Kerk & religie

Dr. B. Plaisier: Het gaat om de roeping van God

In juli vierde hij zijn 65e verjaardag en ging hij met emeritaat. Maar dr. Bas Plaisier spreekt liever over pensioen. Zijn levensstijl is echter niet bepaald die van een gepensioneerde. Nadat hij zijn functie als scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in 2008 neerlegde, werd hij namens de PKN gevraagd als een soort theologische ambassadeur voor onder andere China. Sinds verleden jaar is hij visiting professor missiologie en oecumene aan het Lutheran Theological Seminary in Hongkong. Hij lacht op de vraag of hij nu aangesproken moet worden met professor. „Ben je mal, ik ben gewoon docent.”

Wim van Egdom

26 August 2011 19:52Gewijzigd op 14 November 2020 16:20
Dr. Bas Plaisier. Foto Gerhard van Roon
Dr. Bas Plaisier. Foto Gerhard van Roon

Elf jaar was dr. Plaisier scriba van achtereenvolgens de Nederlandse Hervormde Kerk, de Samen op Wegkerken en de Protestantse Kerk in Nederland. In 2008 nam hij afscheid en werd hij opgevolgd door zijn naamgenoot dr. A. J. Plaisier. Beide predikanten zijn geen familie. En het laatste wat dr. Bas Plaisier wilde was zijn opvolger voor de voeten lopen.

Dat afscheid was dus het uitgelezen moment om het echt rustiger aan te gaan doen.

„Rustig aan doen, rustig aan doen…” Hij proeft de woorden op zijn tong, trekt een gezicht alsof ze hem niet echt smaken en schuift wat onrustig in de stoel. „Nee, zo zit ik niet in elkaar. Ik heb dit werk in Hongkong trouwens ook niet gezocht, voor alle duidelijkheid. Het was roeping. Ja, dat durf ik zo wel te zeggen. Als ik terugkijk in mijn leven zie ik dat ik de dingen nooit heb gezocht, maar dat er altijd de roeping van God was waar ik niet onderuit kon.”

God riep u naar China.

„Nou, nou, dat is ook wel weer erg kort door de bocht. Maar toen ik afscheid had genomen als scriba, kreeg ik vanuit de hulpverleningsorganisatie Kerk in Actie het verzoek of ik als een speciaal vertegenwoordiger van de Protestantse Kerk voor zending en oecumenische zaken de contacten met christenen in China wilde leggen en uitbouwen. We zouden dan, mijn vrouw en ik samen, om de zoveel tijd door China reizen om ons een beeld te vormen van de gemeenten daar en om te proberen op die manier banden te smeden met Nederland. Alles in de wetenschap dat we elkaar, christenen hier en daar, nodig hebben en van elkaar kunnen leren.

Op een gegeven moment kwam ik, samen met de voorzitter van de Protestantse Theologische Universiteit, bij het lutherse seminarie in Hongkong terecht. Tijdens dit gesprek werd duidelijk dat ze nog een docent missiologie en oecumene zochten. Dat betrok ik niet op mezelf, totdat anderen naar mij wezen. En ja, hoe gaat zoiets dan? Ik ging bellen met m’n vrouw, die tot m’n verbazing niet direct negatief was. Wij hebben namelijk aan het begin van onze loopbaan zeven jaar in de zending in Indonesië gewerkt en hebben daar ook de Indonesische taal geleerd. In Hongkong zijn er ook veel mensen uit Indonesië en m’n vrouw zag op dat gebied mogelijkheden. Zo kwam van het een het ander en zijn we in december 2010 naar Hongkong vertrokken.”

En de roeping?

„Het klinkt misschien wat dierbaar, maar we hadden de overtuiging dat dit de weg was die God wilde dat we zouden gaan. We konden er niet meer onderuit, om het zo maar eens te zeggen. En natuurlijk spelen daar dan ook allerlei andere zaken mee, dat is helder. Maar roeping is, als ik terugkijk op ons leven, altijd het meest bepalend geweest.”

Kunt u dat uitleggen?

