Gereformeerden stemmen in met fusiebesluit
„Vandaag hebben we een uiterst belangrijk besluit genomen. Met overgrote meerderheid hebben wij in eerste lezing het besluit genomen om in 2004 te komen tot vereniging met de Nederlands Hervormde Kerk en de Evangelisch Lutherse Kerk.” Met deze woorden sloot preses ds. J. G. Heetderks vrijdag de gereformeerde synode van Emden, bijeen in Alphen aan den Rijn, af.
De synode stemde met twee stemmen tegen in met het verenigingsbesluit. In zijn slottoespraak zei ds. Heetderks „met grote dankbaarheid en vreugde” te constateren „dat we nu zover zijn dat we het verenigingsbesluit met het kerkordelijk resultaat aan onze kerken voor kunnen leggen. Wij hopen op grote instemming en enthousiaste reacties vanuit de kerken, zodat de generale synode van Leiden, op 12 december, met vrijmoedigheid het definitieve verenigingsbesluit nemen kan.”
Voordat de stemming plaatshad, was er ruimte om „nogmaals met elkaar van gedachten te wisselen over hoe wij gezamenlijk het bereiken van dit belangrijke moment in de geschiedenis van onze kerken beleven en verstaan”, zoals voorzitter J. Kapteyn van de commissie van rapport het verwoordde.
Ouderling E. de Boer uit Malden (classis Arnhem/Nijmegen) pleitte ervoor het recht tot uittreding toch onbeperkt in de kerkorde op te nemen. „Het zal veel onrust voorkomen, terwijl er toch geen gebruik van zal worden gemaakt. Wat zijn eigenlijk de nadelen van een soepele opstelling richting de bezwaarde kerken?”
Hoe gaan we om met bezwaarde gemeenten? wilde ds. H. J. Zeldenrijk uit Aalten (classis Winterswijk) weten. „Is er nagedacht over nazorg, nu ze twee weken geleden te horen hebben gekregen dat ze het recht tot uittreding definitief niet behouden? Of wachten we af wat de gevolgen zullen zijn?”
Ds. E. H. Egberts uit Giessenburg (classis Gorinchem) vroeg zich af „wat we nu eigenlijk hebben bereikt. SoW is een kerkordelijk proces geworden. We hebben een nieuw kerkelijk wetboek gekregen, hoera. Maar een nieuwe kerk? Welnee.”
Voor welke problemen staan we nu echt? zo wierp hij op. „Onze kerken lopen leeg. Dat is de stille revolutie. Straks zijn we, om met G. Dekker te spreken, nog met 400.000 gereformeerden over. En financieel? Welke lijken zullen er straks uit de kast komen?”
Evenmin enthousiast toonde zich ouderling M. Koman uit Werkendam (classis Almkerk). „Ik doe geen voorspelling over hoe de gereformeerde kerk van Werkendam zich zal uitspreken. Maar ik zeg wel dat het moderamen de gemeenten niet voldoende gehoord heeft. Geen van de vragen die mijn kerkenraad heeft gesteld, is gehonoreerd. Wie zorgt er voor de individuen die straks door de kerk in de steek gelaten worden? Ik kan mijn broeders en zusters die niet meegaan niet in de steek laten. Wat mij betreft: de historische beslissing van Dalfsen, waarover wordt gesproken, kon wel eens een historische vergissing blijken te zijn.”
Ouderling G. Veldman uit IJmuiden (classis Haarlem) verklaarde „gereformeerd te zijn en te willen blijven. Er gaat toch wat door me heen als ik op deze kerk zie staan: ”Gereformeerde Maranathakerk”. Ben ik daarin fout?”
Ouderling G. Smelt uit Ommen las een verklaring voor namens ds. C. W. Hoek uit Zwartsluis. „De tekst van het verenigingsbesluit houdt in dat Gereformeerde Kerken slechts kunnen instemmen met dat besluit als ze bereid zijn om op termijn hun zelfstandig karakter op te geven. Dat is de uitkomst van de discussies die een paar weken geleden in Dalfsen gevoerd zijn. Ik ben daar diep teleurgesteld over. Het betekent echter wel dat ik niet kan instemmen met dit verenigingsbesluit. Ik hoop dat de reacties van de mindere vergaderingen de synode van Leiden ertoe brengen om in het besluit een status aparte in te voeren voor nog niet gefuseerde gereformeerde kerken.”
Moderamenlid dr. H. G. Dane ging in op de gestelde vraag naar nazorg. „Als moderamen hebben we na de synode van Dalfsen geconstateerd dat er een diepe kloof is binnen onze Gereformeerde Kerken. En dan stel ik de vraag: Hebben we als gereformeerden toch niet te weinig speelruimte gezocht in de toekomstige PKN? Daarover wil het moderamen ook de komende maanden in gesprek blijven.” Een brief wordt op dit moment opgesteld.
Het besluit werd uiteindelijk met twee stemmen tegen aangenomen.
Synodepreses ds. Heetderks maakte bekend dat er inmiddels contacten zijn geweest met de Evangelisch Altreformierte Kirche in Duitsland. De tekst voor een associatiebijeenkomst zal waarschijnlijk op de triosynode, in november, ter sprake komen.
Nu de gereformeerde synode met de kerkvereniging heeft ingestemd, wordt het besluit voorgelegd aan de kerkenraden, die er hun mening over kunnen geven. Mede op basis van deze reacties neemt de synode van de Gereformeerde Kerken, evenals die van de Hervormde en de Lutherse Kerk, op 12 december van dit jaar een definitief besluit.
Nadat verschillende personen een terugblik hadden gegeven op de achterliggende, korte synode van Emden, sprak synodepreses Heetderks zijn slotwoord uit. Daarin besteedde hij ook aandacht aan het feit „dat er in de afgelopen weken al door sommige kerken gesproken wordt (en dat ook andere kerken benaderd worden) over een weg buiten de verenigde kerk. Ik zou graag met die kerken in gesprek willen gaan over de vraag of -gezien de kerkordelijke regelingen die nu afgesproken zijn- afscheiding werkelijk nodig of zelfs plicht is. Wie daarbij zegt: Het is geen afscheiding, we gaan alleen niet mee met de verenigde kerk, stelt de zaken te onschuldig voor.”