Kerk & religie

„Gemeenteleven kan niet zonder communicatie”

Eilandjes in de kerk met elkaar verbinden. Dat ziet ds. D. Meijvogel als een van de belangrijke taken van een predikant. Dat groepen in de kerk soms tegenover elkaar staan, vindt hij uit den boze. „We staan allemaal voor dezelfde zaak.”

Kerkredactie
8 January 2002 10:36Gewijzigd op 13 November 2020 23:21

Het bevorderen van het wijgevoel is ook in de kerk van groot belang, stelde ds. Meijvogel maandag in Utrecht. Daar belegde de Confessionele Vereniging (CV) een studiedag voor theologiestudenten en jonge predikanten over ”Gemeentevisie en predikantschap”.

De hervormde predikant uit Loenen aan de Vecht stelde dat dominees niet alles zelf moeten doen. „Sommige dingen kunnen anderen beter.” Predikanten zouden gericht moeten zijn op het scheppen van structuren om roeping en visie te verwezenlijken.

Hij onderstreepte het grote belang van het feit dat men in de kerk van elkaar weet wat men doet. Als mensen overtuigd zijn van de zin, dan is er ook inzet en begrip, stelde hij. Ook kerkenraadsstukken moeten wat hem betreft openbaar zijn. „Informeer de gemeente. De kerkenraad is geen mystiek geheimzinnig teruggetrokken gezelschap dat de touwtjes in handen houdt. De kerkenraad is immers deel van de gemeente.”

Communicatie is volgens ds. Meijvogel in alle geledingen van het gemeenteleven van belang. Ook in de preek. Dat krijgt wel eens te weinig aandacht in de studie, denkt hij. Persoonlijk kiest de predikant ervoor zijn preek half op te schrijven. „Dat dwingt tot formuleren op de preekstoel. En de ander denkt mee.”

(

In haar lezing over de vraag waarom je lid zou worden van de CV, besteedde hoofdbestuurslid mevrouw dr. mr. H. Oostenbrink-Evers aandacht aan het individualisme. Politieke partijen hebben nauwelijks leden, verenigingen van teamsporten hebben het moeilijk. En sport- en fitnesscentra voor individuen schieten als paddestoelen uit de grond.

Ergens lid van worden is uit, aldus Oostenbrink. „Wat heb ík eraan? is een eerste vraag. En als jij er niets aan hebt, als er niets te halen valt, dan hoef je ook geen lid te worden.” Deze gedachtegang gaat de kerk niet voorbij, stelde ze vast. Haar ervaring is dat als je al mensen treft die geïnteresseerd zijn in het christelijk geloof, al spoedig de vraag op tafel komt wat de kerk en wat de gemeente daarmee nu te maken hebben.

Ze vroeg de ongeveer dertig aanwezigen of zij ook niet makkelijk denken: „Ik heb zulke unieke gedachten, mij kun je niet in een hokje passen. Ik kan me niet aansluiten bij een vereniging.”

Tegen het toenemende individualisme is verzet op zijn plaats, aldus Oostenbrink. „Het individualisme staat in de kern haaks op het Evangelie. God heeft immers de mens niet alleen geschapen, maar de mens een gemeenschapsband gegeven.”

Ze ging verder in op de verbondenheid met de zes belijdenisgeschriften. Vooral de geloofsbelijdenis van Athanasius is in postmoderne ogen streng. Athanasius zegt namelijk dat iemand het katholiek geloof nodig heeft om behouden te worden en dat iemand zeker verloren gaat die dit niet geheel en ongeschonden bewaart.

„Het relativerende postmodernisme fluitsert ons in dat in elk geloof wel iets goeds zit. Dat er geen absolute waarheden bestaan.” Een confessioneel is echter iemand die tegen deze stroom ingaat, aldus Oostenbrink. „Dat betekent voor zijn persoonlijk leven dat hij of zij telkens zijn geloof moet ijken. Telkens weer zul je de vraag moeten beantwoorden: Waarom geloof ik dat Jezus de Zoon van God is, waarom geloof ik dat er alleen behoud ligt in Zijn Naam? De vrijblijvendheid moet je te boven komen. Je wordt teruggeworpen op de Schrift. Ik geloof het omdat Hij, Jezus Christus, het zelf heeft gezegd.”

Ze moedigde de aanwezigen aan trouw te blijven aan deze verkondiging en de kerk telkens weer wijzen op haar bron en norm, op haar wezen en doel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer