Haagse predikant: Kerksluiting nodig om te groeien
Een pijnlijke, maar noodzakelijke ingreep. Zo noemt ds. IJ. Akkerman het besluit van de protestantse gemeente in Den Haag om binnen twee jaar zeven kerken te sluiten. „We moeten snoeien om te groeien.”
Het principebesluit van de protestantse gemeente in de hofstad is ingrijpend. De komende twee jaar moeten ten minste zeven van de veertien kerken die eigendom van de gemeente en nog in gebruik zijn, de deuren sluiten. Van veertien wijkgemeenten moet de gemeente terug naar vier. Het aantal predikanten wordt –via natuurlijk verloop– teruggebracht van vijftien naar acht.
Welke zeven bedehuizen er dichtgaan is nog niet definitief bekend. Daarover moeten de nieuw te vormen wijkgemeenten medio 2012 een beslissing nemen. Het Haagse blad Kerk in Den Haag berichtte vorige week echter dat het moderamen (bestuur) van de algemene kerkenraad er vooralsnog van uitgaat dat in elk geval de (vorig jaar nog verbouwde) Valkenboskerk, de Laakkapel en de Ontmoetingskerk op korte termijn gesloten zullen worden. Waar het gaat om de andere mogelijk te sluiten kerken, noemt Kerk in Den Haag de Bosbeskapel, de Bethelkerk, de Thomaskerk, de Shalomkerk, de Bergkerk, de Maranathakerk en de Kruispuntkerk.
Ds. IJ. Akkerman, voorzitter van de algemene kerkenraad van de protestantse gemeente in Den Haag, noemt het besluit onvermijdelijk. „Als we nu niets doen, zullen de wijkgemeenten de komende decennia een voor een ter ziele gaan. Dat zou uiteindelijk het failliet van de protestantse gemeente als geheel betekenen.”
De neergang van de Haagse protestantse gemeente is al vele jaren gaande. Van de 600.000 inwoners van Den Haag waren er vijftig jaar geleden nog zo’n 150.000 lid van de protestantse gemeente (toen nog een hervormde, gereformeerde of lutherse gemeente). Nu telt de gemeente nog zo’n 15.000 leden, van wie slechts een derde financieel bijdraagt. Een onderliggend probleem is de leeftijdsopbouw. De protestantse gemeente vergrijst in hoog tempo. Slechts een enkele wijk kent een nieuwe aanwas van zestigminners.
De sterke afname van de ledentallen is enerzijds te wijten aan het feit dat veel leden uit de stad zijn vertrokken naar de omliggende plaatsen, zoals Zoetermeer, Rijswijk, Leidschendam, Voorburg en de Vinex-wijk Ypenburg. Anderzijds is ook de secularisatie debet aan de leegloop. Ds. Akkerman: „Jongeren zoeken tegenwoordig andere wegen. Zij hebben geen behoefte aan georganiseerde verbanden, maar gebruiken sociale media om hun geloof te beleven.”
Is het schuld van de kerk dat ze geen nieuwe leden aan zich weet te binden? „Schuld vind ik een groot woord. Ik noem het een tekort. We hebben te lang gedacht dat het allemaal wel goed kwam. We waren zelfgenoegzaam ten opzichte van onze eigen organisatie. We hadden meer naar buiten gericht moeten zijn.”
Tegelijk met de bezuinigingen wil de protestantse gemeente investeren in nieuwe activiteiten. Er is geld beschikbaar om voor vijf jaar vier kerkelijk werkers aan te stellen. Kerkelijk werkers met een hbo-opleiding zijn goedkoper dan academisch geschoolde predikanten. Verder worden vernieuwende initiatieven ondersteund van vitale gemeenten die beschikken over voldoende menskracht, bezoekers en aansprekende activiteiten.
De gemeente hoopt door de plannen te investeren in „de kerk van morgen in plaats van geld te blijven steken in de kerk van gisteren. We moeten snoeien om te groeien”, aldus ds. Akkerman.
Hoe die kerk van morgen er dan uitziet? „Dat zijn we nog grotendeels aan het ontdekken. Het vraagt in ieder geval om een andere wijze van kerk-zijn. De kerk moet nadrukkelijker present zijn in de samenleving op het diaconale vlak en in het pastoraat en moet nieuwe manieren van gemeenschapsbeoefening ontwikkelen. De tijd van alleen een kerkdienst op zondag in een monumentaal bolwerk is voorbij. Dat is vergane glorie. We moeten er ook doordeweeks zijn voor de mensen.”
De huidige wijkgemeenten startten diverse missionaire en diaconale projecten, houden lezingen voor een breed publiek en werken samen met andere kerken in Den Haag. Zal dat het tij keren? Ds. Akkerman: „De daling van het ledental zal doorgaan, vanwege de vergrijzing van ons ledenbestand. Nieuwe leden zullen er niet snel komen. Mensen sluiten zich tegenwoordig niet meer zo snel aan bij een georganiseerd verband. Het kan dus zijn dat we over tien jaar meer kerken moeten sluiten.”
Is dat geen somber scenario voor een predikant? „De tijd van het verenigingsmodel is voorbij. We moeten andere manieren zoeken om het Evangelie te verspreiden in de stad. Hopelijk is dit een ballingschapsperiode waar we doorheen moeten en komen we er beter uit.”
„Kerksluiting dringt Haagse kerken tot zelfonderzoek”
De komende sluiting van zeven kerken dringt de Haagse gemeenten tot zelfonderzoek, stelt mr. D. J. H. van Dijk, tot eind 2004 ouderling in de hervormde Bethlehemkerkgemeente (Gereformeerde Bond) in Den Haag.
„In Openbaring 2 wordt tegen de christelijke gemeente van Efeze gezegd: „Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten.” Onmiddellijk daarop volgt de waarschuwing dat God de kandelaar kan wegnemen en de gemeente kan oplossen. Als het vuur gedoofd is, komen de wolven.
Voordat de Haagse kerken beginnen aan nieuwe acties moet de hand in eigen boezem. Verbergt God Zich vanwege onze ongerechtigheden? Hebben wij Gods Woord gesmoord? Gekozen voor goedkope genade en rechtvaardiging van de zonde? Gesproken over geloof zonder bekering en over de hemel zonder hel? Verootmoediging is nodig. Misschien dat God Zich dan opnieuw tot ons wendt.
De ontwikkelingen in Den Haag geven ook alle aanleiding om de verkiezing terug te brengen in de prediking. Juist nu de kerk marginaliseert. God verkiest mensen naar Zijn welbehagen. Dat is een ontzaglijk woord. Maar tegelijkertijd een moedgevend woord. God zoekt dóór naar het verlorene. Voor God bestaat er geen hopeloze stad! Spreken over verkiezing leidt niet tot fatalisme, maar is juist de grond voor missionair werk.
Bijzonder in Den Haag is het samenwerkingsverband van reformatorische kerken. Sinds enkele jaren komen leden uit alle reformatorische kerken bij elkaar om te spreken over hun positie. Onlangs mocht ik voor hen een lezing houden. Hun samenkomst ervoer ik als een wolkje als eens mans hand. Je proefde het onderlinge verlangen om elkaar te steunen en om gezamenlijk het hart op te halen aan de Heere God. Maar ook het besef dat achter de kerkelijke verdeeldheid zonde en hoogmoed schuilen.
Het zou waardevol zijn als dit samenwerkingsverband ook een warme relatie aanging met migrantenkerken. Veel migrantenkerken zijn sterk gericht op zending in hun eigen stad. Opvallend is ook hoe sterk zij oog hebben voor de geestelijke oorlogsvoering die gaande is tussen de Heere God en satan.
Wie weet wat de gedoopte Moorman ons kan leren!”