Commentaar: Levensbeschouwing als keuzemenu
De boekdrukkunst wordt wel een stap ten hemel en een stap ter hel genoemd. Zou je dat ook van internet kunnen zeggen? Die vraag stelde de vooraanstaande Amerikaanse baptist Richard Land recent tijdens een ontmoeting met christelijke uitgevers in de VS. Zijn antwoord: „Niet zonder meer. Er zijn zeker positieve aspecten van dit moderne communicatiemiddel te noemen, maar de negatieve overheersen. Dus één stap ten hemel, maar dan twee ter hel.”
Deze uitspraak wordt ondersteund door de toespraak die de apologeet Josh McDowell vorige week in Nashville (VS) hield. Hij noemde internet de grootste bedreiging voor het christendom.
Nu is het niet ongebruikelijk dat binnen christelijke kring nieuwe technieken met de nodige scepsis worden bekeken. Dat heeft de geschiedenis uitgewezen. Er was bijvoorbeeld reserve bij de komst van de trein, de radio, de telefoon en de televisie. Meestal werden de vernieuwingen na verloop van tijd geaccepteerd. De maatschappelijke ontwikkeling bleek te dwingen tot gebruikmaking van de nieuwe technologieën.
Hetzelfde zou dus gezegd kunnen worden van internet. De tendenzen wijzen ook in de richting van volledige acceptatie. Was er vijftien jaar geleden binnen orthodox-christelijke kringen, ook elders op de wereld, de neiging om het medium zo veel mogelijk te mijden, nu wordt het door bijna iedereen gebruikt. Je kunt er niet omheen, is daarbij het voornaamste argument. En soms wordt daaraan toegevoegd: er zijn ook mooie kanten aan internet; bijvoorbeeld om zendingswerk te ondersteunen. Daarmee wordt onderstreept dat internet ook gezien kan worden als een stap ten hemel.
Het gevaar van dit acceptatieproces is dat vergeten wordt dat het –net als de boekdrukkunst– ook een stap ter hel is. Daar hebben de twee genoemde Amerikaanse theologen aandacht voor gevraagd. Vooral ook omdat op dit moment binnen christelijke kringen de effecten van internet op zijn best wel onderkend worden, maar dat men er onvoldoende een antwoord op heeft.
Dat internet verslavend kan werken, weet zo langzamerhand iedereen wel. Ook buiten christelijke kringen wordt daartegen gewaarschuwd. Dat het medium een doorgeefluik is van veel vunzigheid, is ook bekend. Neemt natuurlijk niet weg dat het schokkend is als uit onderzoek blijkt dat 67 procent van de jongens en 59 procent van de meisjes in de VS pornografie als acceptabel beschouwt. En dat vooral dankzij hun kennismaking met dit kwaad via internet. Wie met die wetenschap nog bezwaar heeft tegen een filter moet wel stekeblind zijn.
Toch is daarmee nog niet het diepste kwaad gepeild. Internet sluit aan bij het heersende postmodernisme. In dat denkklimaat is geen plaats voor een absolute waarheid, maar stelt ieder zijn eigen levensbeschouwing samen uit elementen van godsdiensten en filosofieën die hem aanspreken. Daarvoor is internet juist een heel adequaat hulpmiddel. Jong en oud hebben vrij toegang tot een oceaan van ideeën en kunnen zo hun eigen keuzemenu samenstellen. Zo wordt het fundament dat Christus de enige Waarheid is, listig ondergraven.