Geiten willen eten – en veel. Dat kost wat
BARNEVELD – In het hok met de jonge geiten gaat een luid gemekker op. Boer Gert Overeem stapt binnen. Tientallen witte koppen kijken zijn kant op. Ze worden niet meer –zoals toen ze nog lammetjes waren– onbeperkt gevoerd. Tot hun verontwaardiging, zo te horen.
Overeem (42) en zijn vrouw Bertine (40) runnen een geitenhouderij. Hun bedrijf is nog jong; de Overeems melken nu voor het vierde jaar geiten.
December 2009 werden bij hen 457 dieren –van de 837– geruimd omdat er Q-koorts was geconstateerd op het bedrijf. Q-koorts is een infectieziekte die van dier op mens kan worden overgedragen. Uit voorzorg werden eind 2009, begin 2010 op 88 bedrijven ongeveer 62.500 drachtige melkgeiten en -schapen geruimd.
Na de ruimingen gelden er nog allerlei maatregelen voor geitenhouders, zoals een vaccinatieplicht voor de dieren en een fokverbod voor de achtergebleven geiten.
De geitenboeren gaat dit alles niet in de koude kleren zitten. LTO Melkgeitenhouderij meldde eind augustus dat de nasleep van de Q-koorts, samen met de hoge voerprijzen en de lage opbrengsten van de melk, het voortbestaan van de sector in gevaar brengen.
Zo somber zien de Overeems hun toekomst nog niet in. „Boer is iets wat je wilt worden, je begint er niet aan om rijk te worden”, formuleren ze voorzichtig. Een geitenhouderij beginnen was hun droom. Nu die er is, willen ze volhouden. Ook al levert hun bedrijf op dit moment niets op, al is het zwaar om op tijd de aflossing te betalen en al heeft Gert Overeem vorig jaar als zzp’er elders de kost verdiend.
„Toen we op 15 juli dit jaar weer nieuwe dieren mochten halen, hadden we de neiging de vlag uit te hangen”, zegt Bertine. „Even later zagen we een boer die dat echt had gedaan.”
Drie geitenhouders hadden een halfjaar lang lammeren voor hen bewaard. Ze hebben ze al die tijd gevoerd, terwijl de beestjes normaal na twee weken vertrekken. „Daarom konden wij weer snel beginnen: we hadden direct goede lammeren.”
Van de 380 melkgeiten die na de ruiming waren overgebleven, zijn er inmiddels aardig wat afgevallen. „We hebben er nog zo’n 180 van over.” De geiten die weg moesten –omdat ze geen melk meer gaven– brachten nog wel íéts op, maar in verhouding niet veel.
De nieuwe dieren brachten leven in de brouwerij, maar leverden in 2010 nog geen melk. „Ze vreten wél ’n hoop”, weten de Overeems. In januari lammerden de eersten van die groep af. „Toen moesten de kleine geitjes aan de melkpoeder. Een zak kost 50 euro, en er gaat er elke dag één doorheen.”
Voer is op dit moment een grote kostenpost voor de boeren. Door de mondiale voedselcrisis ziet het er niet naar uit dat de prijzen binnenkort zakken. Geiten eten krachtvoer, kuilgras en stro. „Een pak gras kost twee keer zo veel als vorig jaar”, zegt Gert. „In het droge voorjaar, toen er geen spriet gras kwam, schoten de prijzen omhoog. Stro, graan – boeren kunnen niet oogsten.”
De melkprijs was voor de Overeems „niet slecht, hoewel aan de karige kant.” Verder hebben ze het idee dat de vraag naar geitenmelkproducten –vooral in het buitenland– stijgt.
Het komende jaar probeert Gert Overeem één dag per week als zzp’er te blijven werken. In de lammertijd, van januari tot maart ongeveer, blijft hij op de boerderij, dan is het te druk om weg te gaan.
De Overeems spreken nuchter over hun bedrijf, maar daarachter schittert het enthousiasme. „Ik ben erg strijdlustig geweest tijdens de Q-koortscrisis”, zegt Bertine. „We hebben met politici om de tafel gezeten. Het leek zo onnodig dat schijndrachtige dieren werden geruimd, en later bleek dat inderdaad zo te zijn.”
Ze betreuren allebei de schade die het imago van de geitenhouderij heeft opgelopen. „Het is jammer dat mensen bij geitenbedrijven nu aan Q-koorts denken. Eerder dachten ze aan mooie, witte dieren. En dat zijn het ook. Als geiten mensen waren, zouden ze in een viersterrenrestaurant eten, zo kieskeurig zijn ze.”
Dit is het eerste deel in een serie over de nasleep van de Q-koorts.