„Verdacht teken als strijd uitblijft”
Het is een verdacht teken als strijd in de kerk uitblijft. Dat zei ds. A. van Voorden dinsdagavond in Opheusden tijdens de bidstond voorafgaand aan de particuliere synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. De synode kwam woensdag onder leiding van ds. A. Schultink in Barneveld bijeen.
Ds. Van Voorden hield zijn voorafspraak uit Job 7:1: „Heeft niet de mens een strijd op de aarde?” „Wat heeft deze tekst met de bidstond te maken? Volgens de kanttekenaren gaat het hier om een drievoudige strijd. De strijd in de wereld, de geestelijke strijd én de kerkelijke strijd. Elk kind des Heeren bevindt zich op vijandelijk grondgebied. God roept Zijn kerk in de openbaringsvorm op tot de strijd. Vijftig jaar geleden had een droeve scheuring plaats. Het ligt ook aan onze zijde verzondigd, maar toch geloven we dat God met ons opgetrokken is.”
De predikant van De Beek-Uddel verving ds. J. Roos, die vanwege lichamelijke zwakte niet kon voorgaan. Ds. Van Voorden sprak verder aan de hand van Psalm 84:7 over de gang van de levende kerk des Heeren door het dal der moerbeziënbomen. Hij bepaalde zijn gehoor achtereenvolgens bij de reizigers van dit dal, de Fontein voor dit dal en de verkwikking in dit dal.
De dichter, hoogstwaarschijnlijk David, kon, ondanks zijn begeerte, niet opgaan naar de voorhoven des Heeren. Vanuit het hart kende hij echter wel de gebaande wegen naar het heiligdom in Jeruzalem. Een van die wegen leidde door het dal der moerbeziënbomen, een dorre plaats met bomen die schijnvruchten voortbrengen. Zo’n plek lijkt op een woestijn en brengt geen verlichting. De ware zioniet zal nog grijpen naar de vruchten van de moerbeziënboom, maar moet in dat jammerdal van dorst voor eeuwig omkomen. In dat dodelijkst tijdsgewricht valt hij God in Zijn recht toe. Maar dan openbaart zich die Fontein, die gezegende Middelaar en schuldovernemende Borg. De Vader had deze verborgen Bronader in het dal van Baca gelegd. De regen, die de reiziger ook rijkelijk zal overdekken, is allerminst verkwikkend. De Heilige Geest toont de overtuigde zondaar namelijk z’n gebroken bakken die geen water houden en brengt hem juist tot de enige Fontein. Wie eenmaal van dat Water des Levens gedronken zal hebben, zal gaan van kracht tot kracht. Zo maakt God zijn volk gewillig om de loopbaan van de Overste Leidsman te lopen.
„Er is behoudenis te vinden voor verslagen zondaren in die enige Middelaar”, aldus ds. Van Voorden. De predikant noemde Nederland koploper in de zonde, maar wees erop dat „wij als burgers het land ook geen behoudenis aanbrengen.”
Met de wens dat de Heere de wacht over het kerkverband mocht betrekken, sprak hij ten slotte zijn ambtsbroeders toe, ieder in zijn persoonlijke omstandigheden. „De Kerk mag er nog zijn. Wij kunnen deze echter niet instandhouden, maar God leidt iedere pelgrim door Baca’s vallei.”
