Notitie aan PKN: aandacht voor Israël is roeping kerk
De kerk heeft ten aanzien van Israël een opdracht te vervullen, schrijven de opstellers van de notitie ”Onopgeefbaar verbonden”. In de notitie geven ze vijftien aanbevelingen aan de Protestantse Kerk in Nederland en andere kerken om inhoud te geven aan deze opdracht.
- Als wij te kennen geven onopgeefbaar verbonden te zijn met Israël is dat niet op basis van onze emotie, maar op grond van Gods Woord. Onmogelijk kunnen wij verzwijgen wat we als wezenlijk zijn gaan zien in de vertolking van de Heilige Schrift.
We zijn ervan overtuigd dat Israël eens en voorgoed door God is uitverkoren. Daarom verwerpen wij elke vorm van vervangingstheologie, die uitgaat van de gedachte dat de kerk de positie van het volk Israël heeft ingenomen.
Dankzij het geloof in Jezus als onze unieke Verlosser zijn we –zonder enig onderscheid te maken– met het hele Joodse volk verbonden.
We zijn ervan overtuigd dat God niet zonder Zijn volk tot Zijn doel zal komen. Daarom kan de aandacht voor Israël niet getypeerd worden als de hobby van enkele bevlogen gelovigen. Het betreft de roeping van de gemeente.
Het is duidelijk dat binnen de Protestantse Kerk in Nederland de wegen uiteengaan wanneer we spreken over de opdracht van de gemeente ten aanzien van het volk dat God heeft uitverkoren. We zijn ervan overtuigd dat we elkaar moeten aanspreken op hetgeen daarover in de Bijbel te lezen is.
Uiteindelijk is het oogmerk van de Eeuwige dat Hij eens Zijn Koninkrijk zal oprichten. Binnen dit plan neemt Israël een centrale positie in. Onmogelijk kunnen we daarom de profetische beloften spiritualiseren door ze toe te passen op de individuele gelovige of de gemeente. Ook verwerpen we de gangbare methode van het universaliseren van het profetisch visioen waarbij theologen de beloften voor de hele wereld van gelding verklaren en daarbij voorbijgaan aan de unieke positie die Israël inneemt in het plan van God.
Helaas moeten we constateren dat er in de christelijke gemeente aversie bestaat tegen het volk dat God Zich heeft uitverkoren. Zonder ons schuldig te maken aan ketterjacht zullen we ons er tot het uiterste voor moeten inspannen dit gevoelen op het spoor te komen en te bestrijden.
Aangezien wij als kerk verklaren dat we onopgeefbaar verbonden zijn met Israël, zullen we onze solidariteit moeten bewijzen met een volk dat wereldwijd in toenemende mate te lijden heeft onder uitingen van haat. Vaak vormt de staat Israël het mikpunt van vijandschappen en worden Joden wereldwijd het slachtoffer van uitingen van haat.
We moeten nagaan hoe we een bijdrage kunnen leveren aan het effectief bestrijden van iedere vorm van antisemitisme. Dit kunnen we alleen op een geloofwaardige wijze doen wanneer we bereid zijn tot een kritisch analyse van de manier waarop we als kerk bezig zijn. Het is bedroevend als de kerk –gelijkvormig aan de wereld– vooral wil opkomen voor het internationaal recht, alsof het niet haar belangrijkste taak is te spreken over het goddelijk recht.
De kerk moet een eigen geluid laten horen. Als ze niet spreekt naar het Woord, zal ze geen toekomst hebben. In het licht van het profetisch getuigenis van de Schrift is het niet verwonderingwekkend dat Israël in het nauw wordt gedreven. De vijanden van het door God uitverkoren volk uiten hun haat onder een schijn van recht. Uit de disproportionele aandacht voor het reilen en zeilen in de staat Israël spreekt reeds een anti-Israëlisch vooroordeel. Wordt niet te snel geoordeeld dat door antiterroristische maatregelen mensenrechten worden geschonden, terwijl de Israëlische overheid toch op grond van hetzelfde internationale recht geroepen is bescherming te bieden aan haar burgers?