„Ik studeerde voor onderwijzer toen het diepe verlangen groeide om predikant te worden en de weg werd geopend. Jaren later las ik als student een artikel in het RD waarin de GZB studenten theologie opriep om over de zending na te denken. Daarvóór hadden we daar nooit bij stilgestaan. Maar dat artikel sloeg in. Als een raket, zeg maar gerust. We zijn ons toen gaan oriënteren en uiteindelijk werden we uitgezonden en hebben we zeven jaren mogen werken in Indonesië. Daaruit volgde in 1993 mijn promotie op het zendingswerk in Toradjaland en zo kwam steeds van het een het ander.”

Ondertussen was u weggegroeid bij de Gereformeerde Bond en de GZB.

„Ik werd beroepen in een gemeente die zich niet rekende tot de Gereformeerde Bond. Maar ik was nog wel lid en betaalde m’n contributie. Maar op een gegeven moment bleek dat het feit dat ik niet in een Bondsgemeente stond ertoe leidde dat ik ook niet meer in het adresboek van de Gereformeerde Bond werd opgenomen. Toen ben ik gestopt met contributie betalen. Je moet jezelf ook niet opdringen.”

U wilt toch niet zeggen dat het alleen een administratief gebeuren was?

„Nee, ik had gaandeweg over allerlei zaken andere opvattingen gekregen. Maar ten diepste ben ik een rascalvinist gebleven. Over bijvoorbeeld de liturgie, de functie van het belijden, de plaats van de vrouw en allerlei uiterlijkheden ben ik anders gaan denken. De verkiezing heeft voor mij een andere betekenis gekregen. Dit leerstuk speelt voor mij niet in die zin dat ik worstel met de vraag of ik uitverkoren ben.”

Iemand die zich een rascalvinist noemt, maar die het leerstuk van de uitverkiezing terzijde heeft geschoven?

„Niet weggeschoven: ik zie het anders. Het leeft voor mij niet meer zoals het in de gereformeerde gezindte wel leeft bij veel mensen. Ik ben afkomstig uit de Gereformeerde Gemeenten en heb daar veel goeds meegekregen. Ik waak er ook voor een nestbevuiler te zijn. De diepe godsvrucht uit mijn ouderlijk huis is voor mij erg belangrijk geweest en is dat nog steeds. Ook in Hongkong zie ik het belang daarvan in. Het persoonlijke geloof, de band met God; de trouw van God, Zijn beloften, dát zijn noties uit het calvinisme die me zeer raken. Hij leeft en Hij grijpt in: in de wereld, maar ook in ons persoonlijke leven. Dat is de achtergrond van roeping. God laat de wereld maar niet aan z’n lot over, maar werkt door Israël, door Jezus en door onder andere de zending. Hij wijst en opent wegen die we hebben te gaan.”

Wat is voor u onopgeefbaar in de gereformeerde theologie?

„Veel. De plaats van de Bijbel, de verbinding tussen bevinding en maatschappelijke activiteiten, de visie op de kerk et cetera. Maar zeker ook de lichamelijke opstanding van Jezus. Ik kan niets met allerlei gepraat over een opstaan in de geest en in een nieuwe mentaliteit. Het gaat om het bestaan van God en Zijn werk.”

Het was juist in de tijd van uw scribaat dat de Zeeuwse Klaas Hendrikse, predikant in de Protestantse Kerk, het bestaan van God ter discussie stelde.

„Dat heeft me enorm geraakt. Ik heb destijds een persoonlijk geloofsgetuigenis gegeven in de synode over deze zaak. Ik heb zelf ook geworsteld met de vraag naar het Godsbestaan, maar ik ben tot rust gekomen in het geloof dat God niet zomaar een vaag iets is, maar een Persoon. Iemand Die ingrijpt, Iemand Die spreekt en werkt.”

Maar de Protestantse Kerk greep niet in en liet ds. Hendrikse gewoon zijn verhaal doen.

„De kerk heeft gesproken. Onomwonden en unaniem heeft de generale synode uitgesproken dat we een God hebben, Die leeft en bestaat. Is dat niks? Als je vooral wilt dat een dwalende predikant veroordeeld wordt en afgezet, dan is dat wellicht te weinig. Maar dan raken we aan de discussie over tucht en zuiverheid van de kerk. De geschiedenis heeft bewezen dat je met het afzetten van predikanten geen zuivere kerk krijgt. Je bereikt hoogstens dat er weer een scheuring komt. Toch mag de kerk evenmin zwijgen en dat heeft ze niet gedaan.”

