Opinie

Ze drinken en roken, en toch zijn het echte christenen

Door haar verblijf in Nederland leerde Maria van Oost-Mitocaru om alles te toetsen aan de Bijbel.

4 August 2011 20:01Gewijzigd op 14 November 2020 16:04
Maria van Oost-Mitocaru. Foto RD
Maria van Oost-Mitocaru. Foto RD

De eerste keer dat ik Nederlandse christenen ontmoette, was tijdens SGP-conferenties in Roemenië. Ik was niet echt onder de indruk van hun christen-zijn. Ik deelde de mensen altijd in twee groepen: je had ”echte christenen” en je had ”schijnchristenen”. Echte christenen kon je onder meer onderscheiden aan het feit dat ze geen sieraden droegen, niet rookten en geen alcohol dronken. Toen ik zag dat de Nederlandse christenen dronken en dat sommigen rookten, nam ik onmiddellijk aan dat ze alleen in naam christen waren en geen persoonlijke relatie met God hadden. Maar nadat ik hen beter leerde kennen en zag hoe ze zich gedroegen, hoeveel ze uit de Bijbel lazen en hoe ernstig ze waren in hun gebeden, raakte ik helemaal in verwarring. Wat was dit voor soort christenen?

Een paar jaar later kreeg ik de gelegenheid om een aantal jaren in Nederland te studeren. Al snel kreeg ik verkering met Tom, een Nederlandse christen die ik al eerder in Roemenië had ontmoet. Hierdoor kon ik het Nederlandse christendom nog veel beter leren kennen. Mijn visie op Nederlandse christenen is ingrijpend veranderd sinds ik ze voor het eerst ontmoette. Ik ging ze aanvaarden als echte christenen, ondanks hun drinken en roken.

Dat was niet gemakkelijk en ik had veel vragen over hun levensstijl, hun geloofsovertuigingen, kerkelijke tradities, over alles. Ik herinner mij nog een van de eerste keren dat ik op zondag een kerkdienst bezocht. Ik zag een aantal banken leeg blijven voor in de kerk en ik vroeg mij af waarom niemand daar ging zitten, ook al werd de kerk steeds voller. Wellicht waren ze voor het koor, dacht ik. Ik wachtte geduldig op het begin van de dienst en merkte hoe de deur voorin openging, precies op het moment dat het orgel ophield. Een rij mensen in donkere pakken kwam binnenmarcheren. Ze gingen in de lege banken zitten. Ik vroeg mij af waarom ze dat deden, want ze leken niet het koor te zijn.

Op deze en andere vragen gaf Tom mij na de dienst antwoord. Dat nam mijn verwarring niet weg. Waarom moeten deze mensen zo’n scheiding aanbrengen tussen henzelf en de gemeente? We worden geacht allemaal gelijk te zijn, maar toch laten zij duidelijk zien dat zij niet zijn zoals wij. Ik vond dit moeilijk te begrijpen, en vind dat nog steeds, maar raak er nu meer aan gewend. Ik zie het als een verschil in taken in plaats van als een verschil in waarde tussen christenen.

Ik krijg vaak de vraag: „Zijn er veel verschillen tussen jouw kerk in Roemenië en deze kerk?” Iedere keer vind ik het lastig om te antwoorden. Ja, er zijn veel verschillen, maar de meeste hebben gelukkig te maken met de cultuur, niet met het geloof. We hebben dezelfde God en dezelfde Bijbel. Door de menselijke feilbaarheid gaan mensen er in de praktijk helaas verschillend mee om.

Het moeilijkste toen ik hier kwam vond ik het om los te laten wat ik wist en objectief te kijken naar de nieuwe dingen waarmee ik in aanraking kwam. Alles wat ik zag of hoorde ging eerst door het filter van wat ik in Roemenië had geleerd. Ik moest leren om alles door het filter van de Bijbel te laten gaan, en het dan te accepteren of af te wijzen. Tom, met wie ik een maand geleden ben getrouwd, heeft mij hier veel bij geholpen. Ik hielp hem ook, want op een bepaalde manier maakte hij hetzelfde mee. Ik confronteerde hem met vragen die hij zelf nooit durfde stellen. Zijn eerste neiging was ook om te kijken naar wat hij gewend was in plaats van naar de Bijbel.

Wat we geleerd hebben hoeven we niet te vergeten, maar het moet op de tweede plaats komen, na de Bijbel. Ik merkte dat christenen hier meer dan de christenen in Roemenië alles wat ze doen Bijbels willen onderbouwen. Ik schaamde mij toen ik ontdekte dat sommige dingen waaraan ik gewend was, zoals een kerstboom, paaseieren en reizen op zondag, minder onschuldig waren dan ik dacht. Het is nog steeds moeilijk om alles wat ik zeg, denk en doe zo nauwkeurig te beoordelen. Vaak ben ik bang dat ik iets verkeerds zeg of iets over het hoofd zie en mensen zouden kunnen denken dat ik iets verkeerd doe.

Ook al zullen er zijn die het ontkennen, er bestaat zoiets als een speciale Nederlandse christelijke cultuur waarin het niet gemakkelijk is om te integreren. Dit geeft een hoop oordelen over nieuwkomers, en andersom. De beste houding voor beide kanten is om de ander open te benaderen en beter te leren kennen, voordat je je oordeel geeft. Nieuwe christenen ontmoeten is echt een zegen. Je gaat nadenken over zaken waarover je met ‘eigen’ mensen nooit zou discussiëren en je krijgt zo de gelegenheid om God op een nieuwe manier te leren kennen.

De auteur is geboren in Roemenië en studeerde christian social studies aan de Vrije Universiteit. Ze is docent Engels aan het Van Lodenstein College in Barneveld. Dit artikel is het vijfde deel van een serie waarin christenen uit het buitenland reflecteren op hun ervaringen met Nederland.


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer