Onrust in Schotse kerken door homodiscussie en gezangenkwestie
Het rommelt in de protestantse kerken in Schotland. Verschillende predikanten van de Church of Scotland stappen op uit protest tegen het toelaten van praktiserende homoseksuelen tot het ambt van predikant. De kleinere Free Church besloot vorig jaar muziekinstrumenten toe te laten in de eredienst en ruimte te geven aan het zingen van gezangen. Twee predikanten vertrokken.
„Crisis in de Church of Schotland.” Onder die alarmerende titel publiceerde The Banner of Truth, een conservatief-christelijk maandblad in het Verenigd Koninkrijk, deze maand een artikel over de Schotse staatskerk. Het besluit om praktiserend homoseksuelen toe te laten tot het ambt van predikant wordt geplaatst tegen de achtergrond van afnemend Schriftgezag. „De dagen zijn voorbij dat een Schot een eerlijke, hardwerkende, religieuze man was. Ons tijdperk is er een van kerksluitingen en morele achteruitgang.”
Juist die laatste constatering zou er volgens redacteur Ian Murray, organisator van de ook in Nederland bekende Leicesterconferentie, toe moeten leiden dat christenen de gelederen sluiten. „Donkere tijden zijn aanwijzingen voor christenen om terug te keren tot broederlijke liefde en een juiste volgorde van prioriteiten.”
Verwatering
Dr. Nick Needham, predikant van de Reformed Baptist Church in Inverness en docent kerkgeschiedenis aan het Highland Theological College, publiceerde diverse boeken over de Schotse kerkgeschiedenis. Hij stelt dat de verwatering van de Schotse staatskerk al zo’n twee eeuwen gaande is. „Vandaag de dag is er een stroming van circa 30 procent van de leden die als Bijbelgetrouw christen kan worden aangeduid. Een klein deel daarvan kun je reformatorisch noemen. Vooral in Edinburgh en Glasgow zijn er enkele behoudende gemeenten die stevig in het geweer komen tegen het homobesluit.”
Dr. Needham signaleert zowel in de Church of Scotland als in de Free Church „grote interne spanningen.” De onrust in de staatskerk is volgens hem het grootst, „omdat het ‘homobesluit’ nauw samenhangt met de fundamenten van het christendom.”
In de Free Church hangt de spanning naar de indruk van de kerkhistoricus samen met de manier waarop het besluit over het zingen van gezangen en het toelaten van muziekinstrumenten is genomen. „Het besluit is min of meer doorgedrukt tijdens de General Assembly van vorig jaar. Daarover is een aantal mensen boos. Het leidt tot verdeeldheid in gemeenten, maar ook in families.”
Dr. Needham heeft de indruk dat de homodiscussie in de Church of Scotland de Free Church een zetje heeft gegeven om de traditie van a capella psalmen zingen te wijzigen. „Gemeenten die de Church of Scotland willen verlaten, kunnen zich zo makkelijker aansluiten bij de Free Church. Ze kunnen in feite overkomen zonder ook maar iets in hun eredienst te wijzigen. Dat is niet alleen mijn waarneming, veel mensen denken er zo over.”
Discussies
De kerkhistoricus meent dat bij veel scheuringen in Schotland op de achtergrond conflicten spelen tussen ”rekkelijken” en ”preciezen”. „Dat is zeker het geval bij de scheiding tussen de Free Church en de Free Church Continuing in 2000. De aanleiding was een conflict rond de positie van de directeur van het Free Church College. Op het grondvlak van de kerk woedde echter een discussie over vragen zoals: blijven we de King Jamesversie van de Bijbelvertaling gebruiken, moet er een nieuwere Psalmberijming geïntroduceerd worden en hoe gaan we om met muziekinstrumenten in de eredienst?”
Toen de scheiding eenmaal een feit was en de meer behoudende leden naar de Free Church Continuing waren vertrokken, was er volgens dr. Needham minder bezwaar tegen aanpassingen in de liturgie en het gebruik van de New International Version (NIV), een vertaling van recenter datum dan de eeuwenoude King James.
Geen twijfel
In de Schotse staatskerk is er volgens enkele direct betrokkenen bij het vertrek van predikanten in diverse gemeente sprake van deining. De synode besloot dit jaar het ambt van predikant open te stellen voor praktiserende homoseksuelen. Wel wordt er nog een commissie aan het werk gezet om de zaak theologisch te onderzoeken.
Diverse predikanten schatten dat enkele tientallen voorgangers zich beraden op hun positie. Vanwege een synodaal verzoek om de kwestie niet in de media uit te vergroten, weigeren de meeste betrokkenen om in het openbaar te reageren. Maar dat er meer predikanten opstappen dan de drie die nu al hun conclusies trokken, is voor niemand een vraag. „Ook een deel van de leden laat er geen twijfel over bestaan dat ze vertrekken.”
Ingewijden zeggen dat een aanzienlijk aantal predikanten in en om Aberdeen overweegt collectief de Schotse kerk te verlaten en aansluiting te zoeken bij een ander kerkverband. Drie predikanten in Edinburgh gaven vorige week tijdens een conferentie in de Schotse hoofdstad openlijk toe te werken aan een plan om de staatskerk vaarwel te zeggen.
De reden dat het proces van losmaking van predikanten en gemeenten niet direct na de synodevergadering startte, is meestal een praktische. „Een vertrek kan leiden tot langdurige rechtszaken over kerkelijke gelden en goederen. Zo’n stap moet daarom voorbereid en overwogen worden”, aldus een voorganger. De predikanten die tot nu toe aankondigden op te stappen wegens de homokwestie legden hun ambt neer zonder een gemeente mee te nemen.
Kleine kerk
Dr. James Eglinton, predikant van de Free Church en onderzoeker aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen, vermoedt dat het in de Free Church niet tot een grote scheuring komt. „We zijn een kleine kerk met zo’n 5000 leden. Mensen willen bijeen blijven, ondanks de verschillen van inzicht die er zijn.”
Dr. Eglinton maakte de scheuring mee waaruit in 2000 de Free Church Continuing ontstond. Hij onderschrijft de waarneming van dr. Needham dat er sindsdien verschuivingen zijn opgetreden in de Free Church. „Er zijn inderdaad wijzigingen in de orde van dienst geweest. Dat zie ik echter niet als een verschuiving van theologisch conservatief naar theologisch liberaal. We belijden nog steeds dat de Bijbel de hoogste autoriteit heeft.”
De Schotse predikant ziet de laatste decennia wel veranderingen in het uiterlijk van kerkgangers ontstaan. „Niet iedereen gaat meer diep in het zwart gekleed naar de kerk. Het aantal vrouwen en meisjes dat een rok en een hoed draagt, daalt. De kledingstijl is informeler geworden, zeker in de steden.”
Dr. Eglinton kerkt in Nederland bij de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Naar eigen zeggen was het gebruik van muziekinstrumenten en het zingen van gezangen in die kerk voor hem geen groot punt. „Ik was aangenaam verrast toen ik merkte hoe de belijdenis een centrale rol innam. In de dienst worden de Tien Geboden gelezen en er wordt gepreekt uit de Heidelbergse Catechismus. Dat gebeurt in de Free Church niet.”
Eenheid
De zo gewenste eenheid die The Banner of Truth als noodzakelijk omschrijft, is volgens dr. Needham nog ver te zoeken. Bijbelgetrouwe kerken in Schotland opereren tamelijk los van elkaar. „Je hebt een stuk of zes reformatorische kerken, maar onderling contact is er weinig. Eens per jaar is er een Scottish Reformed Congress, daar worden wel contacten gelegd. Bovendien kan er plaatselijk sprake zijn van een goede samenwerking tussen kerken.”
Ook dr. Eglinton ziet niet meer eenheid ontstaan. „In Schotland stap je niet zomaar van de ene naar de andere kerk. De band met de gemeente waarin je opgroeit, is heel sterk. Als je lid bent van de Free Church, blijf je dat. Degenen die wel vertrekken zijn in de meeste gevallen oorspronkelijk niet uit de Free Church afkomstig en hebben een minder sterke band. Ik verwacht dan ook dat het wat afscheidingen van de Free Church betreft blijft bij de twee predikanten die nu vertrokken zijn.”
Predikanten stappen op
Vanuit de Church of Scotland vertrokken tot nu toe drie predikanten uit protest tegen de ruimte die de kerk biedt aan praktiserende homoseksuelen om een ambt te bekleden.
Het gaat om ds. Thomas Mackinnon, ds. Roderick MacRae en ds. Andrew Coghill.
Drie andere voorgangers, ds. David Court, ds. Jeremy Middleton en dr. Robin Sydserff, hebben aangegeven dat het zeer waarschijnlijk is dat ze deze stap volgen.
Direct betrokkenen schatten in dat nog enkele tientallen predikanten overwegen de Schotse kerk te verlaten.
In de Free Church of Scotland vertrokken twee voorgangers vanwege de gezangen- en instrumentenkwestie: ds. Kenneth Stewart en ds. David Karoon. Beiden sloten zich aan bij de Reformed Presbyterian Church.
Scheuringen en herenigingen
Onderstaande tekst is een toelichting bij het schema van afsplitsingen vanuit de Church of Scotland, dat te vinden is in deze bijlage (pdf).
Scheuringen, maar ook herenigingen, kenmerken de Schotse kerk al sinds het herstel van het protestantisme in Schotland onder koning Willem III. Die versloeg in 1690 de legers van zijn rooms-katholieke schoonvader Jacobus II. De Reformatie zette anderhalve eeuw daarvoor voet aan Schotse bodem. Aanjager was ex-priester John Knox. Mede door zijn toedoen besloot het Schotse parlement in 1560 over te gaan tot het protestantisme.
Al in 1712 werd de teerling geworpen voor een aantal scheuringen. De Schotse regering besliste toen dat landheren, die hun zeggenschap in de kerk in 1690 waren kwijtgeraakt, weer invloed kregen op de benoeming van predikanten. Na lange tijd van groeiende onvrede leidde dit in 1733 tot de eerste kerkscheuring, onder leiding van ”Marrow men”, zoals Ebenezer Erskine. De Secession Church was geboren. (Nog meer informatie is te vinden op de website van Digibron).
Ook na deze uittocht bleef de verhouding van de Church of Scotland tot de overheid een heet hangijzer. Dit spitste zich toe in de kwestie van de Burgereed, waarmee trouw werd gezworen aan de overheid. Het bezwaar hiertegen was dat de overheid niet de ware religie handhaafde. Dit leidde in 1747 tot een scheiding in de Secession Church. De ”Anti-Burghers”, 61 gemeenten, vonden dat het zweren van de eed niet door de beugel kon. De ”Burghers”, 42 gemeenten, bleven.
De Church of Scotland bleef ondertussen vasthouden aan het patronaatsrecht, de kwestie die in 1733 tot de eerste scheuring leidde. Door de eigenzinnigheid van landeigenaren werden soms bloeiende gemeenten te gronde gericht. In 1761 stichtte de om verzet daartegen afgezette predikant Thomas Gillespie de Relief Church.
In de in Burghers en Anti-Burghers uiteengevallen Secession Church kwam het tot nieuwe scheuringen. In 1799 splitsten de Burghers zich in een deel dat zich in 1839 herenigde met de Church of Scotland en een groep die in 1820 onder de noemer United Secession Church samenging met een aantal Anti-Burghers. In 1847 verenigde de United Secession Church zich met de Relief Church en vormde de United Presbyterian Church.
De meeste resterende Anti-Burghers sloten zich in 1852 aan bij de Free Church. Het laatste restje, de Original Secession Church, vond in 1956 aansluiting bij de Schotse staatskerk.
Ondanks de afsplitsingen bleef de gereformeerde stroming binnen de Church of Scotland in de 19e eeuw sterk vertegenwoordigd. In 1843 ontstond onder de noemer ”the disruption” een nieuwe grote afsplitsing: de Free Church of Scotland. Hier ging een tien jaren durend theologisch conflict aan vooraf over het Koningschap van Christus. Daarnaast speelde ook nu weer onenigheid over het benoemen van predikanten. Voorman van de Free Church was de predikant en academicus Thomas Chalmers.
Van de 1200 predikanten in de Church of Scotland gingen er 470 mee met de afscheiding. De Free Church en de United Presbyterian Church verenigden zich in 1900.
De vereniging van 1900 was eerder een sluitstuk van een aantal her- of verenigingen dan het begin ervan. Een deel van de Anti-Burghers sloot zich in 1852 aan bij de Free Church, gevolgd in 1876 door een deel van de al sinds 1690 zelfstandige Reformed Presbyterian Church. De laatste eenwording had plaats in 1956, toen de Original Secession Church, een restant van de Anti-Burghers, zich herenigde met de Church of Scotland.
Nieuwe scheuringen deden zich voor toen in 1892 de Free Presbyterian Church ontstond vanuit de Free Church. De Free Presbyterians verzetten zich tegen het in hun ogen afzwakken van de belijdenis door de Free Church, de United Presbyterian Church en de Church of Scotland. Die hadden juist een overeenkomst gesloten die toewerkte naar hereniging van deze kerken.
De beoogde hereniging van de drie grote kerken kwam er in 1929. Delen van de Free Church en de uit de vereniging van 1900 ontstane United Free Church konden dit niet meemaken en bleven onder de oude naam actief.
In 1989 kwam het tot een breuk bij de Free Presbyterians, naar aanleiding van het bezoeken van een rooms-katholieke dodenmis door een vooraanstaand kerklid. Uit deze splitsing ontstonden de Associated Presbyterian Churches.
Bijna tien jaar later, in 2000, vertrok een deel van de destijds 15.000 leden tellende Free Church en noemde zich de Free Church Continuing. Aanleiding vormde een conflict rond een van de kerkelijke leidslieden. Volgens direct betrokkenen speelden er op de achtergrond ook spanningen over vernieuwingen in de eredienst.
In Digibron, het online kenniscentrum gereformeerde gezindte, is een schat aan informatie te vinden over de Schotse kerk. U kunt zelfstandig meer achtergrondinformatie zoeken via www.digibron.nl.
Een kleine voorselectie:
- De Evangelical Revival in Schotland en het Nederlandse Reveil in het Documentatieblad voor de Nederlandse Kerkgeschiedenis na 1800.
- Bericht uit het blad de Heraut uit 1898 over de dan aanstaande hereniging van drie Schotse kerken.
- Achtergrondartikel in het Reformatorisch Dagblad in 1998 over de dan aanstaande scheiding in de Free Church.