Pastoor Liempde: Excuus aanbieden kan niet, dat zou niet oprecht zijn
LIEMPDE – Pastoor N. van der Sluis is niet van plan excuus aan te bieden aan de familie van een overleden man van wie hij de uitvaart niet wilde leiden omdat deze euthanasie liet plegen. „Dat zou niet oprecht zijn. Ik meen dat ik een juiste beslissing heb genomen.”
Van der Sluis heeft geen spijt van zijn beslissing, zo deelde hij woensdagmorgen desgevraagd telefonisch mee. Wel zegt hij de commotie en de emotionele gevoelens bij de familie te betreuren. „De richtlijnen van de Nederlandse bisschoppen zijn helder. Na het plegen van euthanasie kan er geen sprake zijn van een kerkelijke uitvaart. En ook niet van een avondwake, een eucharistieviering of een gebed op de begraafplaats. Als je die lijn wilt volgen, kun je ook niet toelaten dat een collega je taken overneemt in het kerkgebouw van ons dorp.”
Dat een collega vervolgens in zijn eigen parochie de uitvaart leidt, respecteert Van der Sluis. „Dat is zijn afweging, waar ik niet intreed.”
De pastoor werd ruim twee weken voor het overlijden van de man betrokken bij zijn ziekbed nadat hij uit het ziekenhuis thuiskwam, en bracht hem vier keer een pastoraal bezoek. De laatste keer deelde de familie mee dat er euthanasie zou gaan plaatshebben.
„Ik heb toen direct aangegeven dat dit een ernstig probleem was en dat ik daar gezien de kerkelijke regels en vanuit mijn eigen geweten grote moeite mee had. En dat euthanasie consequenties kon hebben voor de kerkelijke uitvaart na euthanasie. Ik wilde me echter nog even daarover beraden en gaf aan daar later diezelfde dag of de volgende morgen met hen over te willen praten. Ik dacht dat mij daarvoor nog enige tijd vergund was. Maar de euthanasie had nog diezelfde dag plaats.”
Van der Sluis gaf vervolgens aan dat een kerkelijke uitvaart niet kon. „In een telefoongesprek met de vrouw van de overledene zei ik dat ik het jammer vond dat ik mij op dat moment op die manier moest verantwoorden. Maar dat het voor mij als pastoor en als persoon onmogelijk was een kerkelijke uitvaart te leiden.”
Ze schreef de volgende dag een brief ,waaruit bleek dat ze mijn persoonlijke standpunt en gewetensproblemen wel respecteert, maar dat ik toch minstens de kerk open zou moeten stellen, zodat een collega de dienst kon leiden.”
Van der Sluis noemt euthanasie in strijd met de uitgangspunten van het geloof. „Het leven is een gave die van God, de Schepper, is ontvangen. Dat betekent dat je niet zelf het leven kunt regisseren van de wieg tot het graf en het levenseinde kunt vaststellen.”
„Er is sprake van verregaand subjectivisme”, stelt Van der Sluis. Mensen zijn doorgaans ook slecht op de hoogte van de kerkelijke standpunten. Ze vinden dat de kerk hen niet moet betuttelen in moreel opzicht. De meeste collega’s onderschrijven de kerkelijke regels, maar maken soms wel een andere afweging, omdat ze vinden dat ze de mensen terzijde moeten staan, juist op dat soort momenten. Daarom bewilligen ze toch in een kerkelijke uitvaart.”