Kerk & religie

Missionaris Liudger was nauwelijks begaan met Friese volk

WIRDUM – Liudger, die bekendstaat als ”apostel van de Friezen”, is helemaal niet zo betrokken geweest bij de Friese landen en het Friese volk als wel wordt aangenomen. Dat constateert ds. H. T. Wagenaar uit Wirdum in het jongste nummer van het theologisch tijdschrift Kerk en Theologie.

Kerkredactie
4 August 2011 11:28Gewijzigd op 14 November 2020 16:03
Liudger. Foto RD
Liudger. Foto RD

Door de geschiedenis heen is Liudger (742-809) als eerste Friese missionaris, priester, bisschop en heilige belangrijk geweest voor de identiteit van de Friese kerk, aldus ds. Wagenaar. „Vanuit Liudger bezien lag het heel anders. Voor hem waren de Friese landen met hun bewoners niet belangrijk of interessant.”

Sinds zijn docentschap Afrikaanse theologie in Kameroen (1998-2002) houdt de predikant van de protestantse gemeente in Wirdum zich bezig met vragen over de kerstening van de Friese landen. In het artikel ”Liudger, apostel van de Friezen?” schetst hij wat diens verhouding tot het Friese volk (stam) was, zijn relatie met de taal en de geografie van de Friese landen.

De gedachte dat Liudger, na de buitenlandse missionarissen Willibrord en Bonifatius, een ‘eigen’ geestelijke was die dicht bij de mensen stond en hun taal sprak, is algemeen gangbaar, schrijft hij. „Ook in wetenschappelijke kringen wordt Liudger in verband gebracht met de landseigen taal.”

Ds. Wagenaar heeft zich uitgebreid verdiept in allerlei teksten van en over Liudger en komt tot een andere conclusie. Hij ontmythologiseert Liudger als apostel van de Friezen. „In de bronnen is er weinig te vinden over de Friezen, de Friese landen of Friese taal.”

Ds. Wagenaar: „Mensen mogen van harte trots zijn op Liudger, maar niet omdat hij voor de Friese zaak heeft gestreden. Of omdat hij begaan was met het Friese volk. De bronnen tonen Liudger als een geleerd en vroom mens, die de traditie en de belangen van de familie niet uit het oog verloor.”

Liuder stamde uit een voornaam Fries geslacht en heeft een groot deel van zijn leven in de Friese landen gewerkt. De bewering dat Liudger de kerstening van de Friezen nagenoeg heeft voltooid en een dak op de kerk van Willibrord en Bonifatius heeft gezet, is echter een versimpeling van een complexe situatie, meent ds. Wagenaar. „Liudger bouwde inderdaad op de fundamenten van Willibrord en Bonifatius, maar hij werkte even hard aan de opbouw van een familie-imperium.”

De familie onderhield nauwe banden met het Frankische koningshuis. Liudger zag, ook materieel, meer voordelen om zich in het voetspoor van Karel de Grote te richten op de Saksen. „Liudger liet zich duidelijk voor het karretje spannen van Karel de Grote bij diens veroverings- en kersteningspolitiek.”

De predikant vindt het ook „curieus” dat Liudger geen bisschop van Utrecht werd na de dood van bisschop Alberik, of later in 790. „Liudger heeft nooit een positie van importantie gehad in de Friese landen. We moeten ook niet vergeten dat door de dood van Bonifatius in 754, samen met die van een groot aantal monniken en priesters, het bisdom Utrecht in een staat van volslagen ontreddering was achtergebleven. In de tweede helft van de achtste eeuw zijn Utrecht en zijn bisschoppen onzichtbaar. Misschien was Utrecht voor Liudger niet interessant genoeg? In ieder geval heeft hij zijn energie en wijsheid niet aan dit bisdom besteed.”

Toch stond Liudger in hoog aanzien bij de christelijke Friezen, aldus ds. Wagenaar. „De Friezen hadden immers in deze eeuwen nauwelijks een andere missionaris of heilige om zich op te beroepen en te beroemen. Liudger was eigenlijk de enige overgebleven kandidaat om trots op te zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer