Twee gemeenten in Georgië aangevallen
In Georgië zijn opnieuw protestantse gemeenten het slachtoffer geworden van aanslagen. In Wit-Rusland krijgen pinkstergelovigen boetes voor het houden van samenkomsten thuis.
Oproermakers staken een provinciale baptistenkerk in Georgië in brand. In de hoofdstad Tbilisi ging een woedende menigte tekeer tegen een pinkstergemeente. „Ze blokkeerden de straten met hun auto’s en wilden niemand doorlaten. Ze schreeuwden tegen ons: „Neem die godsdienst van je mee en hoepel op uit Georgië!” aldus Nikolai Kalutsky, predikant van de 250 leden tellende gemeente.
Zestig mensen werkten mee aan de blokkade. Ze slaagden erin tientallen kerkgangers tegen te houden, zodat die de ochtenddienst van 10.00 uur niet konden bijwonen.
Protestantse leiders wijzen met de vinger naar de Orthodoxe Kerk in Georgië. Ds. Kalutsky hoorde een demonstrant bellen met een zekere ”Vader David”. Een woordvoerder van de Orthodoxe Kerk ontkent echter elke betrokkenheid.
In Duitsland hebben de CDU-politici Hermann Gröhe en Rainer Eppelmann inmiddels vragen gesteld aan de regering over de toenemende discriminatie van niet-orthodoxe christenen in Georgië. Sommige waarnemers menen echter dat president Eduard Shevardnadze zijn belofte om de godsdienstvrijheid te handhaven, begint na te komen.
Leden van diverse pinkstergemeenten in Wit-Rusland hebben een boete opgelegd gekregen voor het houden van godsdienstige samenkomsten en bijbelstudiekringen aan huis. Onder hen bevinden zich een invalide vrouw en een oudere gepensioneerde vrouw uit de stad Baranovichi (in de regio Brest).
„Het kan nog erger worden”, denkt bisschop Sergei Khomich, hoofd van de Unie van Pinkstergemeenten in het land. Nikolai Kurkaev, bisschop van Brest, wijt de serie boetes aan de rigide godsdienstwet die vorig jaar van kracht werd. „Je ziet de gevolgen ervan nu praktijk worden.”