Hadzic (52) wordt onder meer verdacht van misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden, zoals moord, uitroeiing, etnische vervolging, deportatie en plundering. Hij was de laatste van 161 verdachten op het wensenlijstje van het tribunaal en was jarenlang voortvluchtig.

De in september 1958 in Vinkovci geboren Hadzic is volgens de 14 punten tellende aanklacht van het tribunaal betrokken geweest bij de planning en uitvoering van tal van moordpartijen, zoals de dood van meer dan 260 patiënten van het ziekenhuis van Vukovar in november 1991. De stad op de grens met Servië werd vrijwel volledig in puin geschoten. Duizenden mensen sloegen op de vlucht voor het geweld.

De Servische president Boris Tadic zei tijdens een persconferentie dat Servië nu zowel aan zijn wettelijke als aan zijn morele plicht heeft voldaan. Hij ontkende dat Belgrado Hadzic al die tijd verborgen had gehouden.

In een verklaring verwelkomden de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso, Europees president Herman van Rompuy en EU-buitenlandchef Catherine Ashton de arrestatie. Ze verwachten dat Hadzic zo snel mogelijk wordt overgebracht naar het tribunaal en stellen dat volledige samenwerking met het tribunaal essentieel blijft voor de wens van Servië toe te treden tot de Europese Unie.