Hoe kijkt u nu, als u in Hongkong bent, naar de kerk in Nederland?

„Het is zeker niet zo dat het in China allemaal beter is dan hier. Zo is er veel (klein)-menselijke verdeeldheid. De versnipperdheid van de kerken in China is voor nu en zeker voor de toekomst een enorm probleem. Ik ervaar daar wel veel persoonlijk geloof. Jonge mensen, vaak net tot bekering gekomen, die vrijmoedig spreken over het geloof en enthousiast theologie studeren. Tegelijkertijd is er soms weinig vastheid, weinig structuur. Daarom is de gereformeerde theologie daar van grote waarde: in de rijke traditie en in haar visie en structurering van de kerk. De zelfstandigheid van een plaatselijke gemeente is een groot goed. Maar er is in het Lichaam van Christus ook samenhang en structuur nodig. Juist gereformeerden hebben hierover iets te zeggen.”

Een gereformeerde theoloog aan een luthers seminarie, geeft dat geen problemen?

„Ik ben allereerst protestants, zeg ik altijd wanneer daarnaar gevraagd wordt. Een protestant die wil staan in de reformatorische traditie. Nee, het is geen probleem, omdat ze heel goed weten hoe ik erin sta. Ook aan het lutherse seminarie is het te merken hoe evangelicaal de nieuwe christenheid is. Het gaat om persoonlijk geloof en de relatie met God wordt bewust opgebouwd en gevoed. De opleiding van de Protestantse Kerk in Nederland kan hiervan duidelijk leren. Bij ons is het soms te verstandelijk en te wetenschappelijk.”

Hoe ziet u de toekomst van christenen in China?

„Ik geloof vast dat binnen afzienbare tijd de christenen echte vrijheid krijgen in China. Als dat land een wereldspeler wil worden, kán godsdienstvrijheid niet uitblijven. De maatschappij is explosief in ontwikkeling, zodat de overheid de repressie ten opzichte van het christendom nooit kan volhouden.”

Wanneer komt u definitief terug naar Nederland?

„Wij hebben gezegd dat we in principe tot eind volgend jaar beschikbaar zijn voor het docentschap in Hongkong en het opbouwen van relaties in China. Als er een goede opvolger gevonden kan worden, mag het korter. Lukt dat niet, dan kan het iets langer zijn. Als het seminarie dat tenminste wil.

Voor ons is heel belangrijk hoe de situatie van onze kinderen en kleinkinderen zich ontwikkelt. Als het nodig is, gaan we terug naar Nederland. Onze eerste prioriteit ligt nu bij ons gezin. Wat dat betreft was het de afgelopen maand spannend. We waren met verlof in Nederland toen onze schoonzoon een hersenbloeding kreeg. We konden direct hulp bieden in het gezin en dat hebben we ervaren als leiding.

Nog een groter wonder is het dat God, zoals het er nu naar uitziet, volledig herstel heeft gegeven. Maar het is zeker door ons heengegaan dat dit wel eens het einde van ons werk in Hongkong zou kunnen betekenen. Nu ziet het er weer anders uit, maar ook wat dat betreft weten wij nooit de weg ten einde toe. Dan zijn we weer terug bij het begrip roeping. Wij stippelen geen carrière uit, maar wij hebben te gaan in Gods weg.”


Levensloop Bas Plaisier

Bastiaan Plaisier wordt op 19 juli 1946 te Hendrik-Ido-Ambacht geboren. In 1977 wordt hij bevestigd als zendingspredikant en vertrekt hij voor de GZB naar Indonesië. In 1984 keert hij terug naar Nederland. Van 1987 tot 1997 is hij predikant van de hervormde gemeente 
te Den Haag (Moerwijk/
Morgenstond). Van 1997 tot 2004 is hij secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk, van 2000 tot 2004 scriba van de SoW-kerken en van 2004 tot 2008 van de Protestantse Kerk. Vanaf 2008 is hij speciaal vertegenwoordiger van de PKN in China en sinds december 2010 docent aan het luthers seminarie in Hongkong.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer