Zweedse schrijfster Runa past bij avond en haardvuur
Sommige boeken zijn als schatkisten: verweerd, vergeten maar rijk van inhoud. Corrie Verrips uit Leerbroek speurde jarenlang stad en land af naar haar schatten: boeken van de Zweedse schrijfster Runa.
Ze liep op een rommelmarkt. Of in een tweedehandswinkel. De locatie weet ze niet meer precies, die doet er ook niet toe. Wél dat ze daar een boek vond dat haar bijzonder aansprak.
Verrips opende het, begon te lezen en was verkocht. Het is inmiddels zo’n 22 jaar geleden dat ze ”De familie Ekekrona” van Runa ontdekte, maar de Leerbroekse weet nog goed wat haar zo trof. „Runa’s boeken draaien om de weg die God gaat met Zijn kinderen. Dat raakt me nog steeds als ik de boeken herlees.”
Dat niet alleen: Runa’s boeken gaan vaak over controversiële onderwerpen. Opmerkelijk, zeker voor de tijd waarin ze geschreven werden, begin 20e eeuw. In ”De familie Ekekrona”, bijvoorbeeld, wordt een vrouw verliefd op een zestien jaar jongere man. Geen klucht, geen goedkoop romannetje. „Nee, het verhaal steekt met kop en schouders boven allerlei moderne romans uit.”
Verrips was zo aangenaam verrast door de kwaliteit van de boeken van deze onbekende schrijfster dat ze op zoek ging naar meer. Ze struinde tientallen verkoopplekken van tweedehandsboeken af. Tot wanhoop van haar man. „Ik droeg standaard een boekje met ontbrekende titels van Runa bij me. Altijd als ik ergens kwam moest ik snel even bij de plaatselijke tweedehandsboekwinkel kijken. Dan liep ik naar de toonbank en vroeg ik: „Heeft u ook boeken van Runa?” Was het antwoord ja, dan hoopte ik zó dat er een boek tussen zat dat ik nog niet had.”
Het kostte haar zo’n twintig jaar om 21 vertaalde titels van Runa bij elkaar te schrapen. Het laatste boek vond ze twee jaar geleden op een rommelmarkt, toen ze de zoektocht eigenlijk al had opgegeven. Terwijl ze zich belangstellend over het aanbod boog, viel haar oog opeens op het enige ontbrekende boek uit haar lijstje. Verrips: „Ik was er zo blij mee. Dit soort boeken kost niets, heeft totaal geen geldwaarde. Maar voor mij was het heel bijzonder dat ik het toch nog vond. Al heb ik het nog steeds niet gelezen.”
Verrips denkt dat ze nu alle titels heeft, al is ze daar niet honderd procent zeker van. „Ik weet dat Runa ook kinderboeken en prentenboeken heeft geschreven, maar daar heb ik nooit vertaalde versies van kunnen vinden.”
Er is meer dat in het ongewisse blijft. Wie was Runa? Hoe leefde ze? Was ze getrouwd, had ze kinderen? „Ik heb op internet maar weinig over haar kunnen vinden. Haar echte naam is Elisabeth Maria Beskow, weet ik. Ze leefde van 1870 tot 1928 en was de dochter van een Zweedse predikant. Na Selma Lagerlöf is Runa de meest gelezen vrouwelijke Zweedse schrijver van haar tijd. Dat maakt mij heel benieuwd naar het geestelijk leven in Zweden rond de vorige eeuwwisseling. Want hoe kunnen zulke christelijke boeken zo populair zijn als er geen rijk geloofsleven in een land is?”
Tot nu toe heeft Verrips echter geen antwoord op deze vragen kunnen vinden. Ze moet toegeven dat haar enthousiasme voor Runa de laatste jaren ook iets is getemperd. Het is tijden geleden dat ze een boek van de Zweedse auteur ter hand heeft genomen.
„Ik weet niet of ik er nu nog zo weg van ben als vroeger. Je smaak verandert natuurlijk in de loop van de tijd, en toen ik mijn eerste Runa kocht was ik net dertig. Haar boeken zijn nu meer een soort kerstwoord voor me geworden. Als het buiten donker is en het haardvuur knapt in de kachel, krijg ik zin om Runa nog eens te herlezen. In die sfeer moet je het zien.”
Maar toch: „Als ik in zo’n boek blader, geeft het me nog steeds het gevoel van vroeger: de sfeerbeschrijvingen vind ik nog altijd prachtig, bijna mystiek. Een beetje vergelijkbaar zelfs met landgenote Marianne Fredriksson. Er zit literaire diepgang in.”
Verrips’ huiskamer leent zich in elk geval uitstekend voor dit gevoel: mooie, antiek aandoende meubels, een warm gekleurde tegelvloer, pasteltinten. Een kastje vol oude boeken, comfortabele banken, een stevige, houten salontafel.
Als Verrips het portret van een oude vrouw aanwijst, schieten er lachvonkjes in haar ogen: „Mensen denken dat dit mijn oma is. Maar toen wij ruim twintig jaar geleden hier kwamen wonen, heb ik iets gedaan wat ik nu nooit meer zou doen: Een portret van Runa uitgeknipt, ingelijst en opgehangen.”
Hoe enthousiast Verrips ook is, ze plaatst wel een aantal kanttekeningen bij Runa’s boeken. „Tieners bijvoorbeeld zijn echt niet geïnteresseerd in dit soort literatuur. Runa schrijft over een wereld die niet meer bestaat. Haar boeken zijn niet snel en flitsend genoeg. De belevingswereld van jongeren is totaal anders dan die van haar.”
Maar moderne romans doen toch echt onder voor Runa, vindt ze. Waar traagheid en diepgang hand in hand gaan bij Runa, geldt dat voor actie en oppervlakkigheid bij veel populaire lectuur. „Christelijke Amerikaanse romans hebben bijna niets met het echte leven te maken. De boeken van Runa zijn veel realistischer, ondanks de verheven sfeer en taal. En zelfs ondanks de dweperige manier waarop ze soms over relaties spreekt.”
Je moet door de oude taal heen kunnen lezen om te ontdekken wat er echt toe doet, vindt Verrips. „De geloofsbeleving bijvoorbeeld is juist heel radicaal en verfrissend. Daardoor lijkt het alsof je dingen voor het eerst hoort.”
Of er een bepaalde passage is die Verrips bijzonder aangesproken heeft? „Nee, doordat de manier van vertellen in deze boeken heel traag is, neemt een aansprekende passage al snel enkele bladzijden in beslag.”
Maar de kernuitspraak –„Wat is het leven? God te kennen en door Hem gekend te worden”– heeft ze overgeschreven op papier. Opgeslagen in haar hoofd. En gegrift in haar hart. „Dat is wat ik ook het belangrijkste vind. Alle hoofdpersonen in haar boeken hebben een diep en sterk geestelijk leven. Ze krijgen met moeilijkheden te maken, maar altijd kiezen ze de koninklijke weg. En dat is een weg van zelfverloochening. Als ik dat lees, word ik zelf ook aangespoord een heilig leven te leiden.”
Het is voor Verrips onbegrijpelijk dat de boeken nooit zijn heruitgegeven. „Als ik kijk naar wat er wél wordt herdrukt, kan dat bij Runa toch ook wel? Haar boeken zijn veel beter dan het meeste wat tegenwoordig verschijnt. En ze hebben recent toch ook ”Gösta Berling” van tijdgenoot Selma Lagerlöf opnieuw uit de kast gehaald?”
Met wat stemverheffing: „Ik wil iedere christelijke uitgever uitdagen om Runa’s boeken opnieuw uit te geven.”
„Het boek van ”de tantes” blijft een mooie herinnering”
Absoluut, zonder twijfel, het allermooiste dat Runa geschreven heeft is de ”Skalungatrilogie”. „Die boeken staan aan de top”, verzekert Corrie Verrips.
De trilogie gaat over een predikant die met ongelovige vrouw trouwt. In de drie romans werkt Runa verder uit welke worstelingen en problemen dat met zich meebrengt. „Zonder clichés”, aldus Verrips. „Die bestaan niet in deze boeken. Dat is nog een reden waarom het zo interessant is om Runa te lezen: ze denkt origineel. En ze gaat moeilijke onderwerpen niet uit de weg. Nu is het misschien heel normaal om een roman te schrijven over een dominee en een ongelovige vrouw, maar dat was het honderd jaar geleden bepaald niet.”
De trilogie staat met stip bovenaan omdat die een hoog literair gehalte heeft, vindt Verrips. „Dat komt door de prachtige sfeer die de verhalen oproepen, door de goede karaktertekeningen en de beschrijvingen van de omgeving. Een boek is goed als je je kunt vereenzelvigen met de hoofdpersoon. Dat is in deze boeken zeker zo.”
De echtgenoten krijgen tijdens hun huwelijk heel wat moeilijkheden te verstouwen, zeker als er ook nog kinderen komen. De predikant gaat daarom raad vragen bij een eenvoudige meubelmaker die over veel geestelijke kennis beschikt. „Dat heeft de auteur heel mooi beschreven. Je zult het vast mal vinden, maar ik heb ooit een miniatuurafbeelding van de Zweedse schilder Carl Larsson gevonden die precies de sfeer uitbeeldt die het verhaal van de meubelmaker bij mij oproept. Dat plaatje bewaar ik zorgvuldig.”
Een ander boek dat voor Verrips speciaal is, heeft de titel ”De God zijner moeder”. Een verhaal over vergeving en verzoening. „Iets minder mooi dan ”Skalunga”, maar als ik het einde lees, vind ik het toch altijd weer prachtig. Mij is gevraagd een aantal boeken van Runa op te sturen voor het volgende feuilleton in familieblad Terdege. En deze titel is het geworden. Lezers moeten zelf maar ontdekken waar het verhaal precies over gaat.”
Een laatste titel in Verrips’ rijtje met favorieten is ”Birger Löwing”, een roman over een gescheiden predikant die hertrouwt en hier veel strijd mee heeft. „Zondigt hij niet tegen God op die manier? Hoe zal hij ooit het Woord kunnen bedienen? Het boek gaat op een integere, gevoelige en Bijbelse wijze in op de problematiek van echtscheiding onder christenen. De predikant voelt zich vergeven wanneer zijn nieuwe huwelijk bezegeld wordt met de komst van een kind.”
Aan sommige boeken koestert Verrips waardevolle herinneringen om de manier waarop ze bij haar terechtgekomen zijn. Aan ”De buren van Westerval” bijvoorbeeld, dat ze ontdekte in de boekenkast van twee ongetrouwde oudtantes. De dames werden altijd kortweg aangeduid als ”de tantes”. Verrips: „Iedereen wist dan dat je tante Cor en tante Dit bedoelde. Ze waren in de wijde omgeving bekend. Toen tante Cor overleed, gingen we bij tante Dit op bezoek. Ik zag dit boek in hun boekenkast liggen, en tante Dit zei: „Neem maar mee, ter nagedachtenis aan tante Cor. Dit boek was dus tegelijkertijd zowel een nieuwe vondst voor mij als een mooie herinnering.”
Het werk ”Van tweeërlei vader” is bijzonder voor Verrips omdat het haar herinnert aan haar lange zoektocht naar Runaboeken, waarbij ze hulp kreeg van een toenmalig medegemeentelid. Verrips: „Ze bood spontaan aan mij te helpen. Voor in dit boek staat geschreven: „Voor mevrouw Verrips, een mooi exemplaar.” Dat vind ik zo leuk.”
De meeste boeken van Runa die Verrips in haar kast heeft staan, zijn vertaald door A. Lukkien. Waarschijnlijk een mannelijke vertaler die erg te spreken was over de boeken. Dat stak hij niet onder stoelen of banken. Verrips pakt ”Van tweeërlei vader” nog eens van tafel en slaat het open.
Van den vertaler,
Ondergeteekende heeft met blijdschap dit boek vertaald. Niet omdat hij het nu eens precies met de schrijfster in alle bijzonderheden eens is, maar omdat Runa in dit boek de profetieën der Schrift tot de lezers brengt, niet als denkbeelden of gevoelsuitingen van de schrijvers, maar als openbaringen Gods. Zulk een boek kan in onze dagen, ook in ons land, tot zegen zijn.
„Kennelijk werden haar boeken dus erg hoog aangeslagen. De vertaler geeft aan het niet altijd met Runa eens te zijn. Dat merk je bijvoorbeeld ook als je het boek opent en voetnoten tegenkomt over het verschil tussen het Luthers avondmaal en de manier waarop wij dat vieren. Maar Lukkien ziet haar verhalen blijkbaar wel als een soort openbaringen van God. Dat begrijp ik wel. Runa moet een rijk geestelijk leven gehad hebben, anders kun je zo niet schrijven. Ze schrijft echt van binnenuit.”
Hoewel Lukkien het leeuwendeel van het vertaalwerk voor zijn rekening heeft genomen, is er ten minste één boek dat vertaald is door een ander, en wel door Jacqueline van der Waals. Het betreft ”De oude dominee van Hornsjö”, uitgegeven door Callenbach. Verrips: „Het zegt wel iets dat ook Van der Waals enthousiast was over Runa’s boeken, vind ik.”
Weet u meer van Runa? Mail dan naar boeken@refdag.nl. Dit is het derde deel van een serie over verzamelaars van boeken. Over twee weken deel 4.