Ds. B. Krol: Ze sleurden me mee als een varken
GORINCHEM – Uren zat hij vast. Congolese agenten namen hem stevig onder handen en dreigden met de gevangenis. Dat alles is ds. B. Krol niet in de koude kleren gaan zitten. Toch wil hij door met zijn werk in het Afrikaanse land. „Ik laat me niet van mijn roeping weerhouden door een stel criminele doerakken.”
In de tweede helft van juli reisde ds. Krol, werkzaam voor de stichting Facilite, voor de zoveelste keer naar Congo: een land dat hem lief is en waar hij zich geeft voor het zendingswerk. Het was een succesvolle reis. „Vorige week zondag sprak ik nog voor 15.000 Congolezen. Onvergetelijk.”
Toch hing er tijdens het bezoek een grijze wolk boven het werk. „Een voormalige secretaris van een dochterorganisatie in Congo heeft zich het grote huis toegeëigend op het terrein van een van de zendingsprojecten. Hij woont daar nu. Hij heeft valse eigendomspapieren geregeld; de echte zijn weg.”
De gereformeerde predikant laat dat er niet bij zitten. Hij wilde het liefst geen strafzaak tegen de man beginnen, maar voelt zich daartoe gedwongen. „Wij hebben de man namelijk ook betrapt op diefstal. Hij probeert nu wraak te nemen, door mij ook van dingen te beschuldigen. Zo gaat dat in Congo.”
De zendingspredikant wijst erop dat het justitieapparaat in Congo „door en door corrupt” is. „De salarissen van justitieambtenaren zijn zo laag dat ze van de corruptie moeten leven. Wil je in Congo een zaak winnen, dan moet je geld geven.” Ds. Krol gelooft dat dat ook de achtergrond is van alles wat er de achterliggende dagen is gebeurd.
De predikant zou op de dag van zijn vertrek naar Nederland –donderdag– nog een gesprek hebben met de plaatsvervangend procureur-generaal over de diefstal van het huis. „Ik zat met een advocaat voorafgaand aan het gesprek even te wachten. We dronken nog wat. Als snel kwam een man vlak bij mij zitten. Hij ging zogenaamd zitten lezen, maar las helemaal niet. Dat zag ik wel. Zo kwam er nog een man in de buurt zitten. Ik zat er toen niet erg gemakkelijk meer. Ik dacht: Hier is meer aan de hand.”
Een van de mannen sprong opeens op en wilde dat ds. Krol met hem ging bidden. „Hij vroeg me mee te gaan naar een kantoor om daar rustig te bidden. Ik dacht: Dit is een valstrik.”
De predikant liep daarop een andere kant op. De mannen pakten hem vast. „Maar ik stopte en vroeg: Leg eerst maar eens uit wat jullie willen.” Daarop grepen de mannen ds. Krol nog steviger beet en sleurden hem „als een varken” verder naar een nabijgelegen gebouw.
Met geweld werd ds. Krol naar een kantoor van de criminele eenheid van de nationale politie gebracht. „Daar ben ik verhoord. Voortdurend werd de bedreiging opgevoerd en mijn paspoort was me afgenomen. Ondertussen wist ik nog steeds niet waarom ze me hadden meegenomen. Al begreep ik wel dat het omgekochte handlangers waren van de man die ons zendingshuis heeft afgepakt.”
Het werd de predikant al snel duidelijk dat het de mannen ook om geld ging. „Ze wilden 3000 dollar hebben of nog meer, alleen dan zou ik mijn paspoort terugkrijgen. Dat geld had ik niet bij me.”
De bedreigingen bleven uren doorgaan. „Ze zeiden me te willen opsluiten in de gevangenis. Kom daar maar eens uit in Congo.”
Ds. Krol slaagde erin zijn zoon in Nederland te bellen. „Die heeft contact opgenomen met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar hebben ze heel snel en goed gehandeld. Niets dan lof. Daarop is de Nederlandse consul in Congo in actie gekomen. Daar schrokken de agenten merkbaar van.”
De mannen moesten daarop hun aanklacht wel openbaar maken. „Die bevatte twee punten. Ik had in het blad Uitdaging ooit een foto gepubliceerd waarop pygmeeën stonden. Op die foto zouden ze volgens de Congolezen onvrijwillig hebben geposeerd. Als tweede kwamen ze aan met een e-mail uit 2004 die ik aan een onbekende persoon zou hebben gestuurd en waarin ik zou hebben opgeroepen om het regime omver te werpen. Ik heb hen over beide punten hartelijk uitgelachen en alles ontkend.”
De gereformeerde predikant voelde zich ondertussen bijzonder belabberd. „Ik stond te trillen op mijn benen. Niet direct van angst, maar vooral omdat ik dagen niets had gegeten, niet had kunnen eten als gevolg van een tropische parasiet waar ik al weken last van had.”
Door de onderhandelingen van een advocaat en de consul werd ds. Krol uiteindelijk vrijgelaten en kreeg hij zijn paspoort weer terug. „De consul zei tegen mij: Ik zou maar stoppen met je zendingswerk hier. Maar dat doe ik niet: ik laat me mijn roeping niet ontnemen door een stel criminele bestuurders, door een stel doerakken”, zegt de predikant vol vuur.
Al jaren komt hij in Congo. Hij doet er veel aan gemeenteopbouw, een onderwerp waarover hij ook veel publiceerde. Ds. Krol ontwikkelde er een eigen methode voor. Door de jaren heen heeft hij veel bereikt in Afrika.
Na een nacht in een guesthouse te hebben doorgebracht en alles nog een keer goed te hebben doorgesproken met de teamleden in Congo, vloog de predikant met de eerst mogelijke vlucht naar Nederland. Gistermorgen landde hij op Schiphol. Moe en verzwakt, maar ook dankbaar.
Gaat hij nog terug? „Dat ben ik wel van plan. Ik ga mijn leven echter niet in gevaar brengen. Een van de geliefde methoden in Congo is mensen vergiftigen…”