Schrijver A. den Doolaard had eerbied voor het leven
De literator A. den Doolaard, thans vrijwel in vergetelheid geraakt, werd in zijn tijd veelal gezien als een vreemde eend in de bijt. Critici prezen de vlotte zwier van de rasverteller, maar misten vaak diepte en psychologische overtuigingskracht.
Hans Olink, journalist en redacteur bij het VPRO-radioprogramma OVT, bracht zijn actieve en veelzijdige leven in kaart in een vlotgeschreven biografie.
A. den Doolaard kwam in 1901 als Cornelis Spoelstra ter wereld en groeide op in een predikantengezin. Tijdens zijn hbs-opleiding in De Haag werd de grondslag gelegd voor zijn literaire belangstelling.
Drie aspecten zouden zijn leven vooral bepalen: zwerflust, gevoel voor rechtvaardigheid en liefde voor literatuur.
Zijn zwerflust verklaart zijn schrijverspseudoniem: hij beschouwde zichzelf als een ”doolaard”, een rusteloze –en onafhankelijke– zwerver die zich niet kan binden aan een bepaalde plaats. Als journalist verbleef hij in vele Europese landen. Met name de Balkan –Albanië, Joegoslavië– met zijn onherbergzame gebieden en bergketens en niet geciviliseerde bevolking was zijn favoriete gebied. Daar kon hij zijn hobby’s uitleven: skiën en bergbeklimmen. Daar kon hij zich ook ontwikkelen tot een onverschrokken en kritische reisreporter voor dagbladen als Algemeen Handelsblad, NRC en Het Volk. Verschillende romans van hem, zoals ”De herberg met het hoefijzer”, zijn daar gesitueerd.
Den Doolaard had een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Het onrecht op deze aarde kon hij niet aanvaarden. Politieke systemen als fascisme, nationaalsocialisme en communisme betekenden voor hem een aantasting van de individuele vrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Ook de kerk en de geïnstitutionaliseerde godsdienst met zijn dogma’s riepen bij hem weerstand op. Hij keerde zich daarvan af, mede omdat hij de ellende en het onvolmaakte op aarde niet kon rijmen met een barmhartige God. Reeds als zestienjarige groeide bij hem de twijfel en hij ontwikkelde zich tot een vrijdenker.
Aan het begin van zijn literaire schrijverschap staat de poëzie. Van het estheticisme, de schoonheidsverheerlijking van de Tachtigers en hun nabloei, moest hij niets hebben. Sterk voelde hij zich aangetrokken tot het vitalisme: „groots en meeslepend leven”, zoals Marsman schreef. Vandaar de titel van Olinks biografie: ”Dronken van het leven”.
Na een aantal jaren stapte Den Doolaard over op proza. Zijn productiviteit was groot. Tot zijn vroegste romans behoren ”De druivenplukkers” (1931) en ”De herberg met het hoefijzer” (1933). Deze vestigden zijn naam als verteller. Tientallen jaren zouden ze op boekenlijsten een plaats krijgen. Vele romans zouden nog volgen, maar ook vele reisbeschrijvingen over onder meer Joegoslavië, Griekenland en Italië.
In de oorlogsjaren is Den Doolaard in Londen bij Radio Oranje. Gerbrandy, minister-president in ballingschap, benoemde hem tot chef. Daar werkte hij samen met Loe de Jong, die later de Tweede Wereldoorlog in zijn standaardwerk uitgebreid zou beschrijven. Oorlog op zich vond Den Doolaard stompzinnig, het bombarderen van burgers bracht hem in gewetensnood, maar voor bezet Nederland had zijns inziens Radio Oranje een belangrijke taak. Over de drooglegging van het geïnundeerde eiland Walcheren, nasleep van de oorlog, gaat zijn roman ”Het verjaagde water” (1947), die een bestseller zou worden.
Na de oorlog werd ook op de Balkan de oprukkende civilisatie merkbaar. En al was Den Doolaard socialist in zijn opvattingen, het communisme als systeem –ook dat van Tito– wees hij af. Daarom besloot hij in 1954 met zijn gezin terug te keren naar Nederland.
De keus viel op de Veluwe, die nog het meest leek op de ongerepte natuur van de Balkan. In Hoenderloo, aan de rand van de beschaafde wereld, konden ze een huis huren met een rieten dak, gelegen op een heuvel tegen de bosrand. In een houten werkhuisje trok hij zich terug voor zijn schrijfactiviteiten. Hij werd ook een verbeten actievoerder tegen de massavernietigingswapens, wat hem de bijnaam ”leeuw van Hoenderloo” opleverde. Daar overleed hij in 1994.
De biografie van Olink is vlot leesbaar en de omvang blijft binnen de proporties. De levensloop van Spoelstra/Den Doolaard komt goed uit de verf. Soms zou je meer diepte wensen, zeker als het gaat over het literaire oeuvre van de auteur en de analyse van zijn romans. Hoe stond hij bijvoorbeeld tegenover de literaire discussie over ”vorm of vent”?
In een brief aan Theun de Vries noemt hij de mens in algemene zin een ”godzoeker”, maar zichzelf een ”vrijdenker”. Ook dat levensbeschouwelijke aspect had Olink meer moeten uitwerken.
Boekgegevens
”Dronken van het leven. A. den Doolaard: zwerver, schrijver, journalist”, door Hans Olink;
uitg. Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 2011; ISBN 978 90 450 1369 5; 430 blz.; € 39,95.