Overste Karremans en de zaak Srebrenica
HILVERSUM – Overste Karremans houdt rekening met een rechtszaak na de massamoorden op Bosnische moslims in Srebrenica. Vijf vragen over de precieze toedracht en de rol van Karremans daarin.
Wie is Karremans ook al weer?
Thom Karremans (1948) was als luitenant-kolonel de overste van Dutchbat III, het derde bataljon met Nederlandse militairen dat tijdens de oorlogen in Joegoslavië tussen 1992 en 1995 moest bijdragen aan totstandkoming van de vrede. Dutchbat III moest onder meer de moslimenclave Srebrenica beschermen. Dat gebeurde onder leiding van Karremans, die in 1991 al eens was uitgezonden naar Bosnië. Toen werkte hij als verbindingsofficier; daarna werd hij commandant van een bataljon in Assen.
Was Karremans tegen zijn taak opgewassen?
Daar zijn twijfels over. Al voor de uitzending naar Bosnië zouden zijn leidinggevenden hebben getwijfeld of Karremans wel daadkrachtig genoeg was.
Verder had hij op dat moment relatieproblemen. Recent zei de toenmalige landmachtgeneraal, Hans Couzy dat hij Karremans nooit naar Srebrenica zou hebben gestuurd als hij had geweten dat Karremans toen relatieproblemen had. Karremans zelf noemde die opmerking gisteravond een vorm van „natrappen” en ziet het als „een dolk in je rug.”
Wat heeft Karremans fout gedaan ten tijde van de val van de enclave Srebrenica in 1995?
Formeel gesproken niet zo veel. Uit een lijvig rapport van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) uit 2002 naar de gang van zaken in Srebrenica blijkt dat Karremans goeddeels vrijgepleit moet worden. De enclave Srebrenica werd in juli 1995 door Servische militairen ingenomen. Karremans vroeg toen om luchtsteun van de NAVO, maar die steun kwam niet op tijd.
Wel wordt het Karremans verweten dat zijn manschappen hebben geholpen bij het scheiden van de mannen en de vrouwen in de enclave – waarop duizenden mannen door de Serviërs zijn afgevoerd en vermoord. De val van Srebrenica is om die reden de boeken ingegaan als de ergste oorlogsmisdaad in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar uit het NIOD-rapport blijkt dat Karremans die gevolgen niet had kunnen voorzien.
Maar Karremans was toch ook de man die het zo goed met de Servische bevelhebber Mladic kon vinden?
Afgaande op later opgedoken video-opnames van een ontmoeting tussen de twee heren zou die indruk kunnen ontstaan. Op de beelden is te zien dat Mladic en Karremans het glas heffen, terwijl Mladic verantwoordelijk wordt gehouden voor de massamoord op de moslimmannen kort daarop. De video heeft Karremans in de beeldvorming veel schade berokkend.
Het gênantst van deze video’s is dat Karremans er een nogal onderdanige rol aanneemt ten opzichte van Mladic. Hij geeft aan dat hij niet anders kan dan uitvoeren wat anderen hebben besloten, met de beroemd geworden woorden: „Ik ben maar een pianospeler. Schiet niet op de pianospeler.”
Waarom houdt Karremans na zestien jaar nog rekening met een rechtszaak tegen hem?
Omdat Dutchbatters in juli 1995 ook verschillende Bosnische moslims hebben overgedragen aan de Serviërs die expliciet recht hadden op bescherming omdat ze op de compound van Dutchbat werkten. Vorig jaar deden tolk Nuhanovic en nabestaanden van de vermoorde elektricien Mustafic aangifte tegen onder anderen Karremans vanwege het feit dat hun familieleden niet werden beschermd.
Het gerechtshof in Den Haag oordeelde kortgeleden dat de Nederlandse staat in deze kwestie inderdaad verantwoordelijk is.