Wetenschap & techniek

Amerikanen meten meltdowns Fukushima via de lucht

Het bewijs dat de reactorkernen van de centrale in het Japanse Fukushima zijn gesmolten, wordt steeds sluitender. Mark Thiemens en zijn collega’s van de universiteit van Californië hebben sporen van radioactief zwavel-35 in de lucht boven Californië aangetroffen. Ze publiceerden hun bevindingen vorige week op de website van het tijdschrift PNAS.

Wetenschapsredactie
24 August 2011 08:43Gewijzigd op 14 November 2020 16:17
De Japanse kerncentrale Fukushima I. Foto EPA
De Japanse kerncentrale Fukushima I. Foto EPA

Doordat de Japanners zeewater gebruikten om 
de oververhitte reactoren te koelen, zijn chloor­kernen uit zeezout in aanraking gekomen met 
neutronen die uit de reactoren lekten. De chloor­kernen absorbeerden de neutronen en stootten 
direct daarna een proton uit. Door het verlies van 
een proton veranderde choor-35 in zwavel-35.

Het zwavel oxideerde tot zwaveldioxidegas (SO2) of tot in water opgeloste sulfaationen (SO42-), die zich met vochtdeeltjes door de lucht hebben verspreid.

Bij een overwegende westenwind waaide het overgrote deel naar Californië. Daar werden op 28 maart, twee weken na de tsunami, flinke pieken gemeten in de concentraties 35-SO2 en 35-SO42-.

Volgens Thiemens’ berekeningen moeten er in 
Fukushima 400 miljard neutronen per vierkante meter van de reactor in contact zijn gekomen met zeewater om aan deze concentraties te kunnen komen. Dat is alleen mogelijk bij een meltdown.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer