Politiek

Analyse: Vrijheid van onderwijs onder druk

DEN HAAG – De vrijheid van onderwijs staat onder druk. De Tweede Kamer wil morrelen aan het toelatingsbeleid en het benoemingsbeleid. Ook klinkt er kritiek op de richting van veel scholen.

14 September 2011 11:46Gewijzigd op 14 November 2020 16:37
Foto RD
Foto RD

Met spanning kijkt politiek Den Haag dan ook uit naar een advies van de Onderwijsraad over de toekomst van artikel 23 van de Grondwet, waarin de onderwijsvrijheid is vastgelegd. De Kamer heeft om dat advies gevraagd. De Onderwijsraad pakt de kwestie grondig aan en voert ter voorbereiding vele gesprekken met belanghebbenden. Woensdag organiseerde de raad een symposium in Rotterdam met vertegenwoordigers uit politiek, overheid, onderwijs en media. Eind dit jaar publiceert de raad het advies.

De meningen over de toekomst van het grondwetsartikel lopen nogal uiteen. Voor velen die niets hebben met religie mag het artikel uit 1917 direct uit de Grondwet verdwijnen. Anderen willen alles bij het oude laten.

De vrijheid van onderwijs heeft drie pijlers: de vrijheid van stichting, van richting en van inrichting, waaronder het benoemingsbeleid en toelatings­beleid. De seculiere meerderheid in de Kamer wil op evenzovele punten morrelen aan deze vrijheid. Mede omdat het CDA nu in de regering zit en de SGP een stille gedoogpartner is, houden VVD en PVV zich koest, maar als de invloed van de christelijke partijen verder afneemt, komt artikel 23 in de verdrukking.

De niet-christelijke fracties willen graag dat ouders meer invloed krijgen op de richting van een school. Nu bepaalt het bestuur die, maar omdat levensovertuiging voor velen niet meer de doorslaggevende reden is voor hun schoolkeuze maar veel meer kwaliteit en afstand, zouden ouders meer invloed moeten hebben op de richting. Zelf grondslagwijziging zou mogelijk moeten zijn. Wettelijk kan dat niet. De Onderwijsraad zal hierop in moeten gaan. Het tweede element waar de pijlen zich op richten is het benoemingsbeleid. In het bijzonder gaat het dan om inperking van de vrijheid voor orthodoxe scholen om leerkrachten te weigeren wier levenswandel niet overeenkomt met hetgeen de school voorstaat. Te denken valt aan samenwonende homoseksuelen.

Tot slot ligt het toelatingsbeleid onder vuur, op twee punten. Het eerste betreft de vrijheid die bijzondere scholen nu hebben om leerlingen (en hun ouders) te weigeren die de grondslag van de school niet onderschrijven. Een Kamermeerderheid vindt dat scholen alleen respect mogen vragen. Het tweede punt betreft de verplichte spreiding van leerlingen over scholen om de integratie te bevorderen. Minister Van Bijsterveldt (Onderwijs) heeft die discussie voorlopig beslecht door te zeggen dat de overheid geen apart beleid gaat voeren om witte en zwarte scholen tegen te gaan, maar alleen achterstandenbeleid te voeren. Geregeld laait de discussie weer op, omdat in de praktijk veel zwarte scholen ook zwakke scholen zijn. Spreiding zou dan de oplossing zijn. Oud-GPV-
Kamerlid Schutte stelde geregeld dat de onderwijsvrijheid steeds weer bevochten moet worden. Anno 2011 is dat meer dan ooit het geval.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer