Hugo de Vries: gerenommeerde botanicus, ongemakkelijke prof
Een gemakkelijk heer was de beroemde botanicus prof. Hugo de Vries (1848-1935) niet. Met veel collega’s kon hij slecht door één deur, maar zijn studenten moesten het soms helemaal ontgelden.
Hoewel hij een woensdagavondstudieclub organiseerde voor zijn aankomende plantenkundigen, kon hij hen ook onbarmhartig neersabelen. Hij vond studenten „luie stumpertjes.” Bij de uitreiking van een bul maakte hij het helemaal bont: „Hier is je diploma, maar de commissie geeft u de raad om met de studie uit te scheiden, want voldoende hersens hebt ge niet.”
Als wetenschapper genoot hij echter een uitstekende reputatie. Ondanks het advies van zijn vader om geen plantenkunde te gaan studeren, deed De Vries dat toch en met succes. Zo ontdekte hij dat zogeheten pangenen verantwoordelijk zijn voor mutaties van het genetisch materiaal. Later zouden deze dragers van erfelijke informatie genen worden genoemd.
De Vries wordt in wetenschappelijke kringen gezien als de grondlegger van de evolutiebiologie, zoals ook de ondertitel vermeldt. De markante hoogleraar blijkt zich –in de lijn van Gregor Mendel– echter beperkt te hebben tot de micro-evolutie. Hij bestudeerde slechts veranderingen binnen soorten.
Net als Mendel legde De Vries overervingsmechanismen in planten vast. Aan onderzoek naar de vermeende macro-evolutie, waarbij de ene soort verandert in de andere, waagde hij zich niet.
”Hugo de Vries” is een prima leesbaar verslag van het wetenschappelijke werk van een markante persoonlijkheid.
Boekgegevens
Hugo de Vries. Grondlegger van de moderne evolutiebiologie, Arno Schrauwers;
uitg. Veen Magazines, Diemen, 2011; ISBN 978 90 8571 324 1; 160 blz.; € 34,50.