Dat concluderen bestuurskundigen van de Erasmus Universiteit Rotterdam in een onderzoek dat zij in opdracht van het ministerie van Justitie in zes steden hebben gedaan.

De vuurwerkramp in Enschede in 2000 en de cafébrand in Volendam in 2001 brachten aan het licht dat de controle op de naleving van wet- en regelgeving voor cafés, restaurants, bioscopen en musea te veel was versnipperd. Bij die controle zijn niet alleen brandweer, politie en gemeentelijke diensten maar ook de Arbeidsinspectie en de Keuringsdienst van Waren betrokken. Horecaondernemers klagen vaak over tegenstrijdige interpretaties van de regels.

In diverse steden hebben de verschillende handhavers daarom de handen ineengeslagen, bijvoorbeeld door de aanstelling van een ”handhavingsregisseur”. Die initiatieven hebben volgens de onderzoekers vruchten afgeworpen. Door samen te werken komen de verscheidene betrokken instanties vaker tot eensluidende uitleg van de vele wetten en regels die voor de horeca gelden. Het ministerie van Justitie zou lokale samenwerking moeten belonen met een bonus, vinden de bestuurskundigen.

De communicatie tussen gemeentelijke handhavers en landelijke inspectiediensten als de Arbeidsinspectie en de Keuringsdienst van Waren moet wel beter, concluderen de onderzoekers. De samenwerking op lokaal vlak mag dan beter zijn geworden, „landelijke handhavers fietsen daar vaak weer doorheen”, aldus dr. V. Homburg, medeopsteller van het onderzoeksrapport.