Gaddafi, vriend van het Westen
Gaddafi is een kat met zeven levens. En tevens een man met vele gezichten. Maar voor alles is hij een charmeur.
Momenteel noemt de hele wereld Muammar Gaddafi een „wrede dictator.” Maar dat is niet altijd zo geweest. Heel wat westerse leiders hebben de Libische leider de afgelopen jaren letterlijk omhelsd.
Gaddafi hield van de camera’s. En, het moet gezegd, de camera’s hielden ook van hem. Met zijn voorkomen was hij beslist mediageniek. Vanaf een kilometer afstand was hij te herkennen.
In 2003 was Gaddafi aan een nieuw leven begonnen. Dit keer als wereldburger. Na de inval van de Amerikanen in Irak vreesde hij ook bij Bush op het lijstje te staan. Hij gaf aan dat hij zijn massavernietigingswapens wilde opgeven. En dat hielp. Hij mocht weer met de grote jongens mee spelen. En hij verwelkomde hen in zijn tent.
Ook nam Gaddafi toen definitief afscheid van het terrorisme. Hij zegde miljoenen dollars schadevergoeding toe aan de slachtoffers van de Lockerbieaanslag. Door die bomontploffing in een Amerikaans passagiersvliegtuig boven het Schotse dorp Lockerbie vielen 270 doden. De aanslag zorgde voor de isolatie van Libië.
Het was niet de enige terreurdaad van Gaddafi. De man heeft uitzonderlijk veel bloed aan zijn handen. Niet alleen door bomaanslagen in vreemde landen. Mensen die vanwege kritiek op zijn regering naar het buitenland waren uitgeweken, liet hij gericht uit de weg ruimen.
Gaddafi werd in 1942 als bedoeïen geboren in de buurt van Sirte. Hij volgde een militaire opleiding, onder andere in Groot-Brittannië. Maar als jonge twintiger voelde hij zich al geroepen het landsbestuur op zich te nemen door koning Idris af te zetten.
Vanaf 1969 zucht het land onophoudelijk onder een man van wie de vreemde grillen in een jongensboek de lachlust zouden hebben opgewekt. Zijn ideologie is een complete fantasiemix van communisme, kapitalisme en nationalisme, dat in het Groene Boekje een islamitisch kleurtje kreeg. Maar in de praktijk viel er niets te lachen. Gaddafi voerde een keihard schrikbewind, waarin er voor andere gedachten geen plaats was.
Een paar levens eerder geloofde hij in het pan-Arabisme en steunde hij actief de Palestijnse verzetsorganisatie PLO. Zijn antisemitisme was wijd bekend. Maar toen de Arabische wereld zijn leiderschap niet erkende, wende hij de steven naar Afrika, en streefde hij naar een Verenigde Staten van Afrika. Hij riep toen ook alle Libische mannen op met zwarte vrouwen te vrouwen, om Libië zo veel mogelijk zwart te laten kleuren.
De Amerikaanse president Reagan vatte het leven van deze man nog het best samen door te spreken van de „dolle hond van het Midden-Oosten.” Zelf liet hij zich ”Broeder Leider” of ”Gids van de Revolutie” noemen. Officieel was hij ambteloos burger, maar in feite was hij de alleenheerser.
Al die 42 jaar van zijn bewind benoemde hij steevast alleen familie-leden en andere zeer vertrouwde mensen in zijn omgeving. Als ooit één leider een veiligheidsobsessie heeft gehad, is het wel Gaddafi geweest. Wat dat betreft is hij het schoolvoorbeeld van de echte dictator.
Maar hoeveel angst de man misschien zelf had, hij bleef toch altijd anderen aantrekken. Sinds de diplomatieke isolatie in 2003 was opgeheven, heeft hij heel wat Europese leiders ontvangen. En als hij in het buitenland op bezoek ging, nam hij zijn eigen tent mee. Want een bedoeïen bleef hij.
Velen dachten dat hij écht veranderd was. Hij was dan misschien wat gestoord, met zijn gekke kleding en zijn lange toespraken over ratten, bloed en de dood. Maar men dacht dat hij prettig gestoord was. Uiteindelijk was hij dan toch een vriend van het Westen geworden.
Politici koesteren vaak de foto’s van zichzelf met (andere) grootheden. Of Chirac, Schröder en Blair hun kiekjes met Broeder Leider ook wekelijks afstoffen, is niet bekend.