Hans Küng blijft kritisch rooms-katholiek
TÜBINGEN – De Zwitserse theoloog Hans Küng (83) is, ondanks zijn kritische houding, niet van plan de Rooms-Katholieke Kerk te verlaten. Dat blijkt uit zijn nieuwste boek ”Is de kerk nog te redden?”
Küng wordt wel „de trouwste dissident” van de Rooms-Katholieke Kerk genoemd. Vanwege zijn nimmer aflatende en scherpe kritiek op het machts- en bestuursapparaat van de Rooms-Katholieke Kerk, is hem in 1979 de kerkelijke leerbevoegdheid ontnomen. Zijn kritiek is echter niet verstomd.
Naar aanleiding van het verschijnen van ”Is de kerk nog te redden?” (Ten Have) heeft Küng in het Duitse weekblad Die Zeit (en in andere bladen) zijn voornaamste punten van kritiek nog eens op een rij gezet. En nog steeds neemt hij geen blad voor de mond: „De kerk is ziek, althans de structuren ervan zijn ziek. Er is sprake van een rooms machts- en waarheidsmonopolie, van jurisdictie en clericalisme, van vrouwvijandigheid en antihervormingsgezindheid.”
Zijn actieprogramma, dat de kerk weer gezond en vooral levendiger moet maken, telt vier dringende punten: vrijwillig celibaat, vrouwen in het ambt, eucharistiegemeenschap met de protestanten en het toelaten van hertrouwde gescheidenen tot de eucharistie.
De Rooms-Katholieke Kerk vertoont volgens Küng heel wat gebreken, zoals vriendjespolitiek van de curie, hofintriges, schandalen rond de Vaticaanse bank en het wegmoffelen van feiten over seksueel misbruik. Het rooms-katholieke systeem is in Küngs ogen een vorm van absolutisme dat lijnrecht staat tegenover een sterk veranderde samenleving waarin burgers –ook wat religie betreft– mondig zijn geworden.
Küng zegt aan traditie te hechten, maar dan wel aan een levende traditie die het moet hebben van verandering. Traditie alleen is voor hem geen waarheidscriterium. „Christendom is doorleefde gemeenschap van geloof, hoop en liefde in navolging van Christus. Wie godsvertrouwen heeft, kan zich ook in volle zee wagen. Hij weet dat stormen hem niet zullen vernietigen.”
Küng zegt „heel wat verzuchtingen” te delen met evangelische christenen, maar hij voelt zich niet thuis in een protestantse omgeving. Van een overstap kan dan ook geen sprake zijn. „Eruit stappen zou verraad zijn aan zijn diepgewortelde verbondenheid met de kerk. Bovendien zou ik mezelf ontwapenen. Mijn tegenstanders zouden zeggen: Die kunnen we afschrijven.”