De grootste Gelderse steden voelen er niets voor dat het enige centrum van de provincie in Apeldoorn komt. Zij willen gezamenlijk in aanmerking komen voor een behandelpost voor de medische verstrekking van heroïne aan zwaarverslaafden, zo schrijven de burgemeesters Krikke van Arnhem en Ter Horst van Nijmegen aan Hoogervorst en Ross. Volgens Krikke en Ter Horst hebben Arnhem en Nijmegen twee- tot driemaal zo veel patiënten die in aanmerking komen voor medische heroïneverstrekking als Apeldoorn.

Vorige week adviseerde de Commissie Invoeringsaspecten Behandeling Heroïneverslaafden (CIBH) de minister om verdeeld over het land behandelposten in te richten voor ongeveer 1000 zwaarverslaafden. Omdat Apeldoorn enkele jaren geleden bij het experiment met de medische verstrekking net buiten de boot viel, is alom de verwachting dat deze plaats nu het centrum voor Gelderland toegewezen krijgt.

De burgemeesters van Arnhem en Nijmegen stellen dat de grootste groep Gelderse gebruikers van zo’n behandelpost dan driemaal per dag een flinke afstand moet reizen om aan hun drugs te komen. In Apeldoorn is een andere instelling voor verslavingszorg actief, terwijl Arnhem en Nijmegen van dezelfde organisatie gebruikmaken. Vestiging in Apeldoorn maakt toezicht op de gewenste neveneffecten van de heroïneverstrekking, namelijk verbetering van de openbare orde en veiligheid en daling van criminaliteit, ook erg ingewikkeld menen Ter Horst en Krikke.

Arnhem en Nijmegen hebben volgens een woordvoerder overlegd met Apeldoorn voor de brief de deur uitging. De burgemeesters van beide steden wijzen er ook op dat het misschien een mogelijkheid is om Apeldoorn een van de voorgestelde extra units te geven, die dan ook voor Zutphen en Deventer kan werken. Apeldoorn werkt met die plaatsen al op allerlei gebieden samen in de regio Stedendriehoek. Apeldoorn liet vorige week echter al weten te rekenen op deelname in het project medische heroïneverstrekking.