Geen vrede
Jesaja 48:22
„Maar de goddelozen hebben geen vrede, zegt de Heere.” De goddeloze mensen zijn nog vijanden van God. Zij leven als zodanig in oorlog met de Almachtige. Zij hebben aan God geen welgevallen. Zij zeggen: Wijkt van ons, want aan de kennis van Uw wegen hebben wij geen lust. Zij vinden niets beminnelijks in dat zalige Wezen. Hij is in hun ogen een verterend vuur. Jesaja zegt over hen: De zondaren te Sion zijn geschrokken. Beving heeft de huichelaars aangegrepen. Zij zeggen (Jesaja 33:14): „Wie is er onder ons, die bij een verterend vuur wonen kan? Wie is er onder ons, die bij een eeuwigen gloed wonen kan? Zij hebben bedenkingen van het vlees, dat op zich vijandschap is tegen God. David zegt (Psalm 5:5,6): „Gij zijt geen God Die lust heeft aan goddeloosheid; de boze zal bij U niet verkeren. De onzinnigen zullen voor Uw ogen niet bestaan; Gij haat alle werkers der ongerechtigheid.”
David zegt van de goddelozen dat ze vijanden van God zijn. Geen wonder dat als ze vijanden van God zijn, God ook hun vijand is en dat zij deze vrede missen. Want zij zijn buiten de Heere Jezus en hebben geen aandeel aan de verzoening die Hij door Zijn dood en bloedstorting heeft verdiend.
Henricus de Frein, predikant te Middelburg
(”De ongelukkige staat der godlozen”, 1723)