Theologia Reformata
In juli trok hij de deur van kamer 1309, op de dertiende verdieping van het Willem C. van Unnikgebouw in Utrecht, definitief achter zich dicht. „Het lot heeft mij een kamer toegewezen recht tegenover Paushuize”, schrijft dr. H. van den Belt in Theologia Reformata.
„Het afscheid van het ”Transferium”, zoals het gebouw vroeger heette, is niet het gevolg van mijn transfer naar Groningen. Die verhuizing staat gepland voor september 2012. Het vertrek van de Uithof is de consequentie van de verhuizing van het departement Religiewetenschap en Theologie (RenT) naar de Trans in de binnenstad.
Generaties theologiestudenten hebben op de Uithof rondgewandeld, gezwoegd, gezweet, gehuild en gelachen. Dat behoort nu definitief tot de geschiedenis. De verhuizing is de sluitsteen van de integratie van de theologie in de faculteit van de Geesteswetenschappen en beoogt de bevordering van het interdisciplinaire karakter van de wetenschapsbeoefening. De andere departementen van Humanities waren allemaal in de Utrechtse binnenstad gehuisvest en nu komt RenT er als laatste bij. De collega’s van letteren en geschiedenis zitten er niet echt op te wachten, omdat er wel mensen bij komen, maar geen extra ruimte. Zij komen door de godsdienstwetenschappers en theologen in de knel. Verhuizen is ook gewoon bezuinigen.
Op zich heeft het wel wat om nog een jaar te mogen werken in de schaduw van de Dom. Het uitzicht zal wel minder worden – het lot heeft mij een kamer toegewezen recht tegenover Paushuize, gebouwd in opdracht van Adrianus in 1517, toen hamerslagen uit Wittenberg Europa wakker schudden. Adrianus werkte aan het Spaanse hof en hoopte ooit terug te keren naar Utrecht. Zijn weg liep naar de Sint Pieter; daar is hij begraven en Utrecht heeft hij nooit meer gezien.
Het zicht op het paushuis is een voortdurende herinnering aan de katholiciteit der kerk. De theologie aan de Universiteit Utrecht keert na ongeveer veertig jaar van ballingschap terug naar de historische grond vlak bij de Domkerk waar op de zondag voor de opening van de universiteit in 1636 Gisbertus Voetius een preek hield over Jezus in de tempel, getiteld ”Van de Nuttigheit der Academien en Schoolen”. Studenten moeten naar het voorbeeld van de twaalfjarige Jezus ijverig studeren. Scholen en academiën dienen tot behoud van kerk en staat. (…)
De academische theologie is door de eeuwen van karakter veranderd. In de Uithofse ballingschap is die ontwikkeling in een stroomversnelling terecht gekomen. Wat uit de binnenstad vertrok als de ambtsopleiding voor de predikanten in de Nederlandse Hervormde Kerk –door sommigen minachtend een domineesfabriek genoemd– keert terug als een wetenschappelijk expertisecentrum voor religie. Was de affiniteit met de protestantse confessie toen vanzelfsprekend, nu is binding aan kerk en confessie een uitzondering.”
De Wachter Sions
„Uit het tiende gebod alleen al zou je een politiek manifest kunnen bouwen tegen de zo algemene verloedering van ons leefklimaat”, schrijft L. M. P. Scholten in De Wachter Sions (orgaan van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland).
„Hebzucht en afgunst, hoe worden ze in de hand gewerkt door heel ons maatschappelijk klimaat! Onze consumptiemaatschappij is niet meer denkbaar zonder hebzucht en afgunst. Hoe werkt de reclame op geraffineerde wijze in op de begeerte van ons verdorven hart. Hoe wordt de amusementsindustrie erdoor beheerst.
Een hoofdstuk apart is daarbij dan nog de verseksualisering van het leven. Wie denkt, als hij op straat, in de etalages, in de bushokjes al die uitingen ziet die de begeerte opwekken, niet aan het woord van de Heere Jezus, Matthéüs 15:19: Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen.
Daarentegen zeide Hij ook, Matthéüs 5:8: Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien. Reinen van hart, dat zijn de mensen wier begeerten in overeenstemming zijn met het gebod: „Zijt heilig, want Ik ben heilig.””