Nationale synode kan niet zonder schuldbelijdenis
Schuldbelijdenis, aandacht voor Israël en oog voor heel het volk mogen op het vervolg van de nationale synode niet ontbreken, menen ds. Jan den Admirant en Teun van der Weijden.
Op 10 en 11 december 2010 werd de nationale synode voor de eerste keer gehouden, in de Grote Kerk in Dordrecht. Op 15 september belegt de stuurgroep een beraad met het oog op de volgende synode, die in 2013 bijeen moet komen, zo was onlangs te lezen in deze krant. Beiden hebben wij de synode in december bijgewoond. Het was goed om daar te zijn. We misten helaas wel een (collectieve) belijdenis van onze schuld tegenover God en elkaar en een verootmoedigen daarover voor de Heere. Het offer van een verbroken hart en verslagen geest behaagt de Heere.
Het was ook betreurenswaardig dat veel kerkgenootschappen uit de gereformeerde gezindte niet vertegenwoordigd waren. Bij een nationale synode moet het gaan om heel de kerk. We dienen bij elkaar te komen met mensen die in de Heere Jezus Christus geloven als persoonlijke Zaligmaker, waarbij wij goed beseffen dat wij geen hartenkenners zijn.
Gods gemeente is er ook voor de natie, zodat ook christenvertegenwoordigers van de natie er bij betrokken moeten zijn. We denken daarbij aan onze broeders Van der Staaij en Slob. We hebben voorbeelden uit de geschiedenis, zoals de convenanters in Schotland, die een verbond sloten voor het aangezicht van de Heere. En wat ons vaderland betreft denken we aan de woorden van prins Willem van Oranje: „Ik heb met de Potentaat der potentaten een vast verbond gemaakt.” In 2004 was er in de Augustijnenkerk in Dordrecht een samenkomst van de Gereformeerde Bond die werd afgesloten met het uitspreken van het amen op de verbondsvernieuwing zoals we kunnen lezen in 2 Kronieken 29 en 30. De Heere heeft in Dordrecht toen kennelijk gesproken.
Wat ook zeer belangrijk is om te belijden, is dat we als gemeente van God weinig of geen oog hebben gehad voor Israël. Er komen geen herleving en eenheid zonder verootmoediging, boete, verzoening en zicht op Israël. Wij danken God dat er meer zicht op Israël begint te komen. Hopelijk behoort de vervangingstheologie tot het verleden.
Laten we niet wachten met samenkomen tot 2013, maar samen de Heere zoeken en vragen of Hij ons de weg wil wijzen die moet worden gegaan. Laten we vooral veel tijd nemen voor gebed en stil zijn, samen luisteren naar Gods stem. Geen stokpaardjes, maar een toontje of meer lager zingen. In nederigheid en ootmoed, maar ook in geloof en vertrouwen dat God door ons tot Zijn doel zal komen met Israël en Zijn gemeente en uiteindelijk met alle volken. Dat heeft God Zelf beloofd, en op die belofte mogen wij pleiten. God zal opstaan, en Zich over Sion ontfermen (Psalm 102). Juist nu het hele wereldgebeuren in rep en roer is, vraagt God Zijn kinderen zich te mobiliseren. Volk van God, sta op!
De auteurs zijn evangelist.