Commentaar: China zit klem tussen opportunisme en starre partijdictatuur
We beleven spannende tijden, en niet enkel in de Arabische wereld vanwege de volksrevoluties. Wie verder in oostelijke richting kijkt, naar China bijvoorbeeld, houdt evengoed de adem in. Want daar worstelt een opkomende wereldmacht met de gevolgen van zijn nieuwe positie áls wereldmacht. Concreet samengevat: de Chinezen zijn vanwege die Arabische opstanden in een onmogelijke spagaat terechtgekomen tussen enerzijds pragmatisch meebewegen buiten de eigen grenzen en anderzijds het vasthouden aan een starre partijdictatuur in eigen land.
De gisteren gehouden Libiëtop in Parijs bracht dat nadrukkelijk aan het licht. Opvallend was dat Rusland wel, maar China (nog) niet overstag ging door de zogenaamde Nationale Overgangsraad als nieuwe regering te erkennen. Wie aan het nieuwe Libië wil blijven verdienen, zal toch op zijn minst daartoe moeten overgaan.
De Chinese aarzeling verraadt opnieuw de dubbelhartigheid van de Chinezen jegens de Arabische revoltes. Enerzijds blijkt uit die opstelling dat China nadrukkelijk afstand heeft genomen van de oude politiek van ”niet mee bemoeien” zodra dictators zich misdragen. Dat was ten aanzien van Libië in ieder geval geen Chinese optie meer. En daarom: geen Chinees veto tegen de vérstrekkende resolutie 1973 van de Veiligheidsraad waarmee het mogelijk werd Libische burgers met NAVO-bommen te beschermen.
China’s motief was evenwel pragmatisch, om niet te zeggen opportunistisch. Burgers moesten worden beschermd, ook Peking was het daarmee eens, alleen ging het hem niet om Libiërs, maar om de ruim 38.000 Chinezen die in Libië wonen en werken. China zette dan ook een ongekend grote operatie op om Chinezen uit Libië weg te halen. Ingrijpen was ook nodig vanwege de grote Chinese belangen in Libië. De chaos die Gaddafi veroorzaakte door op zijn onderdanen te schieten bracht de Chinese investeringen (met een geschatte waarde van ruim 18 miljard dollar) in gevaar.
Tegelijkertijd had de Arabische revolutie, de Libische incluis, in China zelf een heel andere rol. Die werd juist aangegrepen om iedere oproep tot politieke hervorming in de kiem te smoren.
Vanuit opportunistische motieven de Arabische revoluties steunen en uit politieke motieven die juist in eigen land demoniseren, is een spagaat die onmogelijk lijkt te worden. Vanwege de grote commerciële, maar ook –om- wille van de olie– geostrategische belangen die China in Libië heeft, kán het niet anders dan dat Peking met de nieuwe machthebbers in zee gaat. Maar openlijke erkenning van een door het Westen in het zadel geholpen regering geeft in de ogen van de Chinezen een verkeerd signaal af richting het thuisfront, en moet dus worden voorkomen. In plaats daarvan kan China buiten het zicht van de camera’s strooien met geld, véél geld zelfs, teneinde zijn belangen in Libië alsnog veilig te stellen.
En verder is het wachten op het moment dat de cocon van westerse democratie en bescherming van mensenrechten is verteerd, en de vlinder die ”het nieuwe Libië” heet weer een ‘gewoon’ gevestigd bewind is waarmee openlijk zaken is te doen.