Opinie

Zeven lessen van William Carey, vader van de moderne zending

Het leven van de Britse zendeling William Carey (1761-1834) biedt belangrijke lessen voor de kerk en zending vandaag, schrijft dr. Timothy George.

23 August 2011 19:53Gewijzigd op 14 November 2020 16:17
William Carey. Beeld RD
William Carey. Beeld RD

Vorige week, 17 augustus, was het 250 jaar geleden dat William Carey werd geboren. Als schoenlapper werd hij gegrepen door een passie om het Evangelie te verkondigen aan hen die de Naam van Christus nog nooit hadden gehoord. In die tijd was ”zending” een woord uit de dagen van de apostelen. Maar Carey daagde zijn medegelovigen uit om gehoor te geven aan de grote opdracht.

Op 13 juni 1793 voer Carey met zijn vrouw en vier kinderen af naar India. Hij zag zijn vaderland nooit terug. Tot aan zijn dood in India in 1834 besteedde hij zijn leven als prediker, onderwijzer, taalkundige, landbouwkundige, journalist, botanicus, sociale activist en voorman van de wereldwijde zendingsbeweging.

Wat kunnen wij vandaag leren van Carey? Er zijn veel lessen te trekken uit het leven van de vader van de moderne zending, maar ik plaats zeven principes bovenaan.

  1. De soevereiniteit van God. Carey wist dat echt zendingswerk geworteld is in het genadige, eeuwige voornemen van de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest. De kerk heeft vandaag niet het meeste behoefte aan een nieuw trainingsprogramma voor zendelingen of een andere strategie voor wereldevangelisatie. Wat de kerk vooral nodig heeft, is een hernieuwd besef van Wie God is in Zijn volheid: eeuwig, transcendent, heilig, vol ontferming, soeverein werkend door Zijn Geest, om een volk tot Zich te roepen uit alle naties, volken en taalgroepen op aarde. Alleen zo’n besef, geboren uit bekering, gebed en zelfverloochening, kan een nieuwe generatie christelijke getuigen inspireren tot een geloof als dat van Carey.

  2. De beslissende betekenis van Jezus Christus. Helaas is de boodschap die Carey predikte in een groot deel van de christelijke gemeenschap op de achtergrond geraakt. Zowel de godheid van Christus als het beslissende belang van de bekering is in twijfel getrokken. Careys leven moedigt ons aan om de verleidende kracht van cynisme, relativisme en syncretisme te weerstaan en trouw te blijven aan het enige Evangelie dat verloren mensen kan verlossen van de macht van zonde en dood.

  3. Het gezag van de Heilige Schrift. Net als Wycliffe, Luther en Tyndale voor hem vond Carey dat iedereen de Bijbel in zijn eigen taal moest kunnen lezen. Hij zette alles op alles om de moeilijke talen van India en het Oosten te leren, tot hij de Bijbel had vertaald of helpen vertalen in zo’n veertig verschillende talen. Zijn evangelisatieplan voor India rustte op drie pijlers: predik het Evangelie, vertaal de Bijbel en sticht scholen. Carey wist dat het Woord van God „levend en krachtig” is (Heb. 4:12).

  4. Contextualisatie. Dit begrip verwijst naar de noodzaak om het Evangelie op zo’n manier te brengen dat het spreekt tot de totale context van de mensen aan wie het is gericht. Carey had groot respect voor de oudheid en schoonheid van de culturele erfenis die hij in India tegenkwam. Zijn vertalingen en uitgaven van klassieke hindoeïstische teksten hebben bijgedragen aan wat wel genoemd wordt een ”Indische renaissance”. Tegelijk besefte hij diep dat toewijding aan deze geschriften en de religies die erop gebaseerd waren nooit tot het eeuwige leven kon leiden. Careys vermogen om het Evangelie te contextualiseren zonder afbreuk te doen aan de onopgeefbare elementen van het Bijbelse geloof biedt een evenwichtig model voor een Bijbelgetrouwe missiologie in onze eigen tijd.

  5. Holistische zending. Carey weigerde bekering los te maken van discipelschap. Hij wist dat de Heere Jezus brood gaf aan hongerige mensen bij dezelfde gelegenheid als toen Hij Zichzelf aan hen presenteerde als het Brood des levens. Het Evangelie is gericht tot levende personen, ziel en lichaam, te midden van gebroken menselijkheid en behoefte aan heelheid.

  6. Christelijke eenheid. De moderne zoektocht naar christelijke eenheid is ontstaan op het zendingsveld. Carey wees de weg door nauw samen te werken met christenen uit tal van kerkverbanden. Ook riep hij een internationale zendingsconferentie samen om een gemeenschappelijke strategie te ontwikkelen. Hoe zou Carey staan tegenover de hedendaagse oecumene? Hij zou een afkeer hebben van een onkritische oecumene die het unieke van het Evangelie opoffert aan een kleurloze gezamenlijkheid. Maar hij zou het zeker toejuichen als gelovigen uit heel het lichaam van Christus samenwerken in de taak van wereldzending.

  7. Trouw. Careys werk in India heeft als katalysator gewerkt voor een grote missionaire opleving in de kerk. Vandaag staan we nog steeds voor de taak om het goede nieuws over heel de wereld te brengen. De belangrijkste les die we van Carey kunnen leren, is het principe waarbij hij leefde en stierf: „Alzo houde ons een ieder mens, als dienaars van Christus, en uitdelers der verborgen­heden Gods. En voorts wordt in de uitdelers vereist, dat elk getrouw bevonden worde” (1 Kor. 4:1-2).

De auteur is decaan en hoogleraar kerk­geschiedenis aan Beeson Divinity School in Birmingham, Alabama (VS).
thegospelcoalition.org/blogs/tgc/2011/08/19/william-carey-at-250/ voor een Engelse versie van dit artikel.

Meer over
Algemeen
Zending

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer