AFM laakt aanbieders aandelenlease
Verstrekkers van aandelenleaseproducten valt veel te verwijten. Dat stelt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in een uitgelekt rapport, dat vorige week in vertrouwelijke sfeer aan de Tweede Kamer is gepresenteerd.
Met de aandelenleaseproducten (beleggen met geleend geld) zijn door de daling van de beurskoerzen honderdduizenden mensen het schip ingegaan. Grootste boosdoener is Dexia Bank. De bank ontkent iets verkeerd te hebben gedaan, houdt beleggers aan de contracten en heeft bij de rechter al verscheidene processen gewonnen.
De AFM vindt echter dat de aanbieders zich schuldig hebben gemaakt aan misleidende reclame, onduidelijkheid over rechten en plichten, onzorgvuldigheid met betrekking tot de draagkracht van cliënten en onvoldoende rapportage. Het gaat volgens de AFM om „algemene bevindingen”, waarbij niet iedere aanbieder op alle punten in de fout ging.
Dat de AFM zich zo kritisch uitlaat, is een fikse steun in de rug voor de gedupeerde beleggers. Inmiddels is ook minister Zalm van Financiën zich met de kwestie gaan bemoeien. In tegenstelling tot zijn voorganger, Hoogervorst, ziet Zalm wel degelijk een rol weggelegd voor de overheid, juist omdat de groep gedupeerden zo groot is.
In de Tweede Kamer omhelsde Zalm woensdag een plan van PvdA-kamerlid Heemskerk. Die wil dat er een comité van wijzen komt, om de beleggers bij te staan en de zaak zo mogelijk „in der minne te schikken.” Volgens Zalm dreigen de beleggers anders opnieuw gedupeerd te worden door lange en dure juridische processen.
Het comité van wijzen (door Zalm Commissie Geschillen Aandelenlease genoemd) moet zorgen voor een goed vervolg op de proefprocessen die Zalm vorige week al toezegde. Het Dutch Securities Institute (DSI) gaat tientallen representatieve proefprocessen houden, de commissie moet erop toezien dat de uitkomst daarvan het „vertrekpunt” wordt voor de afhandeling van alle andere geschillen.
Als minister zal Zalm er bij alle betrokkenen op aandringen de zaak te schikken zonder naar de rechter te stappen. Volgens hem dragen alle betrokken partijen, „gegeven de omvang van de problematiek, de maatschappelijke verantwoordelijkheid om een oplossing te vinden.”