Het betrof een bijeenkomst om een nieuwe kerk, op ongeveer 50 kilometer afstand van de stad Lahore, in gebruik te nemen. Leden van het Barnabas Fonds (internationale organisatie die lijdende christenen helpt) zagen dat gewapende mannen kerkgangers aanvielen en de kerk vernielden. Politieagenten weigerden om de aanvallers tegen te houden.

De problemen begonnen toen jonge moslims de ingang van de kerk blokkeerden en onwelgevoeglijke opmerkingen maakten tegen vrouwen en meisjes. Met wapens en messen bestormden ze vervolgens de kerk. Ze sloegen de kerkgangers, vernielden de kerkbanken en wierpen het avondmaalsservies op de grond. De christenen deden daarop hun beklag bij de politie, die weliswaar vaststelde dat er een aanval had plaatsgevonden, maar ontkende dat er iets was beschadigd.

Volgens de christenen is de politie bevooroordeeld jegens de christelijke gemeenschap, Mogelijk vreest de politie repercussies wanneer de wet op godslastering, die ook voorziet in bescherming van kerkgebouwen, tegen moslims gebruikt zal worden.