„Sjabbat is het raam naar het paradijs”
Sjachariet (het traditionele Joodse ochtendgebed), lezingen, een dansworkshop voor beginners, muziek, goed eten, een shoahherdenkingsdienst. Dit waren vrijdag de belangrijkste programmaonderdelen op de zesde internationale conferentie Shofar HaMashiach in Dalfsen.
Het thema van de conferentie, die nog tot zondagavond loopt, luidt ”De vreugde van Adonai is uw kracht”. Organisator is de Messiasbelijdende Joodse gemeente Beth Yeshua (Huis van Yeshua, Jezus) in Amsterdam.
„Sjabbat, verwachtend handelen of zalig nietsdoen?” zo hield rabbijn Lion Erwteman zijn gehoor tijdens een van de workshops voor. Hij koos voor het eerste. „In de Bijbel lezen we niet dat God op sjabbat niets deed. In Genesis 2 staat: „Als nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust.” Dus, Hij voltóóide Zijn werk op die dag. Hij stópte, zegt het Hebreeuws. En de rabbijnen zeggen dan: Dít is wat God op de zevende dag schiep: rust.”
Wat houdt die rust in? „Mijn antwoord: verwachtend uitzien”, zei de voorganger van Beth Yeshua. „We zijn geschapen om te werken. We zijn ook geschapen met een gebogen rug. Die twee dingen hebben alle mensen gemeen. Ze houden in dat we én hard moeten werken -juist dan weten we wat rust betekent- én dienen te buigen. Voor God of voor iets anders. Want als we Hem niet aanbidden, buigen we ons voor andere dingen.”
De sjabbat, de zevende dag, is het raam naar het paradijs, stelde Erwteman. „Er zijn mensen die zeggen: Ik kan toch elke dag God eren? Daarop is maar één antwoord mogelijk: Ik ben geen vogel die elke dag, zodra de zon opkomt, begint te fluiten tot eer van zijn Schepper. Ik ben een mens, en die is geschapen om te leven volgens de thora.” Dat betekent óók, aldus de inleider, „dat ik hoop dat de christelijke kerk de zondag -een dag met een heidense naam- loslaat en terugkeert naar de sjabbat. Daar zal God in meekomen.”
Rabbijn Gary Beresford ging in zijn lezing in op de vraag ”Wat zou Yeshua doen?” „Dagelijks doen we veel onopzettelijke zonden. En hoe minder we de Bijbel bestuderen, hoe meer we er doen. Maar God ziet ook ónopzettelijke, ónbewuste zonden niet door de vingers, zie bijvoorbeeld Exodus 21:12 en 13.”
Wat wil God? „Dat we ons bewust worden van onze zonden, meer nog: van de wortel ervan - denk aan de rijke jongeling. God vraagt om berouw. En dat is iets anders dan spijt.”
De Amerikaanse rabbijn wees op de noodzaak de onderlinge bijeenkomsten niet na te laten. „De Schrift zegt dat de satan rondgaat als een briesende leeuw. Ik ben geboren in Afrika, en ik weet dat een leeuw zijn zinnen niet zet op een kudde antilopen. Wel op die ene, die achterblijft. In de geestelijke strijd is het niet anders.”
Wij zijn verantwoordelijk voor onze zonden, zei Beresford. „U zegt: Maar we hebben toch de Messias? Ja, maar berouw is wel nodig. U moet berouw hebben voordat Yeshua in uw leven kan werken. Daarom, ga naar de Messias, en doe tesjoeva. Bekeert u. En als u in de Messias bent, bent u in het verbond met God. Gelooft u in het Nieuwe Testament?” Stilte. „No?” „Yes!” klinkt het vanuit de zaal. „En dan zegt Paulus het heel duidelijk: de heidenen zijn als het ware geënt in de olijfboom. God plaatst Joden en vreemdelingen in hetzelfde verbond. Dan maakt het niet uit of u een orthodoxe Jood bent of een charismatisch christen.”
Eenzelfde geluid viel te beluisteren bij David Loden, die sprak over ”Zion en zionisme”. Hij baseerde zich op onder meer Psalm 87: Rahab en Babel, de Filistijn, de Tyriër, de Moor. „In het Hebreeuws staat het er zeer duidelijk: allemaal zijn ze vijanden van Israël geweest, en sommigen zijn het tot op zekere hoogte nog. Maar wat zegt de psalm: Ik zal ze vermelden onder degenen die Mij kennen. Deze is aldaar, in Sion geboren. Gefundeerd op die Hoeksteen, de Heere Yeshua.” „Sela”, voegde hij er aan toe.