Christelijk Weekblad
Een scheiding tussen sport en staat. Daarvoor pleit Jan van Butselaar in een „allegorische vertelling” in het Christelijk Weekblad (nieuws- en opinieblad voor gelovig Nederland).
„Opnieuw is de Tweede Kamer in spoeddebat bijeengekomen: vooraanstaande parlementariërs hebben gevraagd het al lang beleden principe van de scheiding van sport en staat nu eindelijk eens krachtig door te zetten. Alle financiële koorden moeten worden doorgesneden. (…)
Trouwens, hoe schadelijk of onschadelijk is de sport voor lichaam en ziel? Wat wordt er gezongen in de bijeenkomsten? Zijn de voorgangers behoorlijk opgeleid en niet in dienst van vreemde mogendheden? Wat verkondigen die sportbonzen den volke eigenlijk, geroepen als ze zijn: is dat allemaal wel in overeenstemming met de Nederlandse normen en waarden? Als er wordt opgeroepen de tegenstander af te slachten, staat dat niet haaks op recente besluiten van de Kamer? Alle sport gaat toch immers om verbroedering, dat moet toch uiteindelijk alle sporten en sportgezangen kenmerken? Moet de staat niet een morele gedragscode voor sportpredikers vaststellen? Weet de AIVD eigenlijk wel wat er in die kringen omgaat? Er is zelfs sprake van wonderbaarlijke genezingen in de sport, via masseurs, haptonomen en coaches. Kan dat wel? Is dat geen illegale kwakzalverij? Is dat niet de mensen oproepen de reguliere gezondheidszorg te mijden? Zou de gemeente Amsterdam niet moeten ingrijpen en inspecteurs in de kleed- en behandelkamers van Arena moeten neerzetten?
Want laten we wel wezen, de scheiding van sport en staat is een groot goed. Sinds de verlichting (in en buiten het stadion) weten we dat we ons niet aan allerlei voetbal-, handbal-, zwem- en schoonspringgoden en hun knechten moeten onderwerpen, maar vrij moeten zijn onze eigen onsportieve weg te gaan. Sport hoort achter de voordeur, daar heeft verder niemand mee te maken. Als je dan al aan sportverdwazing wilt meedoen, dan moet je dat zelf maar weten, zelf maar betalen, ook je liturgische hockeybalsticks en voetbalschoenen. Zelf voor je gebouwen zorgen. Zelf opkomen voor de arme sporters en sportliefhebbers die het niet meer kunnen rooien. Want de staat – die is voor het algemeen welzijn, niet voor dit soort sektarisch gedoe.”