- Het gaat erom dat we doorzien welke opzet achter het meest problematische vraagstuk van de internationale politiek schuilgaat. Bij Hamas en evenzo bij Fatah –daarin gesteund door de honderden miljoenen moslims die om Israël heen wonen en ook door de islamitische bevolking van Europa, de Verenigde Staten, Afrika en Zuidoost-Azië –gaat het niet slechts om de gebieden waarvan het bezit omstreden is, maar om een claim op het hele land. De vijanden van Israël willen de zionistische staat vernietigen en Palestina volledig bevrijden. De strategie is een gefaseerd liquideren van de staat Israël en tegelijk moeten alle Joden verdwijnen.
Het is dus een illusie te denken dat met de oprichting van een Palestijnse staat alle problemen in het Midden-Oosten zijn opgelost. Wij zijn geroepen een dergelijke opzet gericht op de ondergang van Israël als volk, land en staat te ontmaskeren.
We bidden met de dichter: „O God, zwijg niet, houd U niet doof, wees niet stil, o God! Want zie, Uw vijanden tieren, wie U haten steken hun hoofd omhoog. Zij beramen listig een heimelijke aanslag tegen Uw volk en beraadslagen tegen Uw beschermelingen. Kom, zeiden zij, laten wij hen uitroeien, zodat zij geen volk meer zijn en aan de naam van Israël niet meer gedacht wordt. (…) Laten zij beschaamd en door schrik overmand zijn tot in eeuwigheid, laten zij rood van schaamte worden en omkomen. Dan zullen zij weten, dat U –Uw Naam is Heere!– U alleen de Allerhoogste bent over de hele aarde” (Psalm 83:2-5 en 18-19, HSV).
- Bij woorden horen ook daden. De kerk is geroepen diaconale steun te geven aan Palestijnen, aangezien we niet passief toekijken wanneer zij moeten lijden onder de verkeerde keuzes van hun leiders. We zijn van oordeel dat de kerk op dit punt zeker niet tekortschiet.
Wanneer de kerk echter te kennen geeft onopgeefbaar verbonden te zijn met het volk Israël, is het beschamend dat er geen royale mogelijkheid is de Joden hulp te bieden in de benarde situatie waarin zij al zo lange tijd verkeren. Op dit moment blijkt volgens het onderzoek van het Israëlische bureau voor de statistiek dat bijna een derde van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Als hulp bieden op grond van jarenlange ervaring niet mogelijk blijkt te zijn door de bemoeienis van Kerk in Actie, de buitenlandsehulporganisatie van de PKN, moet de kerk er zorg voor dragen dat dit via andere kanalen wel kan gebeuren.
Wereldwijd werkt Kerk in Actie samen met ontwikkelingsorganisatie ICCO. Vanwege verschil van inzicht lukt dit niet in het Midden-Oosten. Intussen helpt Kerk in Actie ICCO wel om de subsidie van overheidswege te kunnen verkrijgen. Indirect levert de kerk op die manier steun aan de eenzijdig tegen de staat Israël gerichte projecten van ICCO. Als de kerk bij een omstreden project betrokken blijkt te zijn, neemt de bereidheid van trouw kerkelijk meelevende gemeenteleden af om ook andere goede projecten van Kerk in Actie te steunen.
Volgens de kerkorde van de Protestantse Kerk zijn we geroepen het gesprek te zoeken met Israël. Het ligt voor de hand dat dit vooral gestalte krijgt in contacten met de Joodse gemeenschap in ons land.
Wanneer het antisemitisme in West-Europa toeneemt, zullen we laten merken dat we op het kritieke moment niet wegkijken. De kerk zal ook van betrokkenheid blijk geven als er wereldwijd kritiek geleverd wordt op de staat Israël. Binnenskamers zal ze steeds proberen uiting te geven aan haar zorg in verband met gerechtvaardigde kritiek, publiek dient ze als haar overtuiging uit te dragen dat het bestaansrecht van de staat Israël onbetwist moet blijven.
Een bijzondere aandacht zal de kerk hebben voor de Joden die belijden dat Jezus de beloofde Messias is. Dankzij hen zal het besef in de kerk des te meer levend blijven dat Israël een bijzondere plaats in Gods heilsplan inneemt en dat we leven in de verwachting van de komst van de Messias in heerlijkheid.
Ten slotte is de kerk geroepen om oecumenische relaties te onderhouden met de Palestijnse christenen. Niet alleen met de Middle East Council of Churches, maar ook met de Evangelical Council of Churches.
De notitie ”Onopgeefbaar verbonden” is opgesteld door een werkgroep vanuit de Gereformeerde Bond, het Confessioneel Gereformeerd Beraad en het Evangelisch Werkverband in de Protestantse Kerk.