Groen & duurzaamheid

Alje Dijkema (98) heeft een slimme compostmethode

Hij was jarenlang opzoek naar dé manier voor het maken van droge en vruchtbare compost. Nu wil de 98-jarige Alje Dijkema zijn vondst importeren op de Nederlandse markt. „Ik zoek alleen nog een importeur die er heil in ziet.”

Jolijn van Harten
30 July 2011 09:59Gewijzigd op 14 November 2020 16:00
Alje Dijkema (98) heeft een wens. Hij zou graag ‘zijn’ compostmethode –die van de Urban Compost Tumbler– op de markt brengen. Foto Jolijn van Harten
Alje Dijkema (98) heeft een wens. Hij zou graag ‘zijn’ compostmethode –die van de Urban Compost Tumbler– op de markt brengen. Foto Jolijn van Harten

Zijn fascinatie voor composteren begon al toen Dijkema nog heel jong was. „In mijn geboortedorp in Groningen zag ik in sommige tuinen zo’n grote hoop tuinafval en keukenafval liggen. Na een jaar broeien en stinken gebruikten die mensen het als voeding voor de planten. Prachtig, vond ik dat. Maar ik begreep er weinig van”, vertelt Dijkema, die de Groningse tongval niet heeft verloren.

Met een tien voor plantenteelt op zijn rapport werkte hij zich omhoog. Ruim zestig jaar geleden kwam hij naar Gorinchem, waar hij directeur werd van de middelbare landbouwschool. Zijn liefde voor de tuin en natuur bleef.

„Het is een spel tussen massa en ruimte”, vertelt Dijkema terwijl hij zijn tuin vakkundig inspecteert. De rozen staan mooi in bloei. Paadjes langs de vijver en bloemen leiden je naar het gazon. Vroeger was er weinig zon in de tuin. Dat kwam door de hoge heg die de tuin van Dijkema van die van zijn buren scheidde. „Door de massa –bomen, hoge struiken en tuinhuisjes– kreeg ik het benauwd. Toen de hoge heg weg was, kreeg ik ineens veel meer licht en ruimte in mijn tuin, waardoor hij een stuk groter lijkt.” Nu loopt zijn tuin over in die van zijn buren. „Ik doe soms net alsof dat ook mijn tuin is”, zegt hij lachend.

Achter het gazon begint een klein bos. „Ik laat de natuur hier zijn gang gaan”, vertelt de oud-directeur. Zo’n 35 jaar geleden kocht hij een groot stuk bouwgrond in Vuren. Toen stonden er nog suikerbieten op. Dat was de plek waar hij zijn huis met grote tuin wilde hebben. „Ik wilde toen alvast mijn tuin aanleggen en de bomen planten, zodat ik er op mijn oude dag veel plezier aan zou beleven.”

Dijkema had niet verwacht dat hij er nog zo lang van zou mogen genieten. „Nu ben ik ruim dertig jaar verder en nog steeds is mijn tuin niet af. De natuur is in ontwikkeling en voor je het weet is de tuin boven je hoofd gegroeid. Ik blijf bezig.”

Een grote tuin betekent veel tuinafval, dus begon Dijkema ook zelf met een composthoop. Inmiddels was algemeen bekend dat hoe vaker de hoop omgezet wordt, hoe sneller het proces loopt. „Door steeds weer zuurstof door het afval te mengen, versnel je het proces.”

Het dagelijks omzetten van het compost is erg bewerkelijk. Bovendien duurt het dan nog maanden tot een halfjaar voordat het compost klaar is. Veel te lang, vond Dijkema. Zo begon hij op zijn negentigste de speurtocht naar een snellere methode om compost te maken. Hij ontdekte de Compos Tumbler –een horizontaal vat dat door een ronddraaiende beweging het groenafval door elkaar husselt– op de Nederlandse markt en schafte deze aan om te „experimenteren.” „Het idee was leuk, maar het resultaat was matig. Het ding kreeg het compost niet warm genoeg.” Dijkema kon zich niet voorstellen dat er inmiddels nergens op de wereld een betere methode zou bestaan.

Met zijn schoonzoon kroop hij achter de computer en vond hij op een Amerikaanse website een test met zo’n veertig compostmethoden. De Compos Tumbler kwam er met een 5,5 van af. „Er stond één methode bij die met een 8,5 beoordeeld was. Die moest ik hebben!”

In zijn schuurtje laat Dijkema zien hoe de Amerikaanse Urban Compost Tumbler werkt. Geïnteresseerden zijn daar welkom om langs te komen voor een demonstratie. Zo hoopt hij meer bekendheid te genereren voor de methode. „Het probleem zit ’m in het importeren uit Amerika. De importkosten zijn haast net zo hoog als de tuimelaar zelf. Het ding moet helemaal uit Oregon komen”, vertelt Dijkema. Hij heeft al verschillende grote importeurs benaderd, maar allemaal wijzen ze zijn plan af met het argument dat „er is nog te weinig markt voor in Nederland.” Jammer, vindt hij. „Het duurt mij veel te lang.”

Het is Dijkema’s wens om ‘zijn’ compostmethode zelf te introduceren op de markt. De tijd dringt. Hij is nu bijna een eeuw op de wereld en heeft twee wereldoorlogen meegemaakt. „Ik herinner me nog goed dat mijn moeder huilend in de keuken stond. Het was eind november 1918. Ik vroeg: Wat scheelt eraan, moeke? Ze zei: Ja, mien jong, ik huil niet omdat ik verdriet heb, maar omdat ik zo blie ben.” Even is Dijkema weer terug in de keuken van zijn ouderlijk huis. „Ik vroeg mijn moeke wat er was. Ze antwoordde: ’t Is wapenstilstand, mien jong. Dat betekent dat alle landen de wapens hebben neergelegd en niet meer schieten.”

Dijkema lacht. De wereld wordt door alle technologie steeds kleiner. Hij houdt het niet helemaal meer bij, maar nog steeds geniet hij elke dag van het leven en van zijn tuin. „De tuin houdt me op de been. Ik geniet ervan om midden in Gods schepping te zijn.” Trots kijkt hij naar zijn tuin. „Ik mag als een kunstenaar spelen met al mooiste dat God geschapen heeft: de natuur. Dat is een prachtig geschenk.”


„Compost moet je maken omdat je het leuk vindt”

„Compost moet je maken omdat je het leuk vindt, niet alleen omdat je het belangrijk vindt voor het milieu”, stelt onderzoeker Kor Zwart. Hij is senior onderzoeker aan Alterra, kennisinstituut voor de groene leefomgeving. Sinds 1986 is hij bezig met de rol van organische stof in de bodem waaronder vergisting en compostering, maar hij kent de Urban Compost Tumbler nog niet. „Het systeem ziet er goed uit. De twee belangrijkste aspecten voor compost, menging en zuurstof, zijn goed aanwezig. De praktijk moet uitwijzen of het echt werkt.”

Kor Zwart heeft zelf nog een ‘ouderwetse’ compostberg in zijn tuin. „Jaarlijks heb ik een berg van zo’n 20 kuub, dat is te veel voor een compostvat”, vertelt hij. „Het belangrijkst bij compost is dat de groenafval warm genoeg wordt. Het moet regelmatig temperaturen van 50 tot 60 graden Celsius halen om onkruidzaden te doden. Ideaal is 70 graden, want dan worden ook de ziekteverwekkende gedood.” Zelf haalt hij die temperaturen dankzij gemaaid gras, dat erg snel warm wordt. „Ik vraag me af of de Urban Compost Tumbler die temperaturen kan halen. Vooral als het vat niet helemaal vol is.”

Compost maken heeft zo zijn voordelen, „maar je moet er wel de tijd voor nemen”, zegt Zwart. Als iemand zelf compost maakt, verkort dat de lijnen. Nu gaat het groenafval eerst in de gft-bak, wordt het opgehaald en naar een centrale plek gebracht. Daarvandaan gaat het weer naar een plek waar er compost van wordt gemaakt en die compost moet vervolgens naar de winkels. „Maar mensen hebben geen tijd om compost te maken en dan komt zo’n gft-bak wel erg goed uit.”

Zwart: „De discipline om afval te scheiden in de grote steden is al erg gering in Nederland. Dat is al van oudsher zo. Er zijn steden die het afval niet eens gescheiden ophalen”, zegt Zwart. Het afval wordt vaak bij de afvalverwerking nog wel gescheiden, maar doordat grijs en groen afval dan al te lang door elkaar zit, is er geen goede compost meer van te maken.

Of de Urban Compost Tumbler het maken van composteren in Nederland zal bevorderen? „Ik heb geen idee”, zegt Zwart. „Het is lastig te zeggen of het echt zal aanslaan. De methode moet dan eerst erg goed geïntroduceerd worden om mensen te overtuigen. Waarschijnlijk zullen niet meer mensen compost gaan maken. Het blijft toch iets voor de tuinliefhebber.”


Het recept: zuurstof, temperatuur en tuimelingen

Om goed te begrijpen wat de verschillen tussen een compostvat en de Urban Compost Tumbler zijn, is het volgens Dijkema belangrijk om te weten hoe compost ontstaat. „De luchttoevoer is erg belangrijk, want de bacteriën die het ontledingswerk moeten doen zijn zuurstofminnend. Bij de bestaande vaten was het probleem dat de beluchtingroosters al snel afgedekt worden als er tuinafval in zit. Daarom moest je de inhoud van het vat zelf omscheppen.” Hij laat zien hoe de Urban Compost Tumbler daar twee goede oplossingen voor biedt. „Ten eerste kan het compost in wording gemakkelijk in beweging gebracht worden door de ton een paar keer om een as over de kop te laten tuimelen. Ten tweede zit er een opening in de bodem die door middel van een buis met gaten voor een optimaal contact tussen zuurstof en compost zorgt.”

Een ander geheim van de 300 liter grote Amerikaanse tuimelaar is de temperatuur. Doordat het vat gemaakt is van goed isolerende kunststof, haalt het compost gemakkelijker de kritische temperatuur van 53 graden Celsius. Alleen dan gaan de zaden dood, wat zorgt voor een goede geurloze compost. Dankzij de constante luchttoevoer en dagelijkse beweging wordt het compost niet erg klonterig en vochtig. Na tien dagen is het proces voltooid en moet het geheel alleen nog zo’n twee dagen op een kleed drogen. „Met twaalf dagen heb ik dus een zak met zo’n 100 liter compost van uitstekende kwaliteit”, vertelt Dijkema trots. „Dit kan ik erg goed gebruiken in mijn tuin.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer