Kerk & religie

Dopers Amsterdam koos rust en nijverheid

AMSTERDAM – Dopers hadden het aanvankelijk niet gemakkelijk in Amsterdam. Dat was te wijten aan revolutionaire excessen die uitliepen op terechtstellingen. De doopsgezinden, zoals ze na deze periode genoemd werden, gooiden het roer om en kozen voor een leven van rust, vrede en vooral bedrijvigheid.

Klaas van der Zwaag
22 July 2011 10:03Gewijzigd op 14 November 2020 15:55
De woningen van de zijdehandelaars De Flines en kunstenares Agnes Blok, op Herengracht 160 en 162. Foto RD
De woningen van de zijdehandelaars De Flines en kunstenares Agnes Blok, op Herengracht 160 en 162. Foto RD

Wie spelenderwijs kennis wil maken met het doperse verleden van de hoofdstad kan uitstekend terecht in ”Het dopers wandelboek”, een recent verschenen uitgave van de Verenigde Doopsgezinde Gemeente Amsterdam (Singel 452, 1017 AW Amsterdam) en geschreven door Wietskenel de Jong en Johan Pennings.

Twee wandelingen voeren langs de bekendste doops­gezinde plekjes in de binnen­stad. De eerste route begint bij de doopsgezinde Singel­kerk en eindigt op de Prinsengracht. 
De tweede wandeling start op de Dam, pal tegenover de Bijenkorf, en eindigt op de pittoreske binnenplaats van het Zonshofje aan de Prinsengracht.

Tussen 1530 en 1535 was Amsterdam in de ban van de radicale wederdopers. Op 22 maart 1534 liepen drie dopers met geheven zwaard door de stad, roepend dat de komst van de Heere nabij was. Ze waren geschokt door de arrestatie van dopers die op hun weg van Münster naar Amsterdam waren vastgehouden. Münster was dat jaar ingenomen door dopers, die zich daar wilden voorbereiden op het einde der tijden.

Amsterdam bestond toen uit twee gedeelten, vanaf het huidige Centraal Station was dat aan de linkerkant de Oude Zijde en aan de rechterkant de Nieuwe Zijde. De dopers beschouwden de Oude Zijde als verdoemd. Dit deel van Amsterdam was volgebouwd met kloosters en hier bevond zich de Oude Kerk. De rechterkant, de Nieuwe Zijde, was in de ogen van de weder­dopers het uitverkoren gedeelte van de stad. Hier woonden de meeste dopers. Ze beriepen zich op hun verwachting van de eindtijd, waar de rechtvaardigen aan de rechterzijde van God zouden zitten, en de verdoemden aan de linkerzijde.

De magistraat was echter niet gediend van deze overspannen eindtijdverwachtingen. De zwaarddopers werden in het openbaar terechtgesteld, de eerste keer dat zo iets in Amsterdam gebeurde.

Vooral in de omgeving van de Dam speelden zich rumoerige taferelen af. In de Zoutsteeg kwam in de winter van 1535 een groep van zeven mannen en vijf vrouwen onder leiding van de ‘profeet’ Hendrik Hendriksz. bijeen. Hij beweerde met God gesproken te hebben. Na het zien van een ‘goddelijk’ teken hadden de aanwezigen hun kleding afgeworpen en in het vuur verbrand. Zij dachten hiermee hun banden met het aardse bestaan te kunnen verbreken.

Twee maanden later vond er door gewapende dopers een overval plaats op het stadhuis van Amsterdam. Men wilde, net als in Münster, daar het nieuwe Jeruzalem stichten. Bij hevige schermutselingen vonden 28 dopers de dood.

Daarna was het met de gewelddadigheden snel gedaan. Doopsgezinden zwoeren het geweld af en bouwden in de hoofdstad een respectabel leven op. Aanvankelijk was dat in het verborgen, want de gereformeerden hadden het alleenrecht als bevoorrechte kerk. Maar van lieverlee kwamen doopsgezinden uit hun schuilhoeken. De woningen van de zijdehandelaars De Flines en kunstenares Agnes Blok, aan de Herengracht 160 en 162, leggen daarvan getuigenis af. Veel doopsgezinde kooplieden werden in de zeventiende en de achttiende eeuw zo rijk dat ze zich buitenplaatsen konden veroorloven.

Het centrum van het doops­gezinde leven is nog steeds Singel 450-454, waar sinds het begin van de zeventiende eeuw de Vlaamse doopsgezinden bijeenkomen, in een van de mooiste en grootste schuilkerken van de hoofdstad. Het pand is momenteel een centrum van doopsgezinde instellingen.

Aan de Leliegracht 49 woonde de doopsgezinde horlogemaker Willem Writs. In dat huis vond in 1777 de oprichtingsvergadering plaats van de maatschappij Felix Merites (Gelukkig door verdiensten), die nu aan de Keizers­gracht 324 culturele activiteiten verzorgt.

Een van de mooiste doops­gezinde plekjes is het Zonshofje, aan de Prinsengracht 159-171. De doopsgezinde koopman Martin Looten (1568-1648) liet hier op zijn erf een kleine kerkje bouwen, dat gebruikt werd door leden van De Kleine Zon, een groepje doopsgezinden dat zich in 1671 van gemeente De Zon had afgescheiden. Later werd het gebouw door de doops­gezinde Oude Friezen uitgebreid en De Arcke Noach genoemd. In de achttiende eeuw besloot de doopsgezinde gemeente De Zon de voormalige kerk te verbouwen en een hofje te stichten voor oudere doopsgezinde vrouwen. De gevelsteen met het uurwerk herinnert aan de kerk. Daarop het gedicht, dat nog niets aan zeggingskracht heeft verloren:

’t Geloof heeft hier Gods Woord ontvouwd;

De Liefde ons dit verblyf gebouwd;

De Hoop blyve ons gedurig noopen,

Om der zielen Zon te Zien,

Den tyd zorgvuldig uit te koopen,

En dus tot de Ark des heils te vlien.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer