„Kern zondagsschool is de vertelling”
GOUDA – „De kern van ons zondagsschoolwerk is de opdracht te onderwijzen”, aldus ds. S. Maljaars. „Die taak hebben we opgelegd gekregen.”
De predikant van de gereformeerde gemeente te Middelharnis hield zaterdag in Gouda een inleiding tijdens de 41e jaarvergadering van de Bond van Zondagsscholen der Gereformeerde Gemeenten.
De opdracht om te onderwijzen haalde ds. Maljaars uit Spreuken 22:6: „Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.” Hij noemde deze tekst een juweeltje in het Spreukenboek, een diamant die hij van verschillende kanten wilde bezien.
Als hoofdpunten noemde ds. Maljaars de opdracht, de inhoud en het doel van het leren naar de eis van Gods weg. Kern van de zondagsschool is de vertelling, zo antwoordde de predikant op een vraag naar aanleiding van zijn lezing. „In die vertelling moeten we rekening houden met de leeftijd en het begrip van de kinderen. Ieder kind heeft eigen gaven en interesses. Ook de teerheid, wat ze wel of niet aankunnen, is een punt van aandacht.” Verder wees hij erop dat onze woorden wel met onze daden overeen moeten stemmen. „Kinderogen zien wat dat betreft scherp.”
Ds. Maljaars: „Leren is een opdracht, een bevel. Die opdracht kunnen we dan ook niet dan tot onze schade laten liggen. Kinderen en jongeren moeten worden geleerd. Leren is onderwijzen, onderwijs geven naar de eis van hun weg, opdat het Woord weerklank zou mogen vinden in de harten. God wil daartoe gebrekkige middelen zegenen.”
Nood
De opdracht om te leren is volgens de predikant aan de volwassenen gericht. Zij moeten de richting bepalen. „Zondige ouderen moeten zondige jongeren onderwijzen. Voelen we de nood van ons eigen, aan de zonden gebonden hart? Dat doet ook de nood van de gebonden harten van onze kinderen voelen.”
Met het leren moet zo jong mogelijk worden begonnen, zo zei ds. Maljaars. Ook waarschuwde hij van de zondagsschoolvertelling geen preek te maken. „Zondagsschool is geen kerkdienst.” Wel pleitte hij ervoor dat de zondagsschool een relatie legt met de prediking die op die zondag gehoord is of nog zal klinken.
Belijdenisgeschriften
Met het leren van de eerste beginselen, zoals de Spreukendichter het verwoordt, worden volgens de predikant uit Middelharnis de belangrijkste zaken uit Gods Woord bedoeld. „De leer van Gods Woord heeft fundamenten.” Daarvan noemde hij de schepping, de zondeval en de herschepping. „Iedere vertelling heeft een spits. Zoek daarin de kernpunten van de geloofsleer een plaats te geven.”
Ds. Maljaars benadrukte het belang van de belijdenisgeschriften. Die bewaren volgens hem voor eenzijdigheid en het behoeden voor allerlei uitglijders ter rechter- of ter linkerzijde. „Het doel van het onderwijzen van onze kinderen is dat ze niet zullen afwijken van de eerste beginselen en dat ze bewaard zullen blijven bij de Schriftuurlijke prediking.” Hij merkte hierbij op dat het voor ouders een smart kan zijn als hun kinderen wel afwijken, naar een andere kerk gaan waar het allemaal wat ruimer wordt genomen of zelfs afscheid nemen van de kerk.
Zaaien
Ds. A. Schot, predikant te Nunspeet en voorzitter van de zondagsscholenbond, wees in zijn openingswoord op de voortgang van het genadeverbond. Daarvoor koos hij als tekst Hosea 2:22: „Ik zal ze Mij op de aarde zaaien.”
Ds. Schot: „Israël heeft het verzondigd. Het keert zich tot de afgoden. Maar Hij lokt en spreekt tot het volk in de woestijn. Hij gedenkt aan Zijn verbond. Zo mogen wij in het nieuwe seizoen weer gaan zaaien op de akker van het hart van onze kinderen.”
Maar God zaait ook, aldus de Nunspeetse predikant. Dit zaaien brengt vermeerdering, verzorging, wasdom en rijping met zich mee. „Het is een belofte van het genadeverbond, die betrekking heeft op de vermeerdering van de kerk, de kerk uit jood en heiden.”