoed. Hij zegt dus niet: Indien u niet kunt. Het gaat niet om onze onmacht, maar om onze onwil.

Denk nu niet dat hierdoor de wil van de mens verheven wordt. O nee, dit moet leiden tot vernedering van de wil. En daarom moet de mens zelf vernederd worden. Als een kind van zijn ouders iets opgedragen krijgt maar niet geheel in staat is daaraan te voldoen, is er geen sprake van niet willen maar van niet kunnen, en daarom is het geen tegenstrevende ongehoorzaamheid.

Arthur Hildersham, predikant te Leicester ”Leer van vasten en bidden over de zonden” (1659)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer