VNO-NCW: Minder zekerheid pensioenen
De zekerheid die staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken aan het pensioen verbindt, is voor VNO-NCW te groot. De ondernemersorganisatie vreest dat de hoge mate van zekerheid die het kabinet voorstaat, te duur wordt.
De pensioenfondsen en de ondernemingen daarachter hebben meer ruimte nodig om te herstellen, zo luidde maandag het commentaar van G. Verheij, secretaris pensioenbeleid van VNO-NCW. Hij reageerde op de notitie die Rutte vrijdag naar de sociale partners heeft gestuurd.
Daarin onderstreept de bewindsman dat gepensioneerden en werknemers erop moeten kunnen vertrouwen dat pensioenfondsen hun afspraken nakomen. „Afspraak is afspraak”, schrijft de staatssecretaris. Komende donderdag overlegt hij met de werkgevers en de vakbonden.
„De Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) hanteert een zekerheid van 99,5 procent. Wij hopen dat dat wezenlijk minder wordt”, aldus Verheij. Voorts rekent hij op clementie van het kabinet voor de periode waarin pensioenfondsen orde op zaken kunnen stellen. Eén jaar schrijft Rutte, al heeft hij ook aangegeven dat uitzonderingen mogelijk zijn.
Op deze twee punten komt de FNV deze week nog terug. „Rutte lijkt hier het huidige beleid van de PVK over te nemen. Wij pleiten juist voor meer bewegingsruimte”, aldus C. Driessen, pensioendeskundige bij de vakcentrale. Hij ziet de notitie niet zozeer als een uitgewerkt beleidsdocument, maar meer als een discussiestuk.
De uitzonderingen voor pensioenfondsen noemt Verheij positief. Maatwerk is expliciet door Rutte opgenomen. „Dat is nodig omdat pensioenfondsen onderling sterk verschillen en veelal specifieke maatregelen moeten treffen.”
Verder is VNO-NCW tevreden over de adviezen die aan het Centraal Plan Bureau (CPB) en De Nederlandsche Bank (DNB) worden gevraagd. „Het lijkt erop dat het kabinet de economische omstandigheden zwaarder wil laten meewegen.”
FNV-deskundige Driessen hecht grote waarde aan de notitie van Rutte omdat die „het hart van de nieuwe pensioenwet wordt.” Het Financieel Toetsingskader (FTK), zoals de notitie heet, is een soort handvat voor de toezichthouder PVK. In het FTK geeft de overheid aan, duidelijker dan voorheen, aan welke eisen een pensioenfonds moet voldoen. In de huidige Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW), die dateert van 1952, is daar minder aandacht aan besteed. De nieuwe Pensioenwet moet in 2006 van kracht worden.
Omdat de vermogens van diverse pensioenfondsen door de sluipende beurskrach danig zijn geslonken, heeft de PVK ingegrepen. De toezichthouder schreef op 30 september vorig jaar maatregelen voor, die op verzet stuitten van werkgevers en vakbonden. Zij vonden de eisen onnodig streng. Om de fondsen financieel sterker te maken zouden bedrijven te veel op kosten worden gejaagd en zou ook de koopkracht van de werknemers worden aangetast.
De mate van zekerheid over de pensioenen is de laatste tijd vaker onderwerp van discussie. De zekerheid staat op het spel nu het Nederlands pensioenstelsel onbetaalbaar dreigt te worden door de toenemende vergrijzing. Dit jaar hebben niet alle fondsen de uitkeringen aan gepensioneerden volledig kunnen indexeren, ofwel kunnen aanpassen aan de prijsstijgingen of loonsverhogingen.