„Nederland moet zich voorbereiden op de komst van de wolf”
Desiree Versteeg uit Duiven zag op de Oostsingel in haar woonplaats een wolf en zette het beest op de foto. Precies twee weken later is de wolvenkoorts in Nederland nog niet uitgewoed.
Het is 30 juli 1810. „Op het land van weduwe Janssen, bij het gehucht Bussereindt, zijn vrouw Eggels en Petronella Peeters tegen de avond druk doende met schoven binden. Terwijl Petronella werkt, speelt haar 3-jarig zoontje Jantje ergens vlakbij. Dat dénkt ze tenminste, maar als ze opkijkt is ’t ie in geen velden of wegen te zien. Op haar roepen en schreeuwen ziet ze in de verte een wolf wegsluipen.”
In zijn karakteristieke handschrift en vergezeld met schitterende tekeningen schrijft Rien Poortvliet Petronella’s verhaal in 1993 in het boek ”Aanloop”. Volgens de bekende natuurschilder zat „heel Limburg in angst: waar zou het ondier nu weer toeslaan?”
Diezelfde angst is er nog steeds bij een bepaald deel van de Nederlandse bevolking. Ene Joh. Jelier verwoordt dat gevoel op de website van Natuurmonumenten: „Ik zal me minder veilig voelen als ik in het bos loop. Naar mijn mening is het een iets te onberekenbare aaseter.” Op de vraag of de wolf welkom is in Nederland antwoorden slechts 13 van de 65 bezoekers die een reactie achterlieten negatief. De meeste natuurliefhebbers staan te juichen, zo blijkt uit de reactie van willem55: „Het is net een langverwachte droom, die eindelijk uitkomt.”
De stemmers op refdag.nl denken er anders over. Ruimt 56 procent vindt dat de wolf niet welkom is in Nederland, bijna 44 procent vindt van wel. Kees S. uit Brakel: „Wolven horen thuis in de bossen van Oost-Europa en niet op de Veluwe. In het dichtbevolkte Nederland horen ze in een dierentuin.” Arjan uit Alblasserdam denkt dat je voor wolven niet bang hoeft te zijn. „Jaarlijks wandelen honderdduizenden Nederlanders in buitenlandse bossen waar ook wolven leven, zonder het zelf te weten.”
Ook wolvenkenner Leo Linnartz zegt dat Nederlanders absoluut niet bang hoeven te zijn voor het roofdier. „Door eeuwenlange vervolging heeft de wolf geleerd de mens te mijden. Om risico’s te vermijden zal hij meestal proberen te vluchten voor mensen. Alleen als een wolf in het nauw gedreven wordt, kan hij aanvallen om zichzelf te redden.”
Het is trouwens nog maar de vraag of de Canis lupus zich in Nederland gaat vestigen. De dichtstbijzijnde roedels (groepen) leven in de Oost-Duitse regio Lausitz. Een enkele solitaire (alleen levende) wolf heeft zich gevestigd in het midden van Duitsland, tussen Hannover en Kassel. Jonge, zwervende dieren kunnen wel 50 kilometer per nacht afleggen op zoek naar een territorium. De wolf bij Duiven is waarschijnlijk zo’n zwerver en de kans is groot dat hij inmiddels allang de benen weer heeft genomen richting Duitsland.
Wolvenkenner Linnartz hoopt wel dat de wolf in ons land ooit weer in het wild zal leven. „Het zou echt een verrijking voor de Nederlandse biodiversiteit zijn.” Maar is Nederland niet te dichtbevolkt voor het schuwe roofdier? „Wolven zijn cultuurvolgers en kunnen in door mensen gedomineerde en ingerichte landschappen goed overleven. In Zuid- en Oost-Europa leven ze zelfs in de steden, zoals in de Roemeense stad Brasov. Als een wolf maar voldoende voedsel heeft en een rustig plekje om overdag te slapen, vindt hij het wel goed.”
Voedsel heeft het roofdier in Nederland genoeg. De ree is zijn belangrijkste prooidier en de reeënstand is de laatste jaren aan de hoge kant. Ook edelherten en wilde zwijnen lust hij wel en die zijn er in een gebied als de Veluwe volop te vinden.
Voor jagers hoeft de wolf in Nederland niet meer bang te zijn. De wolvenjacht zoals Rien Poortvliet die in ”Aanloop” beschrijft, is verboden. De wolf is een beschermd dier. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ontwikkelt momenteel beleid om het beest voldoende bescherming te bieden in Nederland. Woordvoerder Natuur Thijs van Son: „Door het signaleren van de eerste wolf zullen we daar nu iets meer vaart achter zetten.”
Zo moet het Faunafonds voorbereid moet zijn op claims van bijvoorbeeld schapenhouders. Een wolf wil nog wel eens een schaap of lam pakken en de eigenaar kan dan een vergoeding aanvragen bij het Faunafonds.
Linnartz wil het zo ver niet laten komen. „Niet alleen de overheid moet zich voorbereiden op de komst van de wolf, veehouders kunnen dat ook. Als zij hun afrasteringen langzamerhand vervangen door zogeheten schriknetten, zullen de schapen geen gevaar lopen. Zo’n hek staat onder stroom en dat schrikt de wolf voldoende af. In Zweden krijgen veehouders hier subsidie voor, dat zou in Nederland ook kunnen.”
www.refdag.nl/groen voor kaartjes met de reeënstand www.wolveninnederland.nl