Europa zwaar verdeeld over Palestina
BRUSSEL – De Europese Unie slaagt er niet in een gezamenlijk standpunt in te nemen over de toelating van de Palestijnen als waarnemende staat tot de Verenigde Naties. De meerderheid is wel ten gunste van de Palestijnen.
Sommige grote EU-landen, zoals Groot-Brittannië en Frankrijk, volgen vanouds in hun beleid al een meer pro-Palestijnse koers. Het verbaast niet dat deze landen veel sympathieker staan tegenover de Palestijnse ambities.
Enkele landen (waaronder in elk geval Nederland, Duitsland, Italië, Tsjechië en Slowakije) volgen Israël in het afwijzen van deze stap. Denemarken zal na de linkse verkiezingsoverwinning van gisteren de koers waarschijnlijk wijzigen in de richting van erkenning. „Als Israël zou kunnen leven met een Palestijnse staat, zouden wij het ook kunnen”, zegt een Nederlandse bron die betrokken is bij het overleg van de EU-ministers Buitenlandse Zaken over dit vraagstuk. „Maar Israël wijst dit af. We gaan alleen mee met zaken waarover beide partijen het eens zijn. Geen eenzijdige stappen.”
Wel heerst bij alle EU-lidstaten frustratie over de „onbeweeglijkheid” van Israël. „Als dat land een bouwstop zou afkondigen voor de nederzettingen, zouden ook Frankrijk en Engeland het makkelijker hebben zich tegen de Palestijnen te verzetten”, aldus de diplomatieke bron.
Een andere frustratie in Europa is het uitblijven van stappen en initiatieven van Amerikaanse zijde.
Onder beleidsdeskundigen bestaat vrij grote steun voor het Palestijnse initiatief. Muriel Asseburg van de Duitse Stiftung Wissenschaft und Politik pleit in een analyse openlijk voor een Europese stem voor Palestina. „Elk ander standpunt is een harde slag voor de Europese geloofwaardigheid in de Arabische wereld”, aldus Asseburg.
Ook in een memo van de European Council on Foreign Relations wordt gepleit voor Europese medewerking aan het Palestijnse plan. Volgens de auteurs, Daniel Levy en Nick Witney, is dit consistent met het streven naar een tweestatenoplossing. Bovendien heeft Europa al veel geïnvesteerd in de Palestijnse staatsvorming. Ook is het in overeenstemming met de Europese waarden van zelfbeschikking en vrijheid, zoals te zien in de Arabische lente. Ten slotte is een Palestijnse staat in het Europese belang.
Het belangrijkste argument tegen de Palestijnse VN-toelating is volgens Witney en Levy de kans dat de Palestijnen Israël voor oorlogsmisdaden zullen aanklagen bij het Internationaal Strafhof (ICC). Een „reële zorg voor Israël”, zeggen ze. Ze dringen er daarom op aan dat EU-buitenlandchef Catherine Ashton de Palestijnen vraagt te beloven „zich niet naar het ICC te haasten.”
De vertegenwoordigers van de kleine christelijke partijen in het Europees Parlement staan vierkant achter Israël, zo blijkt uit de woorden van Peter van Dalen (ChristenUnie) en Bas Belder (SGP). „In het Europees Parlement is altijd veel jubel voor de Palestijnen”, zegt Van Dalen. Belder: „De debatten vullen zich vaak met puur anti-Israëlische tirades. Israël doet alles fout. Maar de Palestijnen mogen straffeloos drie verkiezingen op de lange baan schuiven.”
De macht van het Europees Parlement is echter zeer beperkt. De lidstaten bepalen in de eigen hoofdstad hun standpunt. Van Dalen: „Het Europarlement kan dat hoogstens met resoluties onder druk zetten.”
Volgens Belder is EU-steun voor een Palestijnse staat een schending van ‘Oslo II’ uit de jaren negentig. „Daarin staat dat de partijen geen eenzijdige stappen zetten. De EU was waarnemer bij die onderhandelingen. Onlangs heeft het Kwartet voor het Midden-Oosten –waarin ook de EU partij is– nog uitgesproken dat het tegen eenzijdige stappen is. Momenteel probeert Ashton de Palestijnen wel af te remmen. Maar ze zou zich er keihard tegen moeten keren.”
Een bouwstop door Israël zal volgens Belder weinig helpen. „Israël heeft al eerder een moratorium waargenomen, maar toen hebben de Palestijnen ook geen stap naar de onderhandelingstafel gezet.”
Van Dalen vindt wel dat Israël „een list” moet verzinnen in de internationale beeldvorming. „Israël staat er nu slecht voor. Zonder toezeggingen te doen zal het moeten proberen een gebaar te maken